
Verleid me, verstik me,
pak m'n vrijheid af.
Bemin me, beperk me,
ga je gang, ik ben laf.
Je wilt samensmelten,
een onnozel idee.
Maar ik ben romantisch,
ik ga d’r in mee.
Kneed me en verleid me,
wees lief en gemeen.
Gun me de plek
van het blok aan je been.
Als ik jouw vrouw ben,
ben jij mijn man.
Dan vechten we samen,
voor dat wat niet kan.
We doen nóg meer water bij onze wijn,
totdat er alléén nog maar water zal zijn.
Helder maar smaakloos, geen kleur meer, geen gloed,
zo leven we samen, de dood tegemoet.
Weg met de eenzaamheid, leve de sleur,
jaloezie, irritatie, gesprekken, gezeur.
De liefde geeft hoop, de liefde geeft zin,
de liefde is een valstrik, maar ik trap er zo graag in.
Steeds dezelfde fouten,
steeds dezelfde pijn.
Bijna net zo gruwelijk,
als helemaal alleen te zijn.
Het spel is weer begonnen,
ik zit er midden in.
Verslaafd als een verslaafde,
verzetten heeft geen zin.
Ik kan alleen verliezen,
mijn hart en mijn verstand.
De liefde laat pas los,
als ze is opgebrand.
Dan ben je weer jezelf,
alleen en onbemind.
Maar volwassen en verstandig,
totdat het weer begint.