(permanent verbannen)
‘Ze willen sterven voor Feyenoord’
ROTTERDAM - Niet de liefde voor Feyenoord. Niet het vechten. Het is vriendschap die de harde kern van de Rotterdamse club bindt.
Aan de zwijgplicht - Omerta - wordt zwaar getild. Dat zegt de Rotterdamse fotograaf Kees Spruijt (44), die de onvoorwaardelijke vriendschap probeerde te vangen in zijn fotodocumentaire Voor Kameraden. Beeld van de harde kern van Feyenoord. Volgende week verschijnt het bijbehorende boek en opent een expositie in de Kunsthal.
Van voetbal houdt Spruijt niet. Hij komt dan ook niet in de Kuip om met zijn camera een mooie actie op het groene gras vast te leggen. Maar bij de Kuip komt hij wel. Daar maakte hij zijn eerste rellenfoto, vele jaren geleden.
Nu staat hij bekend als dé hooliganfotograaf van Rotterdam. Hij was de man die de aangrijpende foto van een stervende Ajacied Picornie maakte tijdens de veldslag van Beverwijk, het dieptepunt van hooliganisme van Feyenoord. Door de juiste contacten was Spruijt vaak op het juiste moment op de juiste plek. ,,De politie volgde mij soms van huis, om te weten waar ik heen ging.’’
Toen hij vier jaar geleden 40 jaar werd, stelde hij zichzelf een doel. Voor zijn 50ste wil hij vijf fotoboeken maken. De harde kern van Feyenoord was zijn logische eerste keus, ook vanwege het 100-jarige bestaan van de club dit jaar. Hij wilde geen rellenboek maken. Niet de bekende beelden van vliegende stenen naar politie en Ajax. De kick van de exclusieve nieuwsfoto kende hij immers al. ,,Ik wilde niet het hooliganisme verheerlijken, maar de andere kant laten zien. Een tijdsdocument afleveren.’’
Het werd een project met vele hobbels. Waar het bij hooliganfoto’s normaal is de gezichten ‘weg te poetsen’ wilde Spruijt dit niet. Hij moest dus vertrouwen kweken, de angst een ‘smoelenboek’ voor de politie te maken wegnemen. ,,Ik heb ze zover gekregen om te laten zien waar ze voor staan.’’
Op momenten wilde hij de camera aan de wilgen hangen. De hooligans bleken onvoorspelbaar. Toen hij bij een onschuldige barbecue met gebroken ribben op de grond eindigde – één gast was verre van gecharmeerd van zijn aanwezigheid – vluchtte hij niet. Ondanks de helse pijn. ,,Als je gelijk wegloopt, hoef je niet meer terug te komen.’’
Het voerde een maandenlang gevecht om de foto’s te maken die hij wilde maken. Hij moest continu opletten. Een enkele keer kwam hij op plaatsen waar hij niet wilde zijn. Zoals bij DRL, de amateurclub op Zuid waar vorig jaar tijdens een gevecht met honkbalknuppels zijn ramen van zijn auto werden ingeslagen.
Spruijt heeft er vrede mee dat hij sommige foto’s niet kon maken. Bijvoorbeeld omdat een lid van de harde kern zijn goede baan als advocaat of chirurg niet in gevaar wilde brengen. Zijn boek geeft toch een ongekend inzicht in het leven van de harde kern. Een leven dat hij slechts registreerde. ,,Ik wilde het laten zien, zoals het was. Zonder boodschap.’’
De haat tegen Ajax is ‘verdekt’ te zien, net als het geweld tegen de politie. Maar deze kant van het hooliganisme speelt geen hoofdrol. Het samen zijn is de rode draad. Samen naar de wedstrijd, samen rellen, samen feesten, samen huilen, samen sterk.
De rauwe foto’s zonder veel opsmuk tonen het rauwe leven. Van versneden cocaïne op een kinderdvd tijdens een feestje tot een wandeling achter de kinderwagen van een van de bekendste Rotterdamse hooligans. Van rouwenden bij een graf tot een jongen die wanhopig rondkijkt in zijn uitgebrande keuken. ,,Daar werd geld voor gelapt. Net als voor de gezinnen van jongens die langer in de cel zitten.’’
De vele tatoeages tonen hoe de mannen, die uit heel Nederland komen, hooligan zijn voor het leven. De tattoo met twee gezichten staat symbool voor het dubbelleven dat de jongens leiden, het woord ‘Omerta’ voor de zwijgplicht die boven alles gaat. Het meest aangrijpend vond Spruijt het afscheid van een van de jongens die naar Uruzgan ging. ,,Hij werd op handen naar buiten gedragen.’’
Werd Spruijt door eeuwig aanwezig te zijn met zijn camera geen deel van die groep? Kan hij er nog van loskomen? ,,Je blijft altijd een buitenstaander. Ik heb geen vrienden gemaakt. Van de 500 leden van de harde kern die ik nu ken, heb ik misschien met één procent een échte klik. Maar ze hebben mij als buitenstaander wel in hun leven gelaten. Zelfs in hun eigen huis. Uiteindelijk zijn het supernormale mensen, maar ze beleven alles extremer. Dat onderscheidt hen van de doorsneesupporter met pet en sjaal. Als het moet, willen ze sterven voor het shirt van Feyenoord.’’
