Door: Hellen Kooijman
Gepubliceerd: gisteren 23:35
Update: vandaag 09:10
Tientallen toeristenbureaus in Kiev bieden trips aan naar de geëxplodeerde kernreactor en de verlaten stad Pripjat. Lekker griezelen bij gierende geigertellers en kapotte kinderschoentjes. Volgens de reisbureaus is het ongevaarlijk, mits je op de paadjes blijft. ‘Blijf een paar uur buiten staan en je bent dood.’
Dit is de laatste kans om geen X-ray-machine te worden.’ De kleine, rossige Sergej roept het vol overgave door de bus. Met twintig andere toeristen boemelen we door het heuvelachtige landschap tussen de Oekraïense hoofdstad Kiev en Tsjernobyl, naar de kernreactor die op 26 april 1986 ontplofte.
![Bron: http://www.depers.nl/UserFiles/Image/2009/200904/20090407/64824.400.jpeg [img width=400 height=261 cacheid=00107845002d6a9792adc3191a02796eb4]http://www.depers.nl/UserFiles/Image/2009/200904/20090407/64824.400.jpeg[/img]](/images/cache/00107845002d6a9792adc3191a02796eb4)
| Foto: Hollandse Hoogte
Achter in de bus hangen een paar jonge Deense gasten met hun lippen aan een bierblikje, hun rood geverfde lokken gekneed in een out of bed look. Het is acht uur ’s ochtends. ‘Je krijgt een alcoholtest voor je de zone in mag’, zegt Sergej grijnzend. ‘Aaah wat’, murmelen de jongens. De stoerste laat een boer. Sergej kijkt ernstig. ‘Dit is geen grap. Als ze jullie bij de controleposten pakken omdat je dronken bent, is dat jullie verantwoordelijkheid.’ Dan roept hij: ‘Doe alsof je op een kerkhof bent!’
De trip met SoloEast Travel lijkt op tientallen andere ‘ecological tours’ die toeristenbureautjes in Kiev aanbieden. Slechts de prijs varieert, van 100 tot 1000 dollar ‘For you alone’. De reisbureaus hebben een monopolie. In je uppie kom je de zwaarbewaakte zone niet in. De gidsen moeten iedere bezoeker vooraf met naam en paspoortgegevens aanmelden bij staatsorganisatie Chornobylinterinform.
Sergej vraagt 135 dollar. Voor dat bedrag krijg je een busretourtje rampgebied, een blik op de reactor en een wandeling door Pripjat; de stad die bewoners halsoverkop moesten verlaten direct na de ramp. Als toetje is er een maaltijd met wodka in het gebouwtje van Chornobylinterinform. Groente, vlees en aardappelen, zo meldt Sergej, zijn ‘van buiten de zone’. Want over de veiligheid maakt iedereen zich stiekem toch wel druk.
![Bron: http://www.depers.nl/UserFiles/Image/2009/200904/20090407/64701.400.jpeg [img width=400 height=316 cacheid=00107846002d6a9e5e7c2eed1a02796eb4]http://www.depers.nl/UserFiles/Image/2009/200904/20090407/64701.400.jpeg[/img]](/images/cache/00107846002d6a9e5e7c2eed1a02796eb4)
| Foto’s: Joyce Vlaming
De kernramp veroorzaakte destijds tientallen dodelijke slachtoffers. Duizenden mensen werden besmet en kregen kanker. Voedsel afkomstig uit de zone moet je niet eten. Zelfs 23 jaar na de ramp kan de straling daarin nog te hoog zijn.
Midden maart publiceerden Franse wetenschappers de resultaten van een onderzoek waaruit bleek dat de dieren in het gebied veel ernstiger beschadigd waren door radioactieve straling dan eerder was aangenomen. Op sommige plekken leefden geen vlinders, sprinkhanen en andere ongewervelde dieren meer. Veel dieren in de buurt van de ontplofte reactor vertoonden abnormale verkleuringen en hadden onderontwikkelde ledematen.
Voor de toerist die de regels opvolgt is er niets aan de hand, zo promoot de Oekraïense regering het toerisme naar het gebied. Op de website van Chornobylinterinform staat het onomwonden: ‘De route door de zone is zo gepland dat bezoekers niet blootstaan aan radioactieve straling.’ Het UNDP, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, beweerde jaren geleden al dat ecotoerisme in specifieke delen van de zone goed mogelijk is. ‘Van een CT-scan loop je waarschijnlijk meer straling op dan van een dagje Tsjernobyl’, zegt Ronald Smetsers, stralingsdeskundige bij het RIVM. ‘Straling is er altijd en overal. Een Nederlander staat gemiddeld bloot aan 2,5 millisievert per jaar.’ Sievert is de eenheid voor de hoeveelheid schadelijke straling waaraan weefsel wordt blootgesteld.
