Partyflock
 
Forumonderwerp · 1035766
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'



Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'
 
Gelezen, leest lekker weg
luchtig stukje tekst (Y)
leuke vragen + antwoord ook b)
 
ok
Uitspraak van permanent verbannen op donderdag 6 november 2008 om 16:52:
Gelezen, leest lekker weg
luchtig stukje tekst
leuke vragen + antwoord ook


Ja vond ik ook. En ik dacht met die foto in het midden heb je effe rustmomentje. Om effe adem te halen of met je ogen te knipperen of zo... jwt
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
eigenwijze Rotterdammer


:respect:

en dezelfde droom ;)
Magtie best eerst een jaartje naar Italie...
laatste aanpassing
 
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
En wel effe helemaal lezen he..


hij is gek he:lol:
:respect: Super Mario :respect:







Contract voor het leveng!!!
 
Kuba :respect:
 
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende.


jahwor:/
Heb je het helemaal overgetypt trouwens? :respect:
laatste aanpassing
Uitspraak van lindaaatje op donderdag 6 november 2008 om 17:19:
Heb je het helemaal overgetypt trouwens?


Uiteraard 8), het stond in de vi... Ik heb zelfs hier en daar een typfoutje gemaakt om te controleren of jullie het wel helemaal lezen (6) Whe!
laatste aanpassing
 
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


joh :o
Uitspraak van verwijderd op donderdag 6 november 2008 om 17:33:
Uitspraak van Joey Buttafucco op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'

joh


jaja. Wat vind je er van?
Uitspraak van Simon Stokvis op donderdag 6 november 2008 om 17:38:
doet ie toch niet
ooit komt ie naar ons


ja maar pas net voordat hij gaat stoppen, zie interview.
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 17:40:
maar pas net voordat hij gaat stoppen, zie interview.


Dat is omdat ie dan kampioen wordt, dat ken toch ook op jongere leeftijd ;)
 
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 17:38:
Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


Ik vind het een mooi stuk
 
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


 
ik heb het 3 keer gelezen. zo mooi :cry:
Uitspraak van permanent verbannen op donderdag 6 november 2008 om 17:48:
ik heb het 3 keer gelezen. zo mooi


het doet wel wat met je ja. wacht ik quote hem effe nog een keer...
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


 
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 17:51:
het doet wel wat met je ja. wacht ik quote hem effe nog een keer...


:cry: de emotie in het verhaal
 
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


:cry:
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


 
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

¬

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'
 
Heb 'm even door de spellingcontrole gehaald ;)
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
En wel effe helemaal lezen he..

Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


jammer dat het zo kort was het verhaal,zat er net lekker in (L)
maar toch een leuk stukje leesvoer(y)
who cares. tis een kakkerlak. wordt nooit wat dus
 
Uitspraak van verwijderd op donderdag 6 november 2008 om 18:10:
Heb 'm even door de spellingcontrole gehaald


je hebt hem gewoon over getypt he :O
Uitspraak van FC Lacoste op donderdag 6 november 2008 om 18:42:
who cares. tis een kakkerlak. wordt nooit wat dus


van basten is een jood, zal nooit wat worden als trainer
 
Uitspraak van FC Lacoste op donderdag 6 november 2008 om 18:42:
who cares. tis een kakkerlak. wordt nooit wat dus


Uitspraak van verwijderd op donderdag 6 november 2008 om 18:10:
Heb 'm even door de spellingcontrole gehaald


oo relax, dat leest een stuk lekkerder weg idd :respect:
Uitspraak van FC Lacoste op donderdag 6 november 2008 om 18:42:
who cares. tis een kakkerlak. wordt nooit wat dus


tis ook beetje neccie nou dus dat is wel een garantie voor succes natuurlijk!

:respect: MAAARIIIOBEEN :respect:
:respect: MAAARIIIOBEEN :respect:
:respect: MAAARIIIOBEEN :respect:
:respect: WE GAAAAN EUROOOPA IN!!!! :respect:
Uitspraak van Joey Buttafucko op vrijdag 7 november 2008 om 10:22:
WE GAAAAN EUROOOPA IN!!!!


zeker!
volgend jaar weer.
en dan hopen op beetje leuke wedstrijden!
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


aardig lappie tekst :vaag:
 
Uitspraak van lindaaatje op donderdag 6 november 2008 om 17:19:
Heb je het helemaal overgetypt trouwens?


Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 17:25:
Uiteraard


:respect: for overtypeng
Ja hoe had ik het er anders in moeten krijgeng?
 
Noh wat is met jij , Ik geef toch respect :/
 
Geen bijdehandje vragen gaan stellen
Uitspraak van verwijderd op vrijdag 7 november 2008 om 11:42:
Geen bijdehandje vragen gaan stellen


ok mang, no spang

:respect:
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 16:50:
Mario Been: Toptrainer

Zodra hij thuiskomt gaat-ie onmiddellijk stofzuigen, maar als voetballer was hij niét direct het type stofzuiger. Hij moest het vooral hebben van zijn techniek, speelsheid en frivoliteiten. Een geintje op z'n tijd. Als trainer van NEC is hij echter uiterst serieus en toegewijd. Toch staat plezier nog altijd hoog in het vaandel bij Mario Been (44).

Als we na het gesprek vertrekken, roept hij ons in de deuropening na: 'En niet die opmerking over mijn droom met Feyenoord als kop gebruiken, hè!' Het geeft eens te meer aan dat de trainer Mario Been heeft geleerd van de speler die hij ooit was. Nog altijd is hij behoorlijk uitgesproken, maar in tegenstelling tot zijn jongere jaren telt hij zo nu en dan tot tien voordat hij antwoordt. Toch heeft hij tijdens het ruim twee uur durende interview in zijn zeer smaakvol ingerichte woning in Barendrecht over veel zaken een duidelijke mening. In de aanwezigheid van zijn vrouw Astrid en een klein keffertje met de naam Jack, verhaalt de succestrainer van NEC over de afgelopen maanden. 'Ach, succestrainer; nuanceert hij. 'Het leven is wel een stuk leuker dan vorig jaar, ik heb veel meer plezier. Toch doe ik niets anders dan destijds, het zit nu alleen een beetje mee. We hebben gewoon een leuk elftal. Moeilijk te verslaan.'

