deze is leuk...
Trefpunt, woensdag 4 december
Anything goes
Pamela Hemelrijk
Sinds de jaren 60 word ik in deze stad nu al omringd door linkse mensen, en u begrijpt: ik kan ze zo langzamerhand uittekenen. Ik heb inmiddels net zoveel verstand van hun primitieve zeden en gebruiken als een cultureel antropoloog die pakweg 20 jaar in de rimboe van Borneo de cultuur van een zeldzame stam mensenetende pigmeeën heeft bestudeerd. Ik zou een proefschrift over ze kunnen schrijven, ware het niet dat ik, in tegenstelling tot de meesten van hen, geen 12 jaar andragogolologie heb gestudeerd, laat staan niet-westerse sociologologagie, en dus in hun ogen geen recht van spreken heb.
Maar ook als je geen academische graad bezit kun je op den duur een aardig inzicht krijgen in het functioneren van het conservatief-linkse brein. De conservatief-linkse inboorling van Amsterdam rekent zichzelf altijd tot de intelligentsia, zelfs als hij het nooit verder heeft geschopt dan de ULO, en de rest van zijn leven voornamelijk heeft gewijd aan het rondhangen in cafés, het hengsten op zijn gitaar, het bijwonen van vernissages in het Stedelijk Museum, het aanpappen met Bekende Mensen, en het zwart klussen naast zijn uitkering. Hoewel hij die levenswandel gemeen heeft met vele duizenden soortgenoten, waant hij zichzelf een very extraordinary person. Voor de gemiddelde Nederlander koestert hij een diepe verachting. Dat is namelijk een kuddedier. Hijzelf is géén kuddedier; hij is een aarts-individualist. Hij is Anders dan de Rest. Daarom, verzekert hij je tot vervelens toe, heeft hij het zo zwaar.
Niettemin kun je met wiskundige precisie voorspellen hoe de conservatief-linkse inboorling ergens over denkt. Zo is hij bijvoorbeeld een groot voorstander van euthanasie. Hij had dan ook geen problemen met het afslachten van 500.000 runderen door minister Brinkhorst. Protesten daartegen, vooral als ze van boeren kwamen, deed hij af als `krokodillentranen'. Tegen fraude als zodanig heeft hij geen bezwaar. Je kunt in een grachtengordelcafé rustig aankondigen dat je je ziek gaat melden omdat je ruzie hebt met je baas, of dat je van plan bent zwart te gaan werken naast je WAO-uitkering, of dat je gisteren een fiets hebt gejat, of dat je vroeger wekelijks met twintig LP's onder je jas de Bijnkorf uitsloop, of dat je weer eens stomdronken achter het stuur hebt gezeten, zonder dat iemand zich daarover ook maar in de verste verte geshockeerd toont. Je hebt er zelfs veel succes mee; iedereen lacht zich een kriek om je dekselse Tijl-Uylenspiegelstreken.
Is er dan niets wat de conservatief-linkse inboorling in strijd acht met de fatsoensnormen? Zijn er dan geen schelmenstreken die de conservatief-linkse inboorling wel degelijk scherp afkeurt, behalve dan belastingfraude door welgestelden? Jazeker. Die zijn er. Ik heb er laatst weer eentje ontdekt tijdens mijn andragologogische veldwerk.
Mobiel bellen!
Ze vinden dat alles moet kunnen, zoals bekend. Oftewel: `anything goes', zoals Joost Zwagerman dat noemt. Behalve mobiel bellen. Niets is in de grachtengordel zo streng verboden als dat. En iedereen legt zich daar bij neer. Dat ding rinkelt nog niet, of ze struikelen schichtig de kroeg uit, om buiten in de stromende regen hun verboden activiteit voort te zetten. Hoe oorverdovend het kabaal binnen ook is, telefoneren wordt als een onduldbare ordeverstoring beschouwd. En volgens mij is dat een typisch kenmerk van de conservatief-linkse cultuur. Laatst stond ik in de Atheaneum Boekhandel op het Spui een duur boek af te rekenen toen mijn gsm ging. Ik nam op zonder weg te lopen, want mijn geld lag al op de toonbank. Niettemin blafte de verkoopster mij onmiddellijk toe dat ik dat buiten moest doen. Ik heb toen dus maar van de hele aankoop afgezien. Sómmige normen en waarden zijn nog wel degelijk heilig voor de conservatief-linkse inboorlingen. Laat dat een troost voor ons zijn.
Copyright: Algemeen Dagblad