't Kofschip (soms ook 't fokschaap, soft ketchup of pokkeschoft) is een bekend ezelsbruggetje om te bepalen hoe de onvoltooid verleden tijd en het voltooid deelwoord van regelmatige zwakke werkwoorden volgens de Nederlandse spelling geschreven moeten worden.
Het ezelsbruggetje steunt op de eigenschap dat alle medeklinkers in de woordcombinatie 't kofschip stemloos zijn - en dat er geen andere stemloze medeklinkers zijn.
De toepassing van het ezelsbruggetje kan worden uitgelegd met een aantal voorbeelden: maken, blaffen, krabben en leven:
Haal van de infinitief (het hele werkwoord) de letters -en af.
mak-, blaff-, krabb-, lev-
Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't kofschip?
mak-, blaff- (ja); krabb-, lev- (nee)
Zo ja: de verleden tijd wordt gevormd met de uitgang -te.
maakte, blafte
Zo nee: de verleden tijd wordt gevormd met de uitgang -de.
krabde, leefde
Van werkwoorden die in de onvoltooid verleden tijd de uitgang -te krijgen, eindigt het voltooid deelwoord op de uitgang -t: gemaakt, geblaft. Het voltooid deelwoord van de overige regelmatige werkwoorden wordt met de uitgang -d geschreven: geleefd, gekrabd. Hoewel ook hier de regel van 't kofschip kan worden toegepast, is er een gemakkelijker handvat: als je het voltooid deelwoord verlengt met een -e, is meestal meteen te horen of er een t of een d geschreven moet worden.
Bij het bepalen of de laatste letter van de stam in 't kofschip voorkomt moet gekeken worden naar het hele werkwoord. Zo wordt het voltooid deelwoord van geloven niet geschreven als gelooft maar als geloofd, omdat na weghalen van de -en van het hele werkwoord, het restant gelov- eindigt op v, wat niet in 't kofschip voorkomt.
Voorbeelden:
de gemaakte opgaven - de opgave is gemaakt
de opengekrabde wond - wond opengekrabd
de geleefde werkelijkheid - werkelijkheid geleefd
de geblafte bevelen - bevelen geblaft.
ik heb in jou geloofd - een d omdat in het hele werkwoord geloven een v staat, en v komt niet voor in 't kofschip. Dit geldt ook voor de werkwoorden die een verharde s hebben zoals: verhuizen. Ik ben vorig jaar verhuisd- een d omdat in het hele werkwoord verhuizen een z staat, en z komt ook niet voor in 't kofschip.