Hoe kan dat?
'Doordat we allemaal hetzelfde doen. We hebben geen hoogvliegers, maar wél een hecht team.'

Toch raar als je bedenkt dat je vorig seizoen zelf je positie nog ter discussie hebt gesteld.
'Dat was na de bekernederlaag tegen FC Zwolle. Thuis nota bene (0-2, red.). En we verloren nog terecht ook, want we werden helemaal van het matje gespeeld. Toen was ik zó boos dat ik in de kleedkamer zei: Oké, jongens, zeg het maar. Als het zó moet, dan heeft het geen zin. Als jullie geen vertrouwen in me hebben, dan hoor ik dat graag. Toen zei er gelukkig niemand wat, anders moet je ook nog daad bij het woord voegen.'

Zou je dat ook hebben gedaan?
'Dat denk ik wel. Ik was in alle staten. Thuis verliezen van Zwolle, met alle respect, is belachelijk. Toen ontstond er ook nog het akkefietje met Jeremain Lens, die volgens het publiek lachend naar buiten kwam en daardoor enorm onheus werd bejegend. De volgende dag had ik daarom een gesprek met hem, waarin ik zei: Het simpelste voor mij is nu een andere spits op te stellen, dat eist bijna iedereen, maar ik denk dat we met jou - als je tenminste je talenten gebruikt - weer kunnen komen bovendrijven. Je moet echter wel beseffen dat je de nagel aan mijn doodskist bent. Als dit niet lukt, dan schoppen ze mij weg kun jij terug naar AZ en is alles over. Toen is het gaan lopen. Niet alleen dankzij hem, ook door de komst van Bas Sibum, Dani Femandez, Kevin Bobson, Krisztian Vadócz en Jeroen Drost. En winnen zegt uiteindelijk meer dan honderdduizend woorden van een coach.'

Is het niet gevaarlijk jezelf zo kwetsbaar op te stellen?
'Dat kan gevaarlijk zijn, maar soms moet je iets doen. Ik was zó boos, net als de supporters. Die stonden zelfs in de gang. Ik kom zó bij jullie, eerst even naar de spelers toe, heb ik gezegd. Ik moest in de kleedkamer een statement maken. Daar zei dus niemand wat. Goed, dan doen we het nu op mijn manier! Voorzover we dat al niet deden, maar er ontbrak een stukje mentaliteit. Gemakkelijk opgeven, de boel laten lopen... We deden niet allemaal hetzelfde. Vervolgens ben ik naar de supporters gegaan en heb ik gezegd: Alles komt goed. Dat is inmiddels een legendarische spreuk in Nijmegen. Die kom je nu overal tegen op spandoeken en T-shirts. Ik bleef als eigenwijze Rotterdammer ondanks alle tegenslag geloof houden.'

Tegen beter weten in?
Tk meende het echt. Ik vond dat we de eerste helft van vorig seizoen best goed voetbalden. De ballen gingen er alleen net niet in. Bovendien hadden we veel blessures.'

Toch vertelde je vrouw onlangs in VI dat je in die periode heel stil was.
'Ik ben dan niet echt te genieten thuis. Maar naar de groep moet je blijven uitstralen dat het echt wel goed komt. Bovendien, een coach die roept dat het niét goed komt, kan beter inpakken. Thuis zat ik echter wel vaker te piekeren. Bij de club zat ik vaak met assistent Ron de Groot, Jong NEC-trainer Wim Rip en technisch directeur Carlos Aalbers te praten waar het toch aan kon liggen. Toen we vervolgens wonnen bij SC Heerenveen en Feyenoord, hield ik de groep voor dat je dan overal kunt winnen. Na de winterstop hebben we alleen nog maar drie punten weggegeven aan Excelsior. Niet dat dat in mijn contract stond (de kleine Rotterdamse club was Beens vorige werkgever, red.), maar verder ging het uitstekend.'

Hoe heb je die slechte periode ervaren?
'Als heel vervelend. Binnen de club was het vertrouwen erg groot. Die mensen veranderden ook niet. Maar bepaalde supporters en mensen eromheen gingen zich anders gedragen. Alsof het door mij kwam. Ik maakte verkeerde keuzes, mijn wissels pakten niet goed uit... Ze keken alleen maar naar de prestaties, maar niet hoe we bezig waren. We deden onze stinkende best zaken te veranderen, maar het zat compleet tegen. Ik kom altijd vrolijk over en heb altijd plezier in wat ik doe, maar in die periode was het niet telkens feest.'

Terwijl plezier toch een belangrijk onderdeel is van jouw PIT-systeem.
'Inderdaad. Plezier, Instelling en Team. Iedere speler die met mij heeft gewerkt, onthoudt dat toch. Daar zit alles in wat je nodig hebt in het voetbal. Uiteindelijk ging het daardoor ook weer lopen. De club bleef vertrouwen in me houden, verlengde zelfs mijn contract. Er kwamen spelers bij, geblesseerde jongens keerden terug en ineens was het er en kreeg ik van alle kanten weer schouderklopjes. Toch ben ik erg blij dat ik dat óók heb meegemaakt. Ik ben ook heel benieuwd hoe de stemming zal zijn als je weer een paar keer verliest. Het wordt allemaal zo gewoontjes. Om je heen voelde je ook dat toen we voor de UEFA Cup naar Dinamo Zagreb gingen, er bijna een stemming heerste van: Ook daar winnen we wel even. Niet bij het elftal, hoor. Al waren we er zó dichtbij (NEC gaf in de laatste tien minuten een 1-2 voorsprong weg en verloor met 3-2, red.). Daar ben ik echt ziek van geweest. Na de eerste tien minuten, waarin het team toch enigszins onder de indruk was, pakten ze het zó goed op. Doodzonde dat we daar verloren. Maar het is echt niet gewoon wat wij presteren. Winnen bij Feyenoord is niet gewoon, de derby tegen Vitesse winnen ook niet.'

