Hoe Engeland zijn hooligans overwon
17 april 2010
Terwijl Nederland al decennia lang worstelt met supportersgeweld, overwon Engeland het probleem al jaren geleden. Politiek, politie en clubs knokten zij aan zij tegen het hooliganisme, met indrukwekkend effect. Een bekerfinale over twee wedstrijden? Zoiets is hier absoluut niet voor te stellen.
Het is mei 2004 en op het Londense Waterloo Station staat de sneltrein naar Cardiff op het punt van vertrekken. Het is de eerste in een lange rij treinen, want ruim 32.000 Millwall-fans maken vandaag dezelfde reis, voor de Cup Final tegen Manchester United. De beruchtste supportersgroep ter wereld trekt in een reusachtig leger van Londen naar Wales.
De Britse politie is in groten getalen uitgerukt, maar de zonnige lentedag verloopt zonder ook maar één noemenswaardig incident. De duizenden fans van Millwall wandelen opgewekt van het station in Cardiff naar het Millennium Stadium. Aanhang van Manchester United loopt er pal naast. Nooit hoeven de surveillerende Bobby’s in te grijpen, ook niet ná de kansloze 4-0 nederlaag van Millwall.
Het is bijna niet meer voor te stellen, maar nog geen twee decennia geleden was Engeland het epicentrum van het voetbalgeweld. Niet alleen de aanhang van Millwall was gevreesd in heel Europa, ook die van Chelsea, Leeds United, Liverpool en West Ham United. Clubs waar je, uitzonderlijke gevallen daargelaten, tegenwoordig zorgeloos en veilig naar toe kunt.
“We hebben er twee supporterdrama’s voor nodig gehad, in Heizel (finale Europacup I in Brussel, 1985, red) en in Hillsborough (halve finale FA Cup 1989, red),”aldus Geoff Pearson, hoogleraar rechten aan de universiteit van Liverpool en gespecialiseerd in voetbalvandalisme.”Maar sindsdien hebben de politiek en de politie grote stappen gemaakt. Buiten de stadions zijn er incidenteel nog wel problemen, daarbinnen is het hooliganisme vrijwel volledig uitgebannen. Met de Football Spectators Act van 1989 (de zogenaamde voetbalwet, red) als ijkpunt.
Die wet stelde de Britse politie en justitie in staat om razendsnel en keihard op te treden tegen het voetbalgeweld. Hooligans konden voortaan direct worden aangepakt en bestraft, middels een gebieds-, reis-, of stadionverbod. Wordt een dergelijk verbod niet nageleefd, dan volgt direct een juridische spoedprocedure, vaak leidend tot gevangenisstraffen of zware geldboetes. Juist dat laatste ligt in Nederland vele malen gecompliceerder. Ook hier werden en worden veel stadionverboden uitgedeeld, maar naleving van die verboden is juridisch amper dichtgetimmerd.
Een nationale voetbalwet (officieel: Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast) moet hier verandering in brengen. Het voorstel werd een aanvankelijk weigerachtige overheid door de strot geduwd door de Tweede Kamer. Alleen de Eerste Kamer hoeft de wet nu na jaren discussie nog goed te keuren.
MAATREGELEN
Is de oplossing nabij? Critici waarschuwen voor te veel verwachtingen. “Aan onze voetbalwet kun je zien dat we in Nederland niet zulke drama’s hebben meegemaakt als in Engeland. Het kalf moet duidelijk eerst verdrinken voordat men de put dempt,” zegt hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Schilder ontwierp de wet samen met hoogleraar rechtswetenschappen Jan Brouwer van de Rijksuniversiteit Groningen aan een grondige inspectie. Conclusie: de echte hooligans worden amper geraakt met deze wet die op het oog veel nieuwe ingrijpende maatregelen biedt. Zo kan een officier van justitie of burgemeester een relschopper een stadion-, gebieds-, of contactverbod opleggen en een meldplicht voor maximaal een jaar. Het gebieds- en contactverbod en de meldplicht kunnen zelfs preventief worden afgekondigd als iemand eerder is veroordeeld en de autoriteiten vrezen voor herhaling. “Alleen heeft de overheid niet beseft dat je met deze wet kwaadwillende supporters niet kunt weren bij uitwedstrijden of in het buitenland. Een burgemeester zou eee landelijk stadionverbod moeten kunnen opleggen of een meldplicht voor een ander gemeente”, merkt Schilder op.
