Kijk dan, daaro, an de overkant... met die zinksnijer. Krijgie daaro de pleuris van, van dat wijf? Die loop de hele dag maar over Amsterdam te zijke... ‘Toen ik nog in Amsterdam zus en toen in nog in Amsterdam zo...’ Krijg ze de tering met ter Amsterdam en de tyfus terbij! Niet da’k wat tegen Amsterdammers hep...’t Zijn beste mense, hebben een goed hart...’t Moes alleen gekook opter rug hange en dan zo laag dat de honde erbij kenne... Dus daar leget nie an. Maar dat wijf kreigie orizineel het leplazerus van...’Toen ik laatst nog in Amsterdam was...’ Had ze een kut op aardgas! Krijg ze de doodstraf metter Amsterdam! Azzie haar hoor isset daar een paradijs! Waddoe ze hier dan? Mijn een beetje gekmake? Was ze der maar gebleve in plaats van hier het uitzich te bederreve. Hebbie die kop gezien? Eén grote meeëter! Dat zoiets nog vrij rond mag lope...’t Is een belediging voor het menselijk ras...’Toen ik nog in Amsterda...’Achter de rooie gordijne zat zeker! Krijg ze een vet hart metter Amsterdan! Je zal der maar wone an zo’n stinkgrach, waar de hele dag van die platboomde schuite vol Moffe en Amerikane voorbij komme drijve die je je vrete uit je bek zitte te kijke. Ben je lekker mee! Ik gaat liever gewoon dood! Wat stellet nou helemaal voor dan, dat Amsterdam? De hoofstad van Nederland? Waterhoof zallie bedoele! Stelletje tillers! Amsterdam heppet! Ja en anders jatte ze ’t wel! Leuk he dazze die Olympische Spele nie gekrege hebbe. God wat hebbik gelache! O wat ware ze er zeker van... Wat? Barcelona? Met al die zakkerollers? Nee, wij!!!
Nou dat hebbe we gezien dan. Vijf van de drie-en-tachtig stemme hadde ze. Vijf! Ken je nagaan wat een bord die gaste voor d’r kop hebbe. Dat ken je geen bord meer noeme. Die lope met een hele bunker voor der taas! Volgens mijn worde ze daar met d’r oge in d’r zak gebore. En maar strompele door die zeventiende eeuw. Stelletje krotekokers! Wat vinde die mense d’r eige belangrijk! Ze kenne geen scheet late of hij mot in het hele land geroke worde/ Slaat de krant der maar op na. ’t Is Amsterdam hier en Amsterdam daar, Amsterdam zus en Amsterdam zo, Amsterdam voor en Amsterdam na... en dan komp Amdtelveen! Azzofter vedder niks gebeur.... Azzof de wereld on hunnie draai... Hallo, wie zijn ze dan metter Amsterdam dan? Wat interesseer mijnet nou watter in die grafstad gebeur? Geen ene moer toch zeker? Hoe lang heb dat gezijk over die krakers nie geduurd? Hele boeke zijn er over volgeschreve. Hier hebbie geen krakers... Wij bouwe gewoon huize! En dan dat gemeut over die ehh... kom hoe heet dat pleurisding? ’t Is net een of andere aandoening, met zo’n zakkie onder je hart, voor de ontlasting... De Stopera! Bejje dan ook in de war azzie’n gebouw zo noem? Daar kreegie helemaal de schijterij van.. Dan ging het niet door, dan weer wel, dan werd het zoveel duurder dan verwacht, dan krege die architecte bonje, werd het nog es zoveel duurder dan verwacht, krege die architecte weer bonje, ging het weer niet door of toch weer wel, werd het nog es zoveel duurder dan verwacht en nog es en toen moeset Waterlooplein weer zo nodig van de slopershamer worde gered....Nou, nationale ramp hoor, maar nie heus! Je moes es wete watter hier nie allemaal plat is gegaan zonder datter ooit een haan naar hep gekraaid, moezik me dan nou ineens aangesproke voele omdatter daaro een of ander kutpleintje werd afgebroke....? Ziet ik zo bleek dan? Voor mijn part breke ze die hele teringzooi daar af. Liever vandaag nog as morrege....Ander geval: het Concertgebouw dreige in de grond te zakke.... Nou, ik zou zegge: Wees blij! Mot je net gelove...’t Hele land moes op ze kop want ONS Concertgebouw moes worde gered. Ovvie maar effe mee wou schokke...? Ja, hiero, me reet! We betale al zat an die pleurisstad. Heel Amsterdam sta op de momentenlijstst Waddachie