Smetsers beweert dat het radioactieve materiaal dat destijds neerdwarrelde na 23 jaar is ‘ingevangen’ in de grond en het beton. Wat resteert is uitwendige bestraling vanuit de omgeving. Deze straling kan op verschillende plekken flink oplopen. Smetsers: ‘Gelukkig is dit eenvoudig te meten en zijn deze gebieden goed te vermijden’. Ook het risico van rondzwevende deeltjes is na bijna een kwarteeuw miniem. ‘De kans dat je zo veel deeltjes inademt dat je er ziek van wordt, is te verwaarlozen’, meent Smetsers. ‘Maar blijf wel uit de buurt van mos’, waarschuwt hij, ‘dat neemt selectief radioactiviteit op.’
Zolang je dus niets uit de zone eet en er niet te lang rondhangt, is een bezoekje aan Tsjernobyl vrij onschuldig. Toch heeft de stralingsdeskundige daarvoor geen keihard bewijs, want specifiek onderzoek ter plaatse heeft het RIVM nooit gedaan. Ook internationale studies stelden nooit onomstotelijk vast dat een ritje Tsjernobyl absoluut veilig is. Smetsers: ‘Tja, wil je helemaal zeker zijn, dan moet je er niet naartoe gaan.’
In Tsjernobyl zelf nemen ze het zekere voor het onzekere. In het gebouwtje van Chornobylinterinform spreekt een ernstig kijkende man in een camouflagepak ons toe. Zelfs de aangeschoten Denen geven geen kik. De man bromt in vlot Oekraïens – Sergej vertaalt – wat we wel en niet mogen in het ‘pretpark’. Op de paden blijven, niet op mos lopen. Niet de gebouwen in. Zeker niet de flats, want na al die jaren zonder onderhoud dreigt instortingsgevaar. En vooral niets meenemen uit het gebied: ‘No souvenirs’. Zijn bedenkelijke gezicht roept vragen op. ‘Lopen hier gemuteerde dieren rond?’, vraagt een Amerikaanse jongen die zo even in de bus verkondigde dat hij ‘the trip of his life’ ging maken. ‘Die zijn er niet’, stelt de man gerust. De groep ondertekent een vel papier waarmee ze belooft de regels te respecteren en aangeeft op eigen verantwoordelijkheid het gebied in te gaan.
De eerste stop is bij de kernreactor zelf. In de verte verrijst het bekende silhouet van wat eens een kernreactor was. Mannen in pak leggen de laatste hand aan een stalen schild van 200 meter breed, dat met behulp van het Franse consortium Novarka wordt gebouwd. Doel is om personeel en omgeving extra te beschermen tegen nucleaire straling. Weinig mensen weten, doet Sergej geheimzinnig, dat het daarbinnen nog smeult. ‘Niemand kan erbij. Het is er te heet. Een nieuwe ontploffing is niet uit te sluiten.’
Op weg naar Pripjat schuift de bus door een gebied met dor gras en struikjes waar oranjekleurig mos aan kleeft. De geigerteller van Sergej tikt zich een ongeluk. ‘Kijk, kijk’, doet Sergej ons beven. ‘1000 micro-röntgen per uur.’ Ofwel 0,01 milliSievert per uur. Sergej: ‘Blijf een paar uur buiten staan en je bent dood.’
In Pripjat rolt de bus stapvoets langs kapotte flatgebouwen, een vervallen sporthal, een schooltje. Het is muisstil. Een paar toeristen mogen naar buiten. Alles wordt in rap tempo gefotografeerd: de school, met stillevens van omgevallen tafeltjes en stoelen, in de gang ligt een kapot kinderschoentje. In de grijze flatgebouwen liggen de ramen aan diggelen, tegels zijn losgeraakt. ‘Help, hier is een groot gat’, roept een toerist vanuit een donkere hal.
Sergej grijnst laconiek. ‘We pikken je wel op hoor, als je erdoor naar buiten valt.’ Hij struint naar een bergje mos op een stoeptegel en houdt zijn geigerteller erboven. Die schiet gelijk omhoog. ‘Daar moet je dus niet op trappen. Maar verder is het ongevaarlijk. Ik doe dit al jaren. Dat zou ik toch niet doen als het gevaarlijk was?’
De buschauffeur denkt er anders over. Bij terugkomst zit de man nog steeds in de bus. Vandaag was zijn allereerste rit naar Tsjernobyl. ‘En tevens de laatste!’, bromt de chauffeur. Hij vindt het allemaal maar niets. ‘Ik krijg goed betaald, maar mijn gezondheid is belangrijker.’ Voor de buschauffeur was de rit naar Tsjernobyl zijn eerste en zijn laatste. ‘Mijn gezondheid is belangrijker.’