Is het leuk trainer te zijn?
'Ik vind het geweldig. Ik had vroeger nooit gedacht trainer te worden, maar zoals ik het nu beleef is het echt fantastisch. Elke dag is anders, elke dag kan er wat gebeuren. Dan is er weer iemand geblesseerd, dan zijn er weer wat probleempjes. Heerlijk vind ik dat.'

Dus ook het ontslag van Ferne Snoyl vond je een belevenis?
'Dat vond ik echt verschrikkelijk. Het is een van de grootste nederlagen van mij geweest, maar op een gegeven moment kon het echt niet meer. We hebben ook veel met Ferne erover gesproken. De eerste paar keer toen hij verzaakte, hebben we het door de vingers gezien, maar op een gegeven moment kon je dat ook als club niet accepteren. Als dan een speler afwezig is doordat
hij in de gevangenis zit (voor mishandeling van zijn vriendin, red.), ga je er eerst nog over praten, omdat je ervan uitgaat dat het niet allemaal zijn schuld is. Uiteindelijk blijkt dat wél het geval en moet je iemand wegsturen in wie je zelf ongelofelijk veel zag. Ferne is in |mijn optiek een heel groot talent, maar door dit soort randzaken speelt hij niet op het niveau waar hij thuis hoort.'

In enkele interviews gaf Snoyl aan erg verbaasd te zijn over de gang van zaken en vindt hij dat hij eigenlijk weinig fout heeft gedaan. Getuigt dat van veel zelfkritiek?
'Dat denk ik niet. Als Ferne puur naar zijn voetbalkwaliteiten kijkt, dan zou hij met gemak in de Eredivisie moeten spelen. Echt een geweldige speler. Maar de dingen eromheen heeft hij niet in de vingers. Hij moet het echt bij zichzelf zoeken. Ferne was in Schotland bij Aberdeen een beetje op een zijspoor geraakt, maar ik kende hem nog van Feyenoord. Ik wist dat hij op het middenveld een stukje karakter zou kunnen meebrengen, gekoppeld aan voetballend vermogen. Maar de zaken buiten het veld kon hij niet handelen. Het is ook niet te laat. Ferne is nog jong, hij kan het nog best redden.'

Heb je met dezelfde insteek gekozen voor Rachid Bouaouzan en Collins John? En wilde je om die reden ook Leonardo graag aantrekken?
'Het is absoluut niet zo dat ik alleen maar met lastige jongens kan werken. Ik kijk eerst naar het talent. Ik denk dat Bouaouzan een groot talent is. Hij is echter niet constant genoeg.'

Daarom stuurde je hem onlangs ook weg van de training?
'Dat was ook weer vanwege dingen eromheen. Dat schijnt tegenwoordig toch het criterium te zijn voor het slagen van getalenteerde spelers. Als jij erin slaagt een dag voor vertrek naar de voor ons zeer belangrijke UEFA Cup-wedstrijd tegen Dinamo Boekarest echt helemaal niets te doen op de training, dan verbaast me dat enorm. Ik heb zelfs eerst mijn assistenten bij me geroepen en die constateerden exact hetzelfde. Dan houdt n het echt op.'

André Wetzel vertelde laatst dat Marokkaanse jongens er erg gevoelig voor zijn als ze voor de groep tot de orde worden geroepen.
'Daar merk ik helemaal niets van. Ik heb bijvoor- z beeld ook Youssef El-Akchaoui in mijn elftal. Een k meer fantastische gozer kun je niet hebben. In zijn eerste jaar had hij ook nog zijn dingetjes op het veld, pakte hij een paar stomme rode kaarten. Maar als je nu kijkt, dan is hij een van de beste, zoniet de beste linksback van Nederland. Die zou zeker een stap kunnen maken. Hij gaat altijd voorop in de strijd, is altijd fit en durft zijn verantwoordelijkheden te nemen. Zie de strafschoppen tegen Vitesse en FC Groningen. Natuurlijk heeft hij zijn nukken zoals iedereen, maar hij zal geen training laten lopen. Dan denk ik bij Bouaouzan: Rachid, laat je voeten nou spreken! Want vergis je niet, hij kan echt heel goed voetballen. Ik ben blij dat hij nu elke dag met Youssef meerijdt. Die zal vast een goede invloed op hem hebben.'

Kun jij hem raken met je woorden?
'Dat hoop ik wel, ik heb het beste met hem voor. Dat is belangrijk voor hem, maar zeker ook voor NEC. Hij is natuurlijk niet de goedkoopste jongen. Dat geldt ook voor Collins John, die we hebben gehuurd van Fulham. Ik ken Collins vooral uit zijn periode bij FC Twente en toen was hij een geweldig talent. Helaas blijkt hij niet wedstrijdfit en fysiek in orde te zijn. Doodzonde, want zo'n gozer kunnen we goed gebruiken.'

Waarom haal je hem dan?
'Misschien hebben wij dat als club ook niet helemaal goed gedaan. Het was twee voor twaalf en we moesten door het vertrek van Brett Holman naar AZ nog een spits erbij hebben. Toen kregen we zó'n kans... We hebben hem helemaal binnenstebuiten gekeerd, alles getest en gekeurd, maar je weet nooit hoe fit hij werkelijk is. We hadden slechts twee uurtjes om dat te doen. Ik ben de laatste om te denken dat Collins dat zelf leuk vindt, maar op dit moment loopt hij van blessure naar blessure.'