dat dat nie kost om al die middeleeuwse optrekkies overend te houwe? Miljarde! ‘k Vinne mooi hoor, ‘k vinnet prachtig, maar van d’r eige cente. De poen die hier wordt verdiend, wordt in Den Haag verdeeld in in Amsterdam over de ballek gerot. Of wou je bewere van niet soms? Bij die ehh... kom hoe heet... o ja, die Stopera, daar blijke in ene vijftig miljoen pleite! Daar wor geen eens meer naar gezocht! Is an die strijkstok blijve hange van die bunkerbouwers... Stelletje uitnemers! Lane ze een keer gewoon gaan werreke in plaas van heel de dag zitte ouwehoere waaro ze nou weer es motte gaan knage.. Filepijns? Pekinees? Mafkees? Azzie daar een restetant begin waar de mense d’r vrete uit trogge motte opslurrepe, terwijlie der af en toe zo een emmer bier overheen pleur, stane ze nog in de rij, azzet in de Avenue hep gestaan. Nou, in de Avenue sta je zo hoor! Je geef die Wina Born een veeg in de meterkast en je sta derin, makkelijk zat. Krijge ze de touwtyfus metter Amsterdam, kenne ze pluize...Stelletje nagenaste! Je zal ze de kos motte geve die met de klei nog achter de ore uit Kutjepoep of Reetketelpikkumerschans naar die grafstad komme toegekrope en mijn na een hallef jaar een provensaal durve te noeme, omdattik in Rotterdam ben gebore! Stelletje boere! Rotte ze lekker nader familiegraf metter Amsterdam, die meut voorop metter hondekop... Je zal der maar mee gezegend weze, met zo’n bolus...Azzik zo’n kop had hakte ik ‘m af! Beter geen kop dan zo een...Waddun ramp zeg, dat wijf metter ge-Amsterdam. Rotterdam vin ze maar niks ennet ken ook nooit wat worde ook... Nee, daar hebbe we haar voor nodig, metter grote gezoute zijksluiter! Ze zie deruit of ze in de Eerste wereldoorlog door een tank is overreje en in de Tweede nog een keer vergast. Ze heppet overleefd omdazze niet wou brande! Opgewarremd lijk! Rotterdam deug van geen kant, maar ondertussen vreet ze der wel van... En zij niet alleen! ’t Hele land vreet ervan! Zonder Rotterdam zouwe allang gezonke zijn...’t Is de kurrek waarop de natie drijf... Maar ze sterreve nog liever dan toe te geve dazze ’t zonder Rotterdam wel kenne vergete. Ze legge liever an die reet van Amsteram te likke...Je ken die TV nie anzette of stane ze weer te kwijle voor dat Paleis op die Dam of op een of ander folkloristisch bruggetje dat bijna van Rottigheid in mekaar pleur... Schilderachtig Amsterdam... Cultureel Amsterdam...Amsterdam bij nacht... J oods Amsterdam.... Amsterdam lach... Amsterdam huil.... Schilderachtig Amsterdam (herhaling)... Amsterdam zing... Amsterdam fluit... Schemerachtig Amterdam... Altijd weer datzellefde over-het-paard-getilde-lou-toff-god-gloeidende-pest-pokke-vol-automatische-gaskamer-breje-
tering-touw-tyfus-blaf-k@nker-koleerige kut-Amsterdam. Tot en met de STER-reclame! Maak niet uit wat voor tinnef ze nou weer motte slijte, tien tegen één dat je weer tege die gratenbaal van een Carry Tefse an mot kijke, met die geplemuurde bolus van d’r erges voor zo’n pitterestl trapgeveltje de lolligste thuis sta uit te hange. Op de radio idem dito... Je ken die knop nie omdraaie of stader weer zo’n grensdebiel over die Westerreringtore te galleme... Zak daar je broek van af, van al die zijkliedjes over dat stink-Y en die graf-Jordaan! Dat is al sinds de dage van die Johnny Jordaan en hoe heet die wandelende Dr. Oetker-pudding met dat hoogpolige tepijt opter taas en die vuurvaste grijns opter melik? Tante Leen, precies! Al sinds de dage van die Johnny Jordaan en die Tante Leen ister een onafgebroke stroom van kwaadaardige gezwellen uit de Alberti-mafia, die ook zo nodg van hun lepel in die brijpot motte zette! Krijge ze het mond- en klauwzeer metter Amsterdam! Wanneer zie je Rotterdam nou op de buis? Alleen asze kenne late zien hoe hier op 4 mei om 8 uur ’s avonds de trams gewoon doorrije. Dan