LEUKE Wiskundige vraag (+antwoord)

vanaf nu officieel het originele PF reken/raadseltopic dus die van pato mot move!


Een moeder is 21 jaar ouder dan haar dochter. Over 6 jaar is deze
moeder 5 keer zo oud dan haar dochter.

De vraag is: Waar is de vader?

Intermezzo:

De meeste mensen reageren verbaasd op de vraag en corrigeren hem
in de variatie: "Wie is de vader". Op deze variatie moet ik je het
antwoord schuldig blijven. Enkel en alleen de moeder weet dat voor
100% zeker en zelfs met (complexe) wiskunde is dat niet te
achterhalen. Andere mensen worden van hun stuk gebracht door
de "plotselinge" inbreng van de vader waardoor ze de wiskunde
vergeten! Toch is dit puur met eenvoudige wiskunde te
beantwoorden...


Antwoord:

Stel leeftijd van de moeder op X
Stel de leeftijd van de dochter op Y

"Een moeder is 21 jaar ouder dan haar dochter" geeft dan: X = Y +
21 en "Over 6 jaar is deze moeder 5 keer zo oud als haar dochter"
geeft X + 6 = 5(Y + 6)

We hebben nu twee vergelijkingen met twee onbekenden (X en Y). Dat
moet dus op te lossen zijn; heel eenvoudig zelfs!

Substitueer in de tweede vergelijking de waarde van X (= Y+21). Je
krijgt dan:

Y + 21 + 6 = 5(Y + 6)

En nu is het een kwestie van het uitwerken van deze laatste
ontstane vergelijking:

Y + 27 = 5Y + 30

Y - 5Y = 30 - 27

-4Y = 3

4Y = -3

Y = -¾


En daar is het antwoord...

De dochter is op dit ogenblik -¾ jaar oud, wat gelijk staat aan -9
maanden, toevallig de draagtijd van een mens. Hieruit kan
gesuggereerd worden dat de vader op dit ogenblik boven op de
moeder ligt.....


(bron: Ozzie_O)

beetje vergezocht pato...

volgens mij heb ik em...

ff narekenen

hmz... raar... volgens mij kan het op 2 manieren...

5/(7+1) + 6

daarom gedoog ik ook Ozzie en mag jij ze van mij gebruiken

heb ik et goed??? die andere kan ik een beetje moeilijk typen

bijna goed... je mist 1 wiskundig teken...

moederfuck, wat dan??? ik heb een toetsenbord... ik kan et wel tekenen met paint, dan zie je wat ik bedoel

jij hebt nu staan: 5/8+6....
maar het moet zijn: 5!/ (7+1) +6

bennet er niet mee eens... is !/ hoofdwiskunde?

waar de neuk staat et uitroepteken voor???

dude, ik heb MAVO wiskunde gehad, en later wat MBO nivo op de MTS... hehe

die / is gedeeld door... dat uitroepteken kan ik ook niet plaatse

dat is faculteit
Dat kan ik nie in mijn hoofd

tuurlijk wel..
is hoofdrekenen

5x4 =20 x3 =60 x2 =120

120/8 = 15

+6 = 21

faculteit is dus 5x4x3x2x1

ja ok maar lieve schat....dat vind ik niet tot de standaard rekenkunsten horen


1 van mij

Je hebt de beschikking over een aantal lange lonten waarvan je slechts weet dat ze precies een uur branden nadat je ze aan het uiteinde aansteekt. Je weet echter niet of ze met constante snelheid branden, dus de eerste helft van een lont kan in 10 minuten zijn opgebrand terwijl pas vijftig minuten later het complete lont is opgebrand...

De Vraag: Hoe kun je met behulp van deze lonten precies drie kwartier in tijd afmeten?

hij is moeilijk ik kan een 2 tal hints geven

faculteit is een rekenkundige hoofdbewerking
sorry

ja dat is wel zo maar zi het dan zo
dan gebruik je 4,3,2

als je voortaan even duidelijk aangeeft

nee is al ok hier komt mijn eerste hint

2 lonten zijn voldoende om de drie kwartier af te meten (je hebt meerdere lucifers tot je beschikking)

nog 1 hint

ik denk dat ik m snap...
maar zal de rest nog ff laten brainstormen...

jullie zijn te slim

hint 2...een lont kan aan beide kanten tegelijk worden aangestoken (hetgeen de brandduur aanzienlijk verkort )

best een goed, heb je idd 2/3 gehad, als er vanuit gaat dat de onderlinge brandsnelheid van de lonten WEL gelijk is

niemand?

steek 1 lont aan 2 zijden aan (ik noem deze ff lont 1, want anders snap ik daluk me eigen uitleg niet meer), en tegelijkertijd een ander lont aan 1 zijde (diz dan lont 2).

Lont 1 is dan na een half uur opgebrand, en lont 2 is op de helft (dan zou je dus nog een half uur motte hebben). zodra lont 1 helemaal op is, steek je lont 2 ook aan de andere zijde aan...
en als et goed is moet dat dan nog maar een kwartier duren.... tadaa... 3 fucking kwartier...

ja dat was te doen ik was net te laat zag eindelijk ook eens iets in

netjes HHH
dat dacht ik ook
volgens mij klopt dat wel

petje af voor pato en hhh

deze is te moeilijk..ik maak ff een andere

ik word al beschuldigd van valsspelen...

dit is gewoon logisch nadenken!!! zolang je hier geen grote getallen neerzet, MOET het me lukke!

2

Met de getallen 1, 4, 5 en 6 moet het getal 24 gemaakt worden. De spelregels zijn als volgt:
Elk getal moet 1 keer gebruikt worden (en niet meer dan dat).
De toegestane operaties zijn: plus, min, maal en delen.
De getallen mogen niet samengesteld worden (bijvoorbeeld 1 en 4 gebruiken als 14).
Haakjes zijn toegestaan.
De Vraag: Geef de twee oplossingen die er zijn.

4/(1-5/6) die andere zoek zelf maar

AAAAAAAAAAAAAARGH!!!­!!!!!!!!!! moeten et er ECHT 2 zijn!?

eerst een tje ok ?

je hebt er 1 kerel...nu de andere nog

6/(5/4-1)

De twee oplossingen zijn 6/(5/4-1) en 4/(1-5/6).

Ik heb hier te veel drank voor op denk ik

voor mij

voor jullie en ik wil ooit lerares wiskunde worden

weggehaald...hhh vond em te moeilijk

maak met de cijfers 1 tot en met 9 een gemengde berekening. elk cijfer mag je 1 keer gebruiken en de uitkomst moet honderd zijn.
delen,optellen,aftre­kken en vermenigvuldigen toegestaan. je mag ook haakjes gebruiken

welteruste iedereen, ik ga nu aftrekken tot ik een breuk krijg

nee hoer! niet weghalen!!! ik kan em niet uit me kop
ik gebruik de laptop ervoor...

nog zo een topic aaaaaaaaah

hij is idd moeilijk tering..
was een eind op weg maar je hebt m weggehaald

In een steegje staan twee ladders kruislings geplaatst. De lengte van de ladders is respectievelijk 2 en 3 meter. Ze kruisen elkaar op één meter boven de grond.

De Vraag: Wat is de breedte van het steegje?

muchos gracias senor Ozzie

nu ga ik dit doen, maar niet uit mijn hoofd

ik ben er mee bezig... bôh wat een getallen... *draai*