In een interview gaf John aan verbolgen te zijn over zijn vermeende imago van flierefluiter, maar wat is jóuw indruk van zijn mentaliteit?
'Vind ik moeilijk te beoordelen, want ik heb hem nog erg weinig bij de groep gehad. Hij traint altijd apart. Ik heb nog niet echt met hem daarover kunnen praten. Hij wil echter wel aan Nederland laten zien dat hij geweldig kan voetballen en daar hou ik me maar aan vast. Dat heb ik nodig.'

Wat is nou je sterkste eigenschap als trainer?
'Poeh, dat is moeilijk te zeggen.' Hoezo? Het draait bij de nieuwe generatie trainers toch om zelfreflectie en kwetsbaarheid? 'Wat volgens mij een kwaliteit kan zijn, is dat ik zelf een type speler was dat weet hoe voetballers willen worden aangesproken. Ik coach nu zoals ik zelf vroeger gecoacht wilde worden. Heeft ook te maken met het menselijke gevoel eromheen. Daarom begrijp ik de meeste situaties. Ik heb zelf niet het maximale eruit gehaald. Daarom hou ik de groep elke dag voor: Zoek je top op, waar dat ook moge zijn. Je moet jezelf niet tekortdoen. Misschien heb ik dat wél gedaan. Het is een vorm van zelfspot naar mijn eigen carrière. Gemakzuchtig, snel tevreden. Dat probeer ik nu te voorkomen bij spelers. Daarom baal ik ook zo van zo'n situatie als met Bouaouzan. Toch ga je weer met hem praten en hoop je dat het niet wéér gebeurt.'

Ben je rancuneus?
'Nee, absoluut niet. Ik wil alleen maar dat de groep enorm haar best doet. Daarom begrijp ik niet dat er toch spelers zijn die er niet alles aan doen de grens van hun kwaliteiten te ontdekken.'

Het kan ook met de omgeving te maken hebben. Jij had als speler ook alleen maar mensen om je heen lopen die je op je schouders sloegen.
'Klopt. Ook dat is heel belangrijk. Je moet mensen hebben die je kritisch durven te benaderen. Maar het begint toch vooral bij jezelf. Ik spreek ook nooit over de eerste elf, maar altijd over de hele selectie. Toch is er een x-aantal dat niet speelt. Die jongens hebben twee mogelijkheden: gaan zitten sippen of nog harder werken. Dat laatste gebeurt niet altijd. Dat zie je dan op de training bij sommigen terug. Tim Janssen is een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Die heeft al anderhalfjaar nauwelijks gespeeld onder mij. Toch laat hij mij op trainingen zien, via zijn karakter en door nog harder te werken, dat hij het niet opgeeft. Daarom had hij bijvoorbeeld de laatste weken een basisplaats.'

­

Hoe zit het überhaupt met de gemiddelde betrokkenheid van de hedendaagse prof?
'Ik verbaas me er nog wel eens over dat er spelers zijn die niets weten van hun directe tegenstander. Of hij links- of rechtsbenig is, wat zijn zwakte en wat zijn kracht is. Ik keek onlangs naar ADO Den Haag-FC Volendam. Dan zie ik twee keer Hursut Meric helemaal naar binnen komen en met zijn linkerbeen een assist geven en scoren. Dat vind ik echt belachelijk, mag nooit gebeuren. Zó vaak zie je op tv hoe een verdediger zijn tegenstander naar diens sterke been laat draaien. Natuurlijk verschilt de interesse per speler. Ik heb er een aantal die alles volgen. Anderen horen het pas in mijn bespreking en pakken het dan op, maar weten bijvoorbeeld niet wie volgende week de rechtsback is van de volgende tegenstander.'

Wist jij dat vroeger wél?
'Ja, ik was heel begaan met voetbal. Al moet ik zeggen dat steeds meer van mijn spelers dvd'tjes komen vragen van hun directe tegenstander.'

Wat is nog meer jouw kracht naast het aanvoelen van spelers?
'Ik ben constant bezig spelers beter te maken.'

Ben je tactisch sterk?
'Denk ik wel. Maar ik vind dat als je dat diploma haalt en ook nog een bepaalde kijk op voetbal hebt, dan is dat in dit vak vanzelfsprekend. Als je timmerman bent, moet je ook een kast kunnen bouwen. Dat je wel eens een verkeerde keuze maakt, wil niet zeggen dat je het verkeerd hebt gezien. Er zit altijd een idee achter.'

Dat valt niet bij iedere trainer te ontdekken.
'Dat zijn jóuw woorden. Ik heb nooit moeite in een wedstrijd keuzes te maken. Het is altijd de vraag: hoe pakt het uit? Ik vind het vooral belangrijk dat het team weet wat ik wil. Daarom spelen we veel coachpartijen. Om vastigheden te ontwikkelen. Wij spelen bijvoorbeeld vaak met een open linkerkant, omdat we daar lopende mensen hebben die in de ruimte kunnen duiken. Dan zie je de tegenstander vaak twijfelen: Ga ik met mijn man mee of blijf ik in de zone? Met het wegvallen van Jonas Olsson, Krizstian Vadócz, Jeremain Lens, Brett Holman, Muslu Nalbantoglu en Kevin Bobson moest ik toch weer opnieuw beginnen. Dat hebben nieuwe mensen als Dani Femandez, Ramon Zomer en Arek Radomski goed opgepakt. Het belangrijkste is, naast de kwaliteiten van alle spelers, dat we het erg leuk hebben met z'n allen. Ook in de moeilijke periode.'

