ik heb de tijd nog nooit zien loope ik wist niet dat de tijd kon loopen.
heeft de tijd ook beenen dan een lange en een korte nou dan loop de tijd mank.
maar de tijd heeft toch geen beenen maar hij wijst toch al tijd.
waar na wijst de tijd eigelijk na..
ik heb wel tijd maar kompt ie op tijd die tijd of is de tijd.
is het tegen woordige tijd of vlede tijd of trug in de tijd ben ik nog nooit geweest.
of toch wel een keer wie zou het zegen.
hoe kompt dat we tijd, tijd is ik ben er wel al tijd he.
maar ook niet al tijd want ik heb zelf geen tijd maar wel de tijd want het is nu tijd om wat te gaan doen wat ik ga doen dat zie ik wel loop de tijd...
sta jij wel is stil bij de tijd...
heeft de tijd ook beenen dan een lange en een korte nou dan loop de tijd mank.
maar de tijd heeft toch geen beenen maar hij wijst toch al tijd.
waar na wijst de tijd eigelijk na..
ik heb wel tijd maar kompt ie op tijd die tijd of is de tijd.
is het tegen woordige tijd of vlede tijd of trug in de tijd ben ik nog nooit geweest.
of toch wel een keer wie zou het zegen.
hoe kompt dat we tijd, tijd is ik ben er wel al tijd he.
maar ook niet al tijd want ik heb zelf geen tijd maar wel de tijd want het is nu tijd om wat te gaan doen wat ik ga doen dat zie ik wel loop de tijd...
sta jij wel is stil bij de tijd...

