De professor geeft het voorbeeld van een Ajax-fan die bij de Arena rotzooi trapt en van de burgemeester een meldplicht krijgt op dagen dat de Amsterdamse club speelt. “Al weet de burgemeester bijna zeker dat die fan bij de uitwedstrijd bij Groningen weer vernielingen zal aanrichten, dan staat hij machteloos. De Amsterdamse burgemeester kan de persoon niet preventief een meldplicht opleggen. Die competentie is er alleen voor zijn eigen gemeente. Ik noem dit een belangrijke lacune in de wet.
GEWELD
De Engelse wet kent weinig genade voor foute fans. Een levenslang stadionverbod dreigt voor een ieder die zich misdraagt. Bovendien is niet alleen geweld of een aanzet daartoe in Engeland al strafbaar, ook het betreden van het speelveld kan tot gevangenistraf leiden. Beroemd voorbeeld is de Birmingham City-supporter die in 2002 het veld oprende om Aston Villa keeper Peter Enckelmann uit te lachen na een blunder. De man werd veroordeeld tot een celstraf van 4 maanden.
De Nederlandse voetbalwet bepaalt voortaan dat een gestrafte fan een jaar cel krijgt als hij zich niet houdt aan het opgelegde verbod. Schilder noemt de wet daarom ‘mild’. “Onze wet voorziet onvoldoende in de aanpak van de echt harde, zware hooligans. De rellen in Hoek van Holland zijn wat dat betreft eigenlijk te laat gekomen”.
Volgens Schilder hebben de strandrellen op pijnlijke wijze een nieuw ‘fenomeen’ duidelijk gemaakt. “Een groep die maar één doel heeft: rotzooi trappen. Mensen die volkomen gedrogeerd zijn, gevoelloos, onaanspreekbaar. De mogelijkheden in de wet moeten daar op toegepast zijn. Maatwerk, zodat je onderscheid kunt maken tussen een beschonken puber en een hooligan. Als de strandrellen voor het samenstellen van deze wet hadden plaatsgevonden, was deze wet veel harder geweest.”
De Nederlandse professor roemt de Engelse slagvaardigheid. Toch staat de Britse voetbalwet niet op zichzelf. “De dadergerichte aanpak van politie en clubstewards is bepalend geweest in het succes,” zegt Pearson. “In plaats van te focussen op de grote supportersstromen, zoals vroeger gebeurde, werden onruststokers heel specifiek aangepakt. Ze worden uit het publiek gepikt bij wangedrag, en direct bestraft. Op die manier zijn de grote hooligangroeperingen feitelijk man voor man ontmanteld.”
Cruciaal daarbij waren de CCTV-camera’s in alle Engelse stadions, die in staat zijn iedere aanwezige supporter te registreren. De beelden worden niet alleen benut bij geweld, maar óók in het geval van verbale misdragingen. Spreekkoren zoals die in Nederland geregeld klinken, compleet met enge ziektes of verwijzingen naar de oorlog, hoor je in Engeland zelden tot nooit. Op het op grove wijze uitschelden van een voetballer volgt verwijdering van de tribune - en een stadionverbod.
ROTTE APPELS
Het probleem werd vanuit de Britse politiek bij de wortel aangepakt, constateert Pearson. “Het gaat erom dat je de kwade cellen specifiek bestrijdt, opdat de ziekte zich niet kan verspreiden,” aldus de professor. “Uitsupporters weren, zoals wel eens wordt voorgesteld, lost in de kern niets op. In de essentie gaat het namelijk niet om een massa waar tegen je vecht, maar om een klein groepje individuen. Bij die rotte appels ligt het probleem, maar óók de oplossing.”
Clubs werden nauw betrokken bij de aanpak van voetbalgeweld, of namen zelf het initiatief. Zo maakte probleemclub Millwall gericht werk van het hooliganprobleem, door stelling te nemen tegen een groot deel van de eigen fans. De club deelde tal van stadionverboden uit en werd daarbij gesteund door politie en justitie.
“Het begint bij de politiek maar ook de houding van de clubs is essentieel,” aldus Pearson. “Samenwerking is cruciaal. Binnen de voetbalwet zoals wij die kennen, is ook dat aspect afgetimmerd. Clubs, die niet voldoen aan de eisen die de politie stelt, krijgen geen licentie.”
Het verplichte combi-vervoer van uitsupporters zoals we dat in Nederland kennen, is in Engeland nooit of zelden toegepast. Ook voor risicowedstrijden of bekerfinales op Wembley, reizen supporters zelfstandig naar het stadion. “Een Cup Final over twee wedstrijden, zoals bij jullie, is hier absoluut niet voor te stellen,” aldus Pearson. “Het is in de essentie ook een zinloze maatregel, want het lost niets op. Op zo’n manier schuif je het probleem van je af, in plaats van het op te lossen.”