Lekker paintballen en zo.
'Haha, ja, dat hoorde er ook bij. Ach, je probeert eens wat als trainer. Vooral om het teamgevoel hoog te houden. Je ziet die jongens vaker dan je eigen kinderen, dan kan het geen kwaad het toch vooral gezellig te houden. We praten over alles, ook over mijn rol. Daar mag iedereen op schieten. Dat blijft binnenskamers, maar is voor deze groep heel essentieel. Wij moeten het echt van het collectief hebben.'

Wat kun je niét zo goed?
'Tjonge, die vraag is minstens zo lastig. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies.'

Dat is geen slechte eigenschap.
'Nee, klopt. Al kan ik een nederlaag heel goed relativeren. Ik vind het maken van keuzes nog wel lastig. Toch een vorm van twijfelen dus. Ik hik nog wel eens tegen een beslissing aan. En ik was lange tijd niet goed in delegeren. Dat had natuurlijk ook te maken met het feit dat je net begint als trainer. Ik weet nog dat ik als assistent van Leo Beenhakker bij Feyenoord veel bevoegdheden kreeg. Daarna met Bert van Marwijk werd dat helemaal teruggedraaid, omdat Bert net van Fortuna Sittard kwam en zelf ook nog veel wilde laten zien. Dat merkte ik bij mezelf ook toen ik net bij NEC kwam. Nu geef ik steeds meer mijn assistenten de ruimte specifieke trainingen te verzorgen.'

Kun je ook wat meer genieten van je successen?
'Dat gebeurt veel te weinig. Je gaat van de ene wedstrijd naar de andere. Natuurlijk zeg je soms stiekem: Kolere, het gaat wel lekker! Maar echt stilstaan is er niet bij. Ik heb wel veel meer zelfreflectie. Als voetballer vond ik mezelf altijd de beste, zelfs als ik geen pepernoot had geraakt. Nu zie ik vaak veel dingen die ik beter had kunnen doen. Zoals laatst in Heerenveen. We hadden de wedstrijd in handen, waren minimaal gelijkwaardig. Toch meende ik na rust Bouaouzan op links te moeten zetten en dat pakte verkeerd uit. Dan moet je ook durven zeggen dat je hartstikke stom bent geweest. Ik denk gewoon veel meer na.'

Toch was je wel kleurrijk. Geweldige uitspraken als 'Wat moet je met Karei Bouwens, Stanley Brard en Luuk Balkestein als je Mario Been hebt?' of 'Spelers die gaan zitten knikken naar de trainer bij de wedstrijdbespreking zijn slijmerds' deden het altijd goed in de media.
'Het was een mooie tijd, waarin ik alles zei wat ik dacht. Plezier is nou eenmaal belangrijk. Nu moet het echter wel gepaard gaan met resultaat.'

Destijds werd je er ook keihard aangepakt door trainers als Rinus Israël. Wat heb je daarvan geleerd?
'Op zich wil ik niet meer ingaan op een trainer in het bijzonder, maar ik heb vooral geleerd dat ik het op het sociale vlak anders wilde doen.'

Empatisch zijn? Openstaan voor de emotie van de ander?
'Noemen ze dat zo? Nou, als er nu een speler naar me toe komt en vertelt dat hij de volgende dag met zijn zwangere vrouw naar de echo wil, dan mag hij een training overslaan.'

Niet zoals jij destijds meemaakte dat je na de vroegbevalling, waarbij jullie een kindje verloren, direct weer moest aansluiten bij de groep?
'Inderdaad, er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Zonder nog te veel daarop te willen ingaan, was dat in mijn tijd bij Feyenoord toch anders. Het is als coach heel belangrijk goed met dat soort situaties om te gaan.'

Misschien was het bij Israël ook een vorm van onmacht en onhandigheid.
'Dat zou heel goed kunnen. Daar denk je ook over na en leer je van. Maar vergis je niet, de gemoedstoestand tussen de spelersgroep en de coach is zó belangrijk. Dat zag je onlangs ook weer in de situatie bij Roda JC met Raymond Atteveld. Spelers maken of breken je. Zij moeten het uiteindelijk doen.'

Is dat ook de kracht van Leo Beenhakker, spelers raken?
'Absoluut. Ik heb dat meegemaakt bij Feyenoord en bij Trinidad en Tobago. Zeker Trinidad was niet de meest talentvolle ploeg, maar zoals Leo daarmee omging, was geweldig. Als een soort vaderfiguur. Het geloof in hem was zó sterk dat er het gevoel bestond: De coach zegt het, dus dan is het ook zo.'

Heb je veel geleerd?
'Absoluut. Als het goed gaat, dan moet je die gasten laten delen in het succes. Gaat het slecht, dan moet je vóór je groep gaan staan. Uiteindelijk is het mijn keuze.'

Toch wil Louis van Gaal, de man voor wie jij een groot zwak hebt, bij nederlagen de schuld bij de groep neerleggen en eist hij regelmatig het succes op bij winst.
'Daar zal hij dan ook wel een bepaalde bedoeling mee hebben. Vaak. Al begrijp ik het soms ook niet. Ik heb alleen nog nooit echt met hem over voetbal gesproken. Onlangs heel kort, toen we met Jong NEC bij AZ speelden. Dat vind ik dan wel interessant.'

Qua mediaperfomance zou hij nog wat van jou kunnen leren.
'Ach, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of het een houding is. Als iemand zo goed is, hoeft hij dat mijns inziens nooit meer te zeggen. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarom denk ik soms wel: Louis, waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Dat begrijp ik dan niet.'

Hij zegt moeilijk tegen onrecht te kunnen.
'Daar kan ik óók slecht tegen. Wie wel? Maar neem het niet te hoog op. Al heb ik dat moeten leren. In mijn eerste seizoen kreeg ik ook vragen als: "Voel je de druk al toenemen?" Of: "Vrees je voor je baan?" Als je dat soort teksten krijgt, dan wil je aanvankelijk ook heel fel reageren. Nu ga je je niet echt druk maken. Dat is ook een vorm van ervaring.'

