emotie komt vanuit het id/dierlijk gedrag
ik heb het even voor je opgezocht
emo·tie de; v -s aandoening vh gemoed; (plotselinge) ontroering
ego·ïst de; m,v -en iem die alleen aan zichzelf denkt
dus mensen die plotseling ontroert raken............zijn egoisten???
sure

als jij het zegt
emotie komt vanuit het id/dierlijk gedrag en logica komt uit super-ego/wijsheid
zonder id kun je niet emotioneel worden, tis niet het zelfde maar n fundament
id: dierlijk (> egoistisch > emotioneel)
ego: bewustzijn
super-ego: rationeel (>wijsheid > logica)
jij citeert een iemand.............die vond dat alles wat een mens doet of beweegt, hij of zij doet vanuit een sexuele drift.........want daar staat Freud om bekend
Ontwikkeling van Freuds theorie
De Oostenrijkse zenuwarts zag de geest en het lichaam van de mens als een dualiteit. De geest werd energetisch opgevat, als onderworpen aan allerlei psychische energiestromen (ook de hypnose werd in het begin als energetisch fenomeen beschouwd). Die energiestromen noemde Freud "driften" (Triebe). Deze driften werken doorgaans ongemerkt, en zijn "primair". Zo onderscheidde Freud een levensdrift (Eros), de primaire drang tot zelfbehoud (voortzetting van de soort, liefde voor jezelf en voor de anderen). In zijn latere werk meent Freud ook een doodsdrift (Thanatos) te kunnen onderscheiden, het streven naar een spanningsloze toestand (oceanisch gevoel). De seksuele driften noemde hij libido. Geniaal was de ontdekking van Freud, dat het zeer jonge kind een geestelijke ontwikkeling doormaakt (orale fase, anale fase, fallisch-narcistische fase, genitale fase) vanaf de geboorte tot ongeveer het zesde levensjaar. Deze ontwikkeling wordt sterk beïnvloed volgens Freud door de geestelijke interactie niet in de laatste plaats met vader en moeder, voor jongetjes en meisjes verschillend verlopend. Stoornissen in deze evolutie kunnen op volwassen leeftijd tot ernstige problemen leiden (neurosen).
Psychische (en soms lichamelijke) stoornissen herleidde Freud tot verstoringen in de psychische energiehuishouding van de mens. Als iemand op te jonge leeftijd bijvoorbeeld geconfronteerd was met een 'trauma', bijvoorbeeld de aanblik van seksuele omgang tussen zijn ouders (zie de Wolvenman), kon dit in latere jaren tot psychische ziekte leiden. De herinnering was verdrongen maar bleef actief. De energie die nu op de verkeerde plek terecht was gekomen zocht een uitweg en dat leidt vroeg of laat tot een ontwikkelingsstoornis, zo dacht Freud. Een verdrongen herinnering verdween niet uit de geest, maar kwam terecht in een deel van de geest die Freud het onbewuste noemde. Door de patiënt in therapeutische sessies ongestuurd te laten vertellen, kon de therapeut (aanvankelijk Freud zelf) storingen in het onbewuste op het spoor komen. Door deze dan bewust te maken, verdween dan vaak de ontstane klacht.
In 1899 verscheen zijn opzienbarende werk Die Traumdeutung, over de relatie tussen het onbewuste en de inhoud van dromen. Het onbewuste of onderbewustzijn is de laag van de geest die tussen het driftmatige, onbewuste en het (minder primaire) bewuste in zit. In dromen zouden verborgen boodschappen van het onderbewustzijn zitten: dromen zijn verkapte vervullingen van onbewuste wensen. Door dromen te analyseren kon men dus dingen over het onbewuste te weten komen
hij was uiteindelijk een zenuwarts die aldoor opzoek was naar de psyche van de mens
En misschien deed hij alles onder invloed van cocaïne

want daar experimenteerde hij zelf mee