Bron : Algemeen Dagblad, zaterdag 17 april 2010
jwz
17 april 2010
Terwijl Nederland al decennia lang worstelt met supportersgeweld, overwon Engeland het probleem al jaren geleden. Politiek, politie en clubs knokten zij aan zij tegen het hooliganisme, met indrukwekkend effect. Een bekerfinale over twee wedstrijden? Zoiets is hier absoluut niet voor te stellen.
Het is mei 2004 en op het Londense Waterloo Station staat de sneltrein naar Cardiff op het punt van vertrekken. Het is de eerste in een lange rij treinen, want ruim 32.000 Millwall-fans maken vandaag dezelfde reis, voor de Cup Final tegen Manchester United. De beruchtste supportersgroep ter wereld trekt in een reusachtig leger van Londen naar Wales.
De Britse politie is in groten getalen uitgerukt, maar de zonnige lentedag verloopt zonder ook maar één noemenswaardig incident. De duizenden fans van Millwall wandelen opgewekt van het station in Cardiff naar het Millennium Stadium. Aanhang van Manchester United loopt er pal naast. Nooit hoeven de surveillerende Bobby’s in te grijpen, ook niet ná de kansloze 4-0 nederlaag van Millwall.
Het is bijna niet meer voor te stellen, maar nog geen twee decennia geleden was Engeland het epicentrum van het voetbalgeweld. Niet alleen de aanhang van Millwall was gevreesd in heel Europa, ook die van Chelsea, Leeds United, Liverpool en West Ham United. Clubs waar je, uitzonderlijke gevallen daargelaten, tegenwoordig zorgeloos en veilig naar toe kunt.
“We hebben er twee supporterdrama’s voor nodig gehad, in Heizel (finale Europacup I in Brussel, 1985, red) en in Hillsborough (halve finale FA Cup 1989, red),”aldus Geoff Pearson, hoogleraar rechten aan de universiteit van Liverpool en gespecialiseerd in voetbalvandalisme.”Maar sindsdien hebben de politiek en de politie grote stappen gemaakt. Buiten de stadions zijn er incidenteel nog wel problemen, daarbinnen is het hooliganisme vrijwel volledig uitgebannen. Met de Football Spectators Act van 1989 (de zogenaamde voetbalwet, red) als ijkpunt.
Die wet stelde de Britse politie en justitie in staat om razendsnel en keihard op te treden tegen het voetbalgeweld. Hooligans konden voortaan direct worden aangepakt en bestraft, middels een gebieds-, reis-, of stadionverbod. Wordt een dergelijk verbod niet nageleefd, dan volgt direct een juridische spoedprocedure, vaak leidend tot gevangenisstraffen of zware geldboetes. Juist dat laatste ligt in Nederland vele malen gecompliceerder. Ook hier werden en worden veel stadionverboden uitgedeeld, maar naleving van die verboden is juridisch amper dichtgetimmerd.
Een nationale voetbalwet (officieel: Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast) moet hier verandering in brengen. Het voorstel werd een aanvankelijk weigerachtige overheid door de strot geduwd door de Tweede Kamer. Alleen de Eerste Kamer hoeft de wet nu na jaren discussie nog goed te keuren.
MAATREGELEN
Is de oplossing nabij? Critici waarschuwen voor te veel verwachtingen. “Aan onze voetbalwet kun je zien dat we in Nederland niet zulke drama’s hebben meegemaakt als in Engeland. Het kalf moet duidelijk eerst verdrinken voordat men de put dempt,” zegt hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Schilder ontwierp de wet samen met hoogleraar rechtswetenschappen Jan Brouwer van de Rijksuniversiteit Groningen aan een grondige inspectie. Conclusie: de echte hooligans worden amper geraakt met deze wet die op het oog veel nieuwe ingrijpende maatregelen biedt. Zo kan een officier van justitie of burgemeester een relschopper een stadion-, gebieds-, of contactverbod opleggen en een meldplicht voor maximaal een jaar. Het gebieds- en contactverbod en de meldplicht kunnen zelfs preventief worden afgekondigd als iemand eerder is veroordeeld en de autoriteiten vrezen voor herhaling. “Alleen heeft de overheid niet beseft dat je met deze wet kwaadwillende supporters niet kunt weren bij uitwedstrijden of in het buitenland. Een burgemeester zou eee landelijk stadionverbod moeten kunnen opleggen of een meldplicht voor een ander gemeente”, merkt Schilder op.
De professor geeft het voorbeeld van een Ajax-fan die bij de Arena rotzooi trapt en van de burgemeester een meldplicht krijgt op dagen dat de Amsterdamse club speelt. “Al weet de burgemeester bijna zeker dat die fan bij de uitwedstrijd bij Groningen weer vernielingen zal aanrichten, dan staat hij machteloos. De Amsterdamse burgemeester kan de persoon niet preventief een meldplicht opleggen. Die competentie is er alleen voor zijn eigen gemeente. Ik noem dit een belangrijke lacune in de wet.