Zijn al die bijdehante opmerkingen spontaan of denk je daarover na?
'Dat is allemaal spontaan. Het is een kwaliteit die ik toevallig heb. Vroeger ging het nog wel eens ten koste van iemand, nu probeer ik altijd een beetje te nuanceren. Maar het moet wel leuk blijven. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. Daarin verschil ik niet met toen ik nog achttien was. Ik loop nog steeds te dollen. Als ik dat ergens op tv doe, krijg ik ook sms'jes van mijn spelers. Dat ik bepaalde dingen niet durf te zeggen. Ik kaart ook geregeld met Gabor Babos tegen Peter Wisgerhof en Bas Sibum. Is uitermate gezellig, maar als me iets op het veld niet aanstaat, dan wissel ik zo'n speler net zo gemakkelijk.'

Waarom doe je al dat tv-werk eigenlijk erbij?
'Ik heb ook even erover moeten nadenken. Bij Eredivisie Live heb ik de afspraak dat ik niets over mensen zeg, maar puur een analyse geef van de wedstrijd. Bovendien zie ik zo alle duels en pak ik veel informatie mee. Of ik nou thuis op de bank zit te kijken of daar in de studio, dan kan ik het net zo goed daar doen.'

Maar de meningmakerij laat je aan je voorbijgaan?
'Ja, zo is dat afgesproken. Ze kunnen me vragen naar de situatie met Atteveld en daar heb ik ook wel een mening over, omdat ik via spelers bepaalde dingen hoor, maar ik voel me niet geroepen iets daarover te zeggen. Dan ga ik toch de trainer Atteveld verdedigen. Ook omdat ik zelf in die situatie kan komen zitten.'

Je wordt steeds voorzichtiger?
'Jazeker. Ik tel steeds vaker tot tien. Ook in de groep. Je kunt niet overal zomaar op reageren zonder de consequenties te overzien. Ja, ik word steeds ouder en wijzer.'

Voordat je het weet, ga je roepen dat vroeger alles beter was...
'Dat gaat te ver, maar waar ik me bijvoorbeeld wel over verbaas, is dat er vandaag de dag zoveel spelers ziek zijn. Als trainer heb ik nog nooit een dag gemist, maar ik kan me ook niet herinneren dat ik als speler ooit door ziekte niet aanwezig was. Natuurlijk, het kan, maar het gebeurt wel steeds meer.'

Zijn vrouw refereerde onlangs nog eens aan zijn bijnaam, Pietje Bell. Het imago van flierefluiter zou hem te lang hebben achtervolgd, meende zij. Het deed geen recht aan de serieuze trainer die hij inmiddels is. Serieus in zijn werk althans, als mens is hij niet veranderd.
'Misschien ben ik nou Piet Bell, maar ik ben inderdaad nog altijd dezelfde. Alleen weet ik nu wanneer het kan. Ben ik me meer bewust van het effect als je een geintje uithaalt.'

Wat is er zo leuk als je toch niet echt kunt genieten?
'Dat moet je relatief zien. Als ik langs de lijn in Zagreb zie hoe mijn ploegje daar in die heksenketel lange tijd keurig overeind blijft, dan geniet ik oprecht. Zeker ook omdat wij de grote underdog in die poule zijn. Erg jammer dat we door enkele ongelukkige momenten verliezen, maar het trainerschap geeft me oprechte voldoening.'

Meer nog dan voetballer?
'Astrid verwoordde dat wel mooi: ik denk dat ik het leuker vind. Natuurlijk heb ik als voetballer mooie dingen meegemaakt, maar als trainer heb ik echte prijzen gewonnen. Het kampioenschap met Excelsior, als assistent de UEFA Cup met Feyenoord. Er komt als trainer ook zoveel meer bij kijken. Ie bent dag en nacht ermee bezig.'

Dat heeft ook invloed op je sociale gedrag. Ben je een minder leuke vader sinds je trainer bent?
'Ik ben minder thuis.'

Dus een minder leuke vader?
'Dat verwacht ik wel, ja. Maar je doet het ook ergens voor.'

Waarvoor dan?
'Voor mijn kinderen; mijn dochter Jaimie en zoon Gianluca. Dat doet een taxichauffeur of een fotograaf toch ook?'

Klinkt nobel, maar je doet het in de eerste plaats omdat jij het leuk vindt.
'Natuurlijk. Maar daarbij is het ook belangrijk voor het gezin. Mijn zoon heeft nu autorijles. Die wil binnenkort toch een autootje hebben. Dan moet je wél een succesvolle trainer worden. Een héél succesvolle, haha.'

Ben je erg egocentrisch?
(Kijkt naar Astrid, die volmondig knikt.) 'Tja, het draait in dit gezin wel altijd om het ding wat ik doe. Daarom was ik ook zo blij met het interview met Astrid in dit blad. Zeiden ze eindelijk een keer: "Wie is die gozer die achter Astrid loopt?" Maar ja, dat is heel mijn leven al zo. Dat het om mij gaat.'

Zou je het aankunnen als de rollen werden omgedraaid? Dat zij de kostwinner werd?
'Nee, nee, dat is mijn taak.'

Je houdt ook te veel van de schijnwerpers?
'Oh ja, dat vind ik helemaal leuk. Daar geniet ik wel van. Al vind ik die schijnwerpers een stuk leuker dan vorig jaar. Het lijkt erop dat alles wat ik nu zeg ineens klopt. Toch zeg ik niets anders dan in de periode waarin we veel verloren.'

Ben je niet bang voor overkill? We zien je erg veel in de media.
'Daarom heb ik ook besloten in overleg met onze perschef Marij Peters wat meer te gaan doseren.'