krijg Rotterdam nog effe gauw de kat. Nou aster één stad in Nederland is, waar de trams het recht hebbe om op 4 mei door te rije, dan isset Rotterdam wel, wat zulle we nou hebben....Toen bij ons die mareniers op de Maasbrugge die Moffe d’r strot afbete, stonde ze in Amsterdam Godverdomme metter klauw omhoog langs de weg te kijke wat een mooie auto’s die Duitser toch hadde! O jee, azzie ze nou hoor hebbe ze allemaal Jode op zolder gehad... Waar zijn ze gebleve dan? Kenne ze ellek jaar wel metter schijnheilige kop naar die Dokwerreker lope... Dokwerreker, godbetert! Ze hebbe een have waar al sinds 1312 geen schip meer is geweest. Komediante! Lane ze matrasse in gaan slape bij de Ubica in plaats van de boel in de maling te neme... Pleurt effe gauw op! En wij zeker het Sufferdje leze? Wie zijn ze dan metter Amsterdam dan? En net azzie denk dat je alles gehad hep komter nog es zo’n koeiekut aa je kop zijke...’Toen ik nog in Amsterdam dit en toen ik nog in Amsterdam dat...’ Krijg ze de bombardementsk@nker metter Amsterdam, ken ze puinruime! Locomotrutfantje... Over geplemuurde bolus gesproke! Assie die smurrie nog es van de kop haal, pleur ze in mekaar. Of uit mekaar... ‘Toen ik nog in Amsterdam...’ Liep te tippele zeker? Wat een monster, dat wijf... Je zalder als vent maar op motte kruipe?! Misschien wat voor een blinde? Mottie nog nie fijn van reuk weze, want ze stink nog uiter straatje ook nog es een keer. Mooie dooie. Dat zo’n ramp nou uitgerekend hier naast mijn mot komme wone... Waar verdienie ’t an he? ‘Toen ik nog in Amsterdam...’ Zak ze lekker in de strond metter Amsterdam...Neuzevreugd! Je zal der maar mee gebore worde, met zo’n Gok... Erreg he? Vooral voor die ouders... Dat ken je geen neus meer noeme, da’s een vleesboom! Kijk dan, komp ze weer...eerst die neus, dan een heeeeeeele tijd niks en da zij pas. Loop ze nou op mijn te spanne? Hebbik wat vander an dan? O ze steek over. Jammer, lijn 5 rij net voorbij. Had ze mooi ondergepast! Niet dan? Ja toch? Krijg ze een druiper metter Amsterdam! Je ken wel zien waar ze vandaan komp met die walle onder d’r oge... Kutklaveraas! En die bewegwijzering deug ook geen tering van. Je ken zoeke tot je minder dan een ons weeg, maar je zal in heel Amsterdam geen bord vinde waar Rotterdam op sta. De Haag ja, daar vallie over, daar mot de poen vandaan komme. Maar Rotterdam? Vergeetet maar... De tweede stad vannet land, de grootste have ter wereld, de Poort van Europa en de vrije oliemart sta in onze hoofstad nerges aangegeve. Je moe maar net wete dat je eerst richting de Haag op mot en azzie dan geluk heb kommie misschien onderweg nog wel es een bord tege waar Rotterdam op sta. ’t Is niet te gelove! Waar is die kut met zijspan nou gebleve? Zo ziet ikter lope, zo is ze pleite... Zeker bij de slager binne,,,,’Hebbie wat afsnijsel voor me hond, maar nie zo vet, want daar kennik nie tege...’ Bleddie hoera! Rotterdam een beetje lope katte? Mot je net bij mijn weze... Een kwaad woord over Rotjeknar en ik krijgt een rood waas voor me oge... Hebbie der weer... Zwaai ze nou naar mij? Effe terugzwaaie....Daaag koeiekut! Zak ze in de ongebluste kallek metter Amsterdam...
O ’t was nie naar mijn, ik dach al, wat krijge we nou? ’t Was naar dat wijf van Van Dijk... Heb ze een goeie an. Die lul wel metter mee, vuile NSB’er! Die doe niks liever dander eige nest bevuile, dat etter van Van Dijk.... Zo’n truttebol uit Amsterdam weet nie beter, maar die van Van Dijk, die komp hier nog vandaan ook. .. Die moeste ze net zo lang inder reet naaie tot ze zeve dage olie pist en ach dage nadruppel....! O kijk ze benne klaar... Nou dag hoor! Ja daaaag....! Komp ze meter puistekop. Azzie 't mijn vraag hep ze nog een pruik op ook... Sssssssst. Moe je oplette... Zo buurvrouw, ken je al een beetje wenne in de grote stad?”