Bron:
http://www.depers.nl/buitenland/298313/Pretpark-Tsjernobyl.html
Gepubliceerd: gisteren 23:35
Update: vandaag 09:10
Tientallen toeristenbureaus in Kiev bieden trips aan naar de geëxplodeerde kernreactor en de verlaten stad Pripjat. Lekker griezelen bij gierende geigertellers en kapotte kinderschoentjes. Volgens de reisbureaus is het ongevaarlijk, mits je op de paadjes blijft. ‘Blijf een paar uur buiten staan en je bent dood.’
Dit is de laatste kans om geen X-ray-machine te worden.’ De kleine, rossige Sergej roept het vol overgave door de bus. Met twintig andere toeristen boemelen we door het heuvelachtige landschap tussen de Oekraïense hoofdstad Kiev en Tsjernobyl, naar de kernreactor die op 26 april 1986 ontplofte.
| Foto: Hollandse Hoogte
Achter in de bus hangen een paar jonge Deense gasten met hun lippen aan een bierblikje, hun rood geverfde lokken gekneed in een out of bed look. Het is acht uur ’s ochtends. ‘Je krijgt een alcoholtest voor je de zone in mag’, zegt Sergej grijnzend. ‘Aaah wat’, murmelen de jongens. De stoerste laat een boer. Sergej kijkt ernstig. ‘Dit is geen grap. Als ze jullie bij de controleposten pakken omdat je dronken bent, is dat jullie verantwoordelijkheid.’ Dan roept hij: ‘Doe alsof je op een kerkhof bent!’
De trip met SoloEast Travel lijkt op tientallen andere ‘ecological tours’ die toeristenbureautjes in Kiev aanbieden. Slechts de prijs varieert, van 100 tot 1000 dollar ‘For you alone’. De reisbureaus hebben een monopolie. In je uppie kom je de zwaarbewaakte zone niet in. De gidsen moeten iedere bezoeker vooraf met naam en paspoortgegevens aanmelden bij staatsorganisatie Chornobylinterinform.
Sergej vraagt 135 dollar. Voor dat bedrag krijg je een busretourtje rampgebied, een blik op de reactor en een wandeling door Pripjat; de stad die bewoners halsoverkop moesten verlaten direct na de ramp. Als toetje is er een maaltijd met wodka in het gebouwtje van Chornobylinterinform. Groente, vlees en aardappelen, zo meldt Sergej, zijn ‘van buiten de zone’. Want over de veiligheid maakt iedereen zich stiekem toch wel druk.
| Foto’s: Joyce Vlaming
De kernramp veroorzaakte destijds tientallen dodelijke slachtoffers. Duizenden mensen werden besmet en kregen kanker. Voedsel afkomstig uit de zone moet je niet eten. Zelfs 23 jaar na de ramp kan de straling daarin nog te hoog zijn.
Midden maart publiceerden Franse wetenschappers de resultaten van een onderzoek waaruit bleek dat de dieren in het gebied veel ernstiger beschadigd waren door radioactieve straling dan eerder was aangenomen. Op sommige plekken leefden geen vlinders, sprinkhanen en andere ongewervelde dieren meer. Veel dieren in de buurt van de ontplofte reactor vertoonden abnormale verkleuringen en hadden onderontwikkelde ledematen.
Voor de toerist die de regels opvolgt is er niets aan de hand, zo promoot de Oekraïense regering het toerisme naar het gebied. Op de website van Chornobylinterinform staat het onomwonden: ‘De route door de zone is zo gepland dat bezoekers niet blootstaan aan radioactieve straling.’ Het UNDP, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, beweerde jaren geleden al dat ecotoerisme in specifieke delen van de zone goed mogelijk is. ‘Van een CT-scan loop je waarschijnlijk meer straling op dan van een dagje Tsjernobyl’, zegt Ronald Smetsers, stralingsdeskundige bij het RIVM. ‘Straling is er altijd en overal. Een Nederlander staat gemiddeld bloot aan 2,5 millisievert per jaar.’ Sievert is de eenheid voor de hoeveelheid schadelijke straling waaraan weefsel wordt blootgesteld.