Je bent erg ambitieus. Je wilt ooit coach worden in Italië en hebt een zwak voor Feyenoord. Dat zal nóg meer publiciteit genereren.
'Ach, iedereen begint altijd over het Feyenoord-verhaal. Feyenoord is voor mij geen noodzaak. Het zou prachtig zijn als het op mijn pad komt, want het is mijn club. Dat is geen geheim.'

Ondanks de vervelende wijze waarop je moest vertrekken bij de komst van Ruud Gullit in 2004?
'Ja. Bovendien kreeg ik de kans naar Excelsior te gaan en me te ontwikkelen. Toen is het balletje echt gaan rollen. Naast Feyenoord lijkt Italië me inderdaad een geweldige uitdaging. Het heeft me bevreemd dat daar nog nooit een Nederlandse trainer heeft gezeten. Ik spreek Italiaans, mijn zoon heet niet voor niets Gianluca. En ik zal niet voor niets Mario heten...'

Zonder Feyenoord is je carrière niet compleet.
'Ja, eigenlijk wel, maar drie jaar geleden heb ik er nooit over mogen denken daar trainer te worden. Nu mag je daarover gaan denken, omdat je het ergens goed doet.'

Zou je afgelopen zomer erin zijn gestapt als het had gekund?
'In plaats van Gertjan Verbeek? Nee. Ik had het twee jaar geleden wél gewild, na mijn seizoen bij Excelsior. Dan had ik het puur gedaan op basis van het feit dat Feyenoord een keuze had moeten maken onder het motto: We gaan nu drie jaar niets presteren, maar alleen investeren. We gaan de tijd nemen een elftal neer te zetten dat drie jaar later kan meedoen om de landstitel. Uiteindelijk hebben ze de keuze gemaakt veel dure spelers te halen, maar het resultaat is er niet naar. Ik zou daarom nu niet erin gestapt zijn, omdat ik denk - met alle respect - dat er nu ook niet veel te halen is. Ik zie Feyenoord dit seizoen geen kampioen meer worden. Al hebben ze wel ongelofelijk veel pech. Tegen ons moeten ze op 1-0 komen, maar na een foutje verliezen ze. Bovendien heb ik erg veel vertrouwen in Verbeek. Zijn visie en de manier waarop hij over voetbal praat, spreken me erg aan. Deze aanpak - strakker, rechtvaardige hand - had de ploeg ook wel nodig.'

Dat ontbrak er dus aan bij Van Marwijk?
'Dat heb ik de laatste jaren niet van dichtbij meegemaakt. Ik heb zijn succesjaar beleefd. Vorig seizoen hoorde je dat er weinig werd getraind, de conditie niet goed was en meer van dat soort zaken. Daarom zou nu het gat te groot zijn. Is overigens ook wel erg gemakkelijk.'

De samenstelling van de groep is toch ook niet erg evenwichtig?
'Dat zou inderdaad beter kunnen.'

Daar hebben ze een technisch directeur voor die kan bijtekenen.
'Klopt, maar daar doe ik geen uitspraken over.Het blijft toch mijn club. Ik kijk nog altijd wat ze gedaan hebben.'

Begrijp je dat een clubman als Gerard Cox zijn seizoenkaart inlevert?
'Als dat soort mensen de club vaarwel gaat zeggen, zouden ze intern zich toch eens achter hun oren moeten krabben. Dat gaat me wel aan het hart. Gerard is een echte Feyenoorder. Dat ben je eigenlijk voor je leven. Niet altijd voor je plezier, maar als de ploeg iets wint, is fin de vreugde des te groter.'

Je weegt je woorden als het over Feyenoord gaat, hè?
'Ik word er nou eenmaal veel mee geconfronteerd. Ik wil niets verkeerds zeggen over die club, maar natuurlijk heb ik er
wel ideeën over.'

Het moet je toch vleien dat je steeds vaker met de club in verband wordt gebracht?
'Ja, dat is mooi. Maar het zijn alleen de media en het publiek die dat roepen. Ik heb zelf nog nooit met Feyenoord over zoiets gesproken. Schijnbaar denken ze er daar anders over.'

Je vertrok omdat Gullit op zoek ging naar nieuwe assistenten. Was dat achteraf dom van hem?
'Hij had in elk geval iemand om zich heen gehad die de ins en outs van de club kende. Ruud heeft toen iedereen overboord gegooid. Dat was niet zo slim. Later zei hij dat hij met heel veel assistenten in gesprek was, maar tegen John Metgod en mij had hij nog helemaal niets gezegd. Toen heb ik nogal impulsief gezegd: Jongen, ik gun jou het beste en het maakt mij niet uit wie je neemt als assistent, maar ik wil geen tweede keus zijn en vertrek. Later heeft Ruud me verteld dat hij toen nog zoekende was en ik te snel conclusies had getrokken.'

Gaat het je dan nu aan het hart dat zijn carrière steeds verder mislukt?
'Ja, dat vind ik jammer. Het heeft ook met keuzes te maken. Hij kiest toch voor Amerika...'

Het mislukte daar volgens hem omdat de Amerikaanse werkwijze niet klopte. Kijkt Ruud wel genoeg in de spiegel?
'Tja, weet je, Ruud is nog getuige geweest op mijn huwelijk. Toch ben ik hem daarna bijna geheel uit het oog verloren, omdat we nagenoeg geen contact meer hebben. Hij had natuurlijk een geweldige voetbalcarrière en heeft als trainer met Chelsea wel de FA Cup gewonnen. In Nederland ging het bij Feyenoord wat minder en nu is de vraag wat hij wil. Ik gun hem het beste, want ik heb geen rancune. Ik vond het destijds wel jammer dat hij het in De Kuip zo aanpakte. Het moment en de manier waarop ik weg moest, leken erg op mijn vertrek als voetballer. Toen liet ik ze kiezen tussen Israël en mij. Ik kon nou eenmaal niet met hem door één deur. Ze kozen voor de trainer en ik ging naar Pisa.'