ROTTERDAM - Niet de liefde voor Feyenoord. Niet het vechten. Het is vriendschap die de harde kern van de Rotterdamse club bindt.
Aan de zwijgplicht - Omerta - wordt zwaar getild. Dat zegt de Rotterdamse fotograaf Kees Spruijt (44), die de onvoorwaardelijke vriendschap probeerde te vangen in zijn fotodocumentaire Voor Kameraden. Beeld van de harde kern van Feyenoord. Volgende week verschijnt het bijbehorende boek en opent een expositie in de Kunsthal.
Van voetbal houdt Spruijt niet. Hij komt dan ook niet in de Kuip om met zijn camera een mooie actie op het groene gras vast te leggen. Maar bij de Kuip komt hij wel. Daar maakte hij zijn eerste rellenfoto, vele jaren geleden.
Nu staat hij bekend als dé hooliganfotograaf van Rotterdam. Hij was de man die de aangrijpende foto van een stervende Ajacied Picornie maakte tijdens de veldslag van Beverwijk, het dieptepunt van hooliganisme van Feyenoord. Door de juiste contacten was Spruijt vaak op het juiste moment op de juiste plek. ,,De politie volgde mij soms van huis, om te weten waar ik heen ging.’’
Toen hij vier jaar geleden 40 jaar werd, stelde hij zichzelf een doel. Voor zijn 50ste wil hij vijf fotoboeken maken. De harde kern van Feyenoord was zijn logische eerste keus, ook vanwege het 100-jarige bestaan van de club dit jaar. Hij wilde geen rellenboek maken. Niet de bekende beelden van vliegende stenen naar politie en Ajax. De kick van de exclusieve nieuwsfoto kende hij immers al. ,,Ik wilde niet het hooliganisme verheerlijken, maar de andere kant laten zien. Een tijdsdocument afleveren.’’
Het werd een project met vele hobbels. Waar het bij hooliganfoto’s normaal is de gezichten ‘weg te poetsen’ wilde Spruijt dit niet. Hij moest dus vertrouwen kweken, de angst een ‘smoelenboek’ voor de politie te maken wegnemen. ,,Ik heb ze zover gekregen om te laten zien waar ze voor staan.’’
Op momenten wilde hij de camera aan de wilgen hangen. De hooligans bleken onvoorspelbaar. Toen hij bij een onschuldige barbecue met gebroken ribben op de grond eindigde – één gast was verre van gecharmeerd van zijn aanwezigheid – vluchtte hij niet. Ondanks de helse pijn. ,,Als je gelijk wegloopt, hoef je niet meer terug te komen.’’
Het voerde een maandenlang gevecht om de foto’s te maken die hij wilde maken. Hij moest continu opletten. Een enkele keer kwam hij op plaatsen waar hij niet wilde zijn. Zoals bij DRL, de amateurclub op Zuid waar vorig jaar tijdens een gevecht met honkbalknuppels zijn ramen van zijn auto werden ingeslagen.
Spruijt heeft er vrede mee dat hij sommige foto’s niet kon maken. Bijvoorbeeld omdat een lid van de harde kern zijn goede baan als advocaat of chirurg niet in gevaar wilde brengen. Zijn boek geeft toch een ongekend inzicht in het leven van de harde kern. Een leven dat hij slechts registreerde. ,,Ik wilde het laten zien, zoals het was. Zonder boodschap.’’
De haat tegen Ajax is ‘verdekt’ te zien, net als het geweld tegen de politie. Maar deze kant van het hooliganisme speelt geen hoofdrol. Het samen zijn is de rode draad. Samen naar de wedstrijd, samen rellen, samen feesten, samen huilen, samen sterk.
De rauwe foto’s zonder veel opsmuk tonen het rauwe leven. Van versneden cocaïne op een kinderdvd tijdens een feestje tot een wandeling achter de kinderwagen van een van de bekendste Rotterdamse hooligans. Van rouwenden bij een graf tot een jongen die wanhopig rondkijkt in zijn uitgebrande keuken. ,,Daar werd geld voor gelapt. Net als voor de gezinnen van jongens die langer in de cel zitten.’’
De vele tatoeages tonen hoe de mannen, die uit heel Nederland komen, hooligan zijn voor het leven. De tattoo met twee gezichten staat symbool voor het dubbelleven dat de jongens leiden, het woord ‘Omerta’ voor de zwijgplicht die boven alles gaat. Het meest aangrijpend vond Spruijt het afscheid van een van de jongens die naar Uruzgan ging. ,,Hij werd op handen naar buiten gedragen.’’
Werd Spruijt door eeuwig aanwezig te zijn met zijn camera geen deel van die groep? Kan hij er nog van loskomen? ,,Je blijft altijd een buitenstaander. Ik heb geen vrienden gemaakt. Van de 500 leden van de harde kern die ik nu ken, heb ik misschien met één procent een échte klik. Maar ze hebben mij als buitenstaander wel in hun leven gelaten. Zelfs in hun eigen huis. Uiteindelijk zijn het supernormale mensen, maar ze beleven alles extremer. Dat onderscheidt hen van de doorsneesupporter met pet en sjaal. Als het moet, willen ze sterven voor het shirt van Feyenoord.’’
Feyenoord















![[img width=352 height=288]http://www.josdriessen.nl/Data/Deelder.jpg[/img]](http://www.josdriessen.nl/Data/Deelder.jpg)

