to·pic (de ~, ~s)
1 onderwerp van gesprek
fo·rum (het ~, fora/~s)
1 bijeenkomst waarop deskundigen na een inleiding met het publiek discussiëren
2 groep deskundigen die vragen van een publiek beantwoorden
3 [gesch.] plein in Rome waar het volk bijeenkwam om de algemene zaken te bespreken, recht te doen enz.
ban (de ~ (m.), ~nen, ~nen)
1 excommunicatie
2 militaire ceremonie
3 [gesch.] door de wereldlijke overheid opgelegde straf waarbij iem. van de bescherming van de wetten werd verstoken, hijzelf vogelvrij en zijn goederen verbeurd verklaard werden
4 [gesch.] rechtsgebied
slot (het ~, ~en, ~en, ~en, ~s)
1 mechanisme waarmee iets afgesloten kan worden
2 einde => slotstuk
3 versterkt kasteel => burcht
4 de uitkomst van een rekening, begroting, balans
5 ruimte voor kloosterlingen, waarbinnen zij hun kloosterlijk leven leiden en anderen niet worden toegelaten
6 gleuf in een computer, waarin uitbreidingskaarten gestoken kunnen worden
dub·bel1 (de ~ (m.), ~s)
1 stand-in voor gevaarlijke scènes
dub·bel2 (het ~, ~s)
1 dubbelspel, spel tussen twee teams van elk twee spelers
2 twee spelers die een dubbelspel spelen
dub·bel3 (bn.)
1 uit twee gelijke of overeenkomstige delen bestaand => in duplo, in tweevoud, tweedubbel, tweemaal, tweevoudig, tweewerf; <=> enkel
2 tweemaal zo groot, zoveel, zo dik enz.
3 van tweeërlei aard => ambivalent [Belg.]
zoe·ken (ov.ww., ook abs.)
1 trachten te vinden => achter iets aan gaan, rondzien naar
2 trachten te verkrijgen, te bereiken
3 iedere gelegenheid aangrijpen om te vitten op
4 door zijn gedrag uitlokken
Even ter informatie
1 onderwerp van gesprek
fo·rum (het ~, fora/~s)
1 bijeenkomst waarop deskundigen na een inleiding met het publiek discussiëren
2 groep deskundigen die vragen van een publiek beantwoorden
3 [gesch.] plein in Rome waar het volk bijeenkwam om de algemene zaken te bespreken, recht te doen enz.
ban (de ~ (m.), ~nen, ~nen)
1 excommunicatie
2 militaire ceremonie
3 [gesch.] door de wereldlijke overheid opgelegde straf waarbij iem. van de bescherming van de wetten werd verstoken, hijzelf vogelvrij en zijn goederen verbeurd verklaard werden
4 [gesch.] rechtsgebied
slot (het ~, ~en, ~en, ~en, ~s)
1 mechanisme waarmee iets afgesloten kan worden
2 einde => slotstuk
3 versterkt kasteel => burcht
4 de uitkomst van een rekening, begroting, balans
5 ruimte voor kloosterlingen, waarbinnen zij hun kloosterlijk leven leiden en anderen niet worden toegelaten
6 gleuf in een computer, waarin uitbreidingskaarten gestoken kunnen worden
EDIT
dub·bel1 (de ~ (m.), ~s)
1 stand-in voor gevaarlijke scènes
dub·bel2 (het ~, ~s)
1 dubbelspel, spel tussen twee teams van elk twee spelers
2 twee spelers die een dubbelspel spelen
dub·bel3 (bn.)
1 uit twee gelijke of overeenkomstige delen bestaand => in duplo, in tweevoud, tweedubbel, tweemaal, tweevoudig, tweewerf; <=> enkel
2 tweemaal zo groot, zoveel, zo dik enz.
3 van tweeërlei aard => ambivalent [Belg.]
zoe·ken (ov.ww., ook abs.)
1 trachten te vinden => achter iets aan gaan, rondzien naar
2 trachten te verkrijgen, te bereiken
3 iedere gelegenheid aangrijpen om te vitten op
4 door zijn gedrag uitlokken
Even ter informatie
laatste aanpassing











![[Brutalic™]](/images/user/91684_2026884.gif)