Kijk je veel achterom?
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben weinig bezig met het verleden. Het draait om nu en de toekomst.'

De toekomst is ook elke dag een stukje dichter bij de dood. Dat bevreest je enorm.
'Ja, daar wil ik absoluut niet over nadenken. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb er ook geen idee bij. Dan zie ik Astrid en de kinderen niet meer. Als ik het nu met je bespreek, vind ik het al heel erg. Ik ben alleen maar met leuke dingen bezig.'

Als er geen dood zou zijn, zou het leven oneindig zijn. Het is toch wel overzichtelijk dat er ooit een einde komt?
'Ik kan er niets mee. Ik wil gewoon elke dag plezier hebben, vooral niet stilstaan bij de dood.'

Hoe verwerkte je dan de vroeggeboortes die jullie zijn overkomen?
'Dat deed ik vooral in mezelf. Trok me enigszins terug en probeerde het een plaats te geven. Het klinkt zo clichématig, maar je moet door. Natuurlijk zijn er nog wel eens dagen dat je eraan denkt. Daarom zijn we ook zo gelukkig met de twee kinderen die we wél hebben.'

Je bent dus vooral van het luchtige, maar toch ben je ook erg bijgelovig.
'Ik ga elke week het schilderij van Ernst Happel goed hangen in café 't Haantje in Rotterdam.'

Natuurlijk...
'Nee, echt. Dat is een heel groot café waar Happel één keer per week zat te kaarten. Toen het zo slecht ging met NEC, zeiden mensen tegen mij dat ik maar met Happel moest gaan praten. Dan zou het wel goed komen. Dus toen ben ik naar 't Haantje gegaan en heb ik het schilderij recht gehangen, terwijl ik hem vroeg: Ben je deze week bij ons? Als een geintje, maar toch. En prompt wonnen we in Heerenveen. Ik dacht: Potverdorie, ongelofelijk! Meteen werd ik gebeld door een vriend: "Happel was er, hè?" Dus ik de volgende keer wéér naar dat schilderij toe en sindsdien doe ik het nog steeds.'

Ben je de laatste weken zeker wat minder geweest?
'Haha, dat zou je bijna denken. Bij Ajax hadden we niet zoveel in te brengen, maar tegen Dinamo Zagreb en FC Groningen geef je het in de slotfase gewoon zelf weg. Toch een vorm van concentratie. Zoals Gonzalo Garcia vrijstond bij die 2-2 van Groningen, dat mag natuurlijk niet gebeuren. Maar ik ben toch echt elke keer even bij Happel langs geweest.'

Heb je nog meer van dit soort bijgeloof?
'In Nijmegen is een restaurantje, De Bok, waar ten minste één keer per week kom. Dan gooi ik alle tandenstokers om. Dat tij is begonnen bij een van de eerste wedstrijden van het succes en sindsdien blijf ik dat doen. Het gaat nergens over, maar ja... En ik bel Henk de Gier (paragnost/ magnetiseur, red.) ook bijna altijd: Je bent toch wel bij ons, hè? Hij behandelt ook nog ín altijd Dirk Kuijt. Dat zijn gevoelsmatig heel belangrijke dingen voor mij. Ik ben ook heel precies in mijn voorbereiding. Mijn schrijfbord is keurig. Ik schrijf heel netjes. En elke keer opnieuw. Al vertel ik precies hetzelfde verhaal, ik veeg het uit en schrijf het nogmaals op. Alles moet kloppen.'

Dat zit tegen het neurotische aan.
'Ja, ik kan ook beslist niet tegen rotzooi. Ik moet altijd in een schone auto rijden. Als ik thuiskom en Astrid is er niet, dan ga ik eerst altijd stofzuigen. Nagenoeg elke dag. Dat vind ik leuk, het gevoel dat alles goed is. Mijn kledingkast idem. Alle haakjes dezelfde kant op, zwart bij zwart, wit bij wit.'

En als Astrid iets verandert?
'Dat doet ze niet, want dat doe ik. Ik ruim ook vaak haar kast op.'

Dan zal de kleedkamer bij NEC er ook wel goed uitzien?
'Absoluut. Ik erger me mateloos als de kleedkamer heel smerig is. Als de jongens nieuwe voetbalschoenen krijgen, dan mikken ze de lege dozen overal neer. Word ik gek van. Dan ga ik ze zelf opruimen. Zet ik ze uit de kleedkamer en vraag of iemand ze kan weghalen. Maar dat is toch normaal? Ik hou niet van rommel.'

Je toewijding en perfectionisme lijken groot. Waar droom je nog van?
'Ooit kampioen worden met Feyenoord. Mooie droom toch? En dan stoppen.'

Dan ga je dus niet meer naar Italië?
'Dat doe ik ervóór.'


Kan iemand t ff in braille zetten....ben blind namelijk
Uitspraak van Joey Buttafucko op vrijdag 7 november 2008 om 10:41:
DINAMO!!! DINAMO!!!


hehe, jah dat heb ik nou al 2x gehoord die ellende!
keer wat anders zou leuk zijn;)
 
er is maar 1 echte super Mario

Melchiot :respect:
 
Uitspraak van Joey Buttafucko op donderdag 6 november 2008 om 17:02:
Contract voor het leveng!!!


anderhalf jaar geleden liep je nog te roepen dat die weg moest
Uitspraak van permanent verbannen op vrijdag 7 november 2008 om 14:28:
anderhalf jaar geleden liep je nog te roepen dat die weg moest


dat was een vrijblijvend advies, we stonden laatste n.b.
Een mens kan zich bedenken toch?