GEWELD
De Engelse wet kent weinig genade voor foute fans. Een levenslang stadionverbod dreigt voor een ieder die zich misdraagt. Bovendien is niet alleen geweld of een aanzet daartoe in Engeland al strafbaar, ook het betreden van het speelveld kan tot gevangenistraf leiden. Beroemd voorbeeld is de Birmingham City-supporter die in 2002 het veld oprende om Aston Villa keeper Peter Enckelmann uit te lachen na een blunder. De man werd veroordeeld tot een celstraf van 4 maanden.
De Nederlandse voetbalwet bepaalt voortaan dat een gestrafte fan een jaar cel krijgt als hij zich niet houdt aan het opgelegde verbod. Schilder noemt de wet daarom ‘mild’. “Onze wet voorziet onvoldoende in de aanpak van de echt harde, zware hooligans. De rellen in Hoek van Holland zijn wat dat betreft eigenlijk te laat gekomen”.
Volgens Schilder hebben de strandrellen op pijnlijke wijze een nieuw ‘fenomeen’ duidelijk gemaakt. “Een groep die maar één doel heeft: rotzooi trappen. Mensen die volkomen gedrogeerd zijn, gevoelloos, onaanspreekbaar. De mogelijkheden in de wet moeten daar op toegepast zijn. Maatwerk, zodat je onderscheid kunt maken tussen een beschonken puber en een hooligan. Als de strandrellen voor het samenstellen van deze wet hadden plaatsgevonden, was deze wet veel harder geweest.”
De Nederlandse professor roemt de Engelse slagvaardigheid. Toch staat de Britse voetbalwet niet op zichzelf. “De dadergerichte aanpak van politie en clubstewards is bepalend geweest in het succes,” zegt Pearson. “In plaats van te focussen op de grote supportersstromen, zoals vroeger gebeurde, werden onruststokers heel specifiek aangepakt. Ze worden uit het publiek gepikt bij wangedrag, en direct bestraft. Op die manier zijn de grote hooligangroeperingen feitelijk man voor man ontmanteld.”
Cruciaal daarbij waren de CCTV-camera’s in alle Engelse stadions, die in staat zijn iedere aanwezige supporter te registreren. De beelden worden niet alleen benut bij geweld, maar óók in het geval van verbale misdragingen. Spreekkoren zoals die in Nederland geregeld klinken, compleet met enge ziektes of verwijzingen naar de oorlog, hoor je in Engeland zelden tot nooit. Op het op grove wijze uitschelden van een voetballer volgt verwijdering van de tribune - en een stadionverbod.
ROTTE APPELS
Het probleem werd vanuit de Britse politiek bij de wortel aangepakt, constateert Pearson. “Het gaat erom dat je de kwade cellen specifiek bestrijdt, opdat de ziekte zich niet kan verspreiden,” aldus de professor. “Uitsupporters weren, zoals wel eens wordt voorgesteld, lost in de kern niets op. In de essentie gaat het namelijk niet om een massa waar tegen je vecht, maar om een klein groepje individuen. Bij die rotte appels ligt het probleem, maar óók de oplossing.”
Clubs werden nauw betrokken bij de aanpak van voetbalgeweld, of namen zelf het initiatief. Zo maakte probleemclub Millwall gericht werk van het hooliganprobleem, door stelling te nemen tegen een groot deel van de eigen fans. De club deelde tal van stadionverboden uit en werd daarbij gesteund door politie en justitie.
“Het begint bij de politiek maar ook de houding van de clubs is essentieel,” aldus Pearson. “Samenwerking is cruciaal. Binnen de voetbalwet zoals wij die kennen, is ook dat aspect afgetimmerd. Clubs, die niet voldoen aan de eisen die de politie stelt, krijgen geen licentie.”
Het verplichte combi-vervoer van uitsupporters zoals we dat in Nederland kennen, is in Engeland nooit of zelden toegepast. Ook voor risicowedstrijden of bekerfinales op Wembley, reizen supporters zelfstandig naar het stadion. “Een Cup Final over twee wedstrijden, zoals bij jullie, is hier absoluut niet voor te stellen,” aldus Pearson. “Het is in de essentie ook een zinloze maatregel, want het lost niets op. Op zo’n manier schuif je het probleem van je af, in plaats van het op te lossen.”
Bron : Algemeen Dagblad, zaterdag 17 april 2010
jwz