Smetsers beweert dat het radioactieve materiaal dat destijds neerdwarrelde na 23 jaar is ‘ingevangen’ in de grond en het beton. Wat resteert is uitwendige bestraling vanuit de omgeving. Deze straling kan op verschillende plekken flink oplopen. Smetsers: ‘Gelukkig is dit eenvoudig te meten en zijn deze gebieden goed te vermijden’. Ook het risico van rondzwevende deeltjes is na bijna een kwarteeuw miniem. ‘De kans dat je zo veel deeltjes inademt dat je er ziek van wordt, is te verwaarlozen’, meent Smetsers. ‘Maar blijf wel uit de buurt van mos’, waarschuwt hij, ‘dat neemt selectief radioactiviteit op.’
Zolang je dus niets uit de zone eet en er niet te lang rondhangt, is een bezoekje aan Tsjernobyl vrij onschuldig. Toch heeft de stralingsdeskundige daarvoor geen keihard bewijs, want specifiek onderzoek ter plaatse heeft het RIVM nooit gedaan. Ook internationale studies stelden nooit onomstotelijk vast dat een ritje Tsjernobyl absoluut veilig is. Smetsers: ‘Tja, wil je helemaal zeker zijn, dan moet je er niet naartoe gaan.’
In Tsjernobyl zelf nemen ze het zekere voor het onzekere. In het gebouwtje van Chornobylinterinform spreekt een ernstig kijkende man in een camouflagepak ons toe. Zelfs de aangeschoten Denen geven geen kik. De man bromt in vlot Oekraïens – Sergej vertaalt – wat we wel en niet mogen in het ‘pretpark’. Op de paden blijven, niet op mos lopen. Niet de gebouwen in. Zeker niet de flats, want na al die jaren zonder onderhoud dreigt instortingsgevaar. En vooral niets meenemen uit het gebied: ‘No souvenirs’. Zijn bedenkelijke gezicht roept vragen op. ‘Lopen hier gemuteerde dieren rond?’, vraagt een Amerikaanse jongen die zo even in de bus verkondigde dat hij ‘the trip of his life’ ging maken. ‘Die zijn er niet’, stelt de man gerust. De groep ondertekent een vel papier waarmee ze belooft de regels te respecteren en aangeeft op eigen verantwoordelijkheid het gebied in te gaan.
De eerste stop is bij de kernreactor zelf. In de verte verrijst het bekende silhouet van wat eens een kernreactor was. Mannen in pak leggen de laatste hand aan een stalen schild van 200 meter breed, dat met behulp van het Franse consortium Novarka wordt gebouwd. Doel is om personeel en omgeving extra te beschermen tegen nucleaire straling. Weinig mensen weten, doet Sergej geheimzinnig, dat het daarbinnen nog smeult. ‘Niemand kan erbij. Het is er te heet. Een nieuwe ontploffing is niet uit te sluiten.’
Op weg naar Pripjat schuift de bus door een gebied met dor gras en struikjes waar oranjekleurig mos aan kleeft. De geigerteller van Sergej tikt zich een ongeluk. ‘Kijk, kijk’, doet Sergej ons beven. ‘1000 micro-röntgen per uur.’ Ofwel 0,01 milliSievert per uur. Sergej: ‘Blijf een paar uur buiten staan en je bent dood.’
In Pripjat rolt de bus stapvoets langs kapotte flatgebouwen, een vervallen sporthal, een schooltje. Het is muisstil. Een paar toeristen mogen naar buiten. Alles wordt in rap tempo gefotografeerd: de school, met stillevens van omgevallen tafeltjes en stoelen, in de gang ligt een kapot kinderschoentje. In de grijze flatgebouwen liggen de ramen aan diggelen, tegels zijn losgeraakt. ‘Help, hier is een groot gat’, roept een toerist vanuit een donkere hal.
Sergej grijnst laconiek. ‘We pikken je wel op hoor, als je erdoor naar buiten valt.’ Hij struint naar een bergje mos op een stoeptegel en houdt zijn geigerteller erboven. Die schiet gelijk omhoog. ‘Daar moet je dus niet op trappen. Maar verder is het ongevaarlijk. Ik doe dit al jaren. Dat zou ik toch niet doen als het gevaarlijk was?’
De buschauffeur denkt er anders over. Bij terugkomst zit de man nog steeds in de bus. Vandaag was zijn allereerste rit naar Tsjernobyl. ‘En tevens de laatste!’, bromt de chauffeur. Hij vindt het allemaal maar niets. ‘Ik krijg goed betaald, maar mijn gezondheid is belangrijker.’ Voor de buschauffeur was de rit naar Tsjernobyl zijn eerste en zijn laatste. ‘Mijn gezondheid is belangrijker.’
Bron:
http://www.depers.nl/buitenland/298313/Pretpark-Tsjernobyl.html
laatste aanpassing















![Jœy [Blames]](/images/user/369791_2628365.jpg)
