
Rond de persoon van Che Guevara is een persoonlijkheidscultus ontstaan die zijn grondslagen heeft op drie factoren, die logisch uit elkaar voortvloeiden. Ten eerste de foto van Alberto Korda, misschien wel de bekendste portretfoto ooit, waarop hij afgebeeld is. Verder is er een kleurendruk van de Ierse graficus Jim Fitzpatrick. Deze foto, genomen op een begrafenis in Cuba in 1960 is pas in 1967, het jaar van Guevara's executie, uitgebracht. De verspreiding van deze foto door de jaren heen heeft voor een enorme bekendheid gezorgd.
De tweede reden voor de persoonlijkheidscultus is zijn voortijdige dood, als gevolg van een executie. Hierdoor werd Guevara een icoon van de communistische revolutie en een symbool voor de strijder tegen onrecht, waarbij velen zijn daden als militair en voltrekker van executies afdeden als noodzakelijk. Zowel de communisten als de armen van Zuid-Amerika zagen in hem nu een soort Messias.
Tot slot speelde de hippiebeweging een belangrijke rol. De groeiende weerstand tegen de Vietnamoorlog en de roep om sociale veranderingen maakten de mensen gevoelig voor charisma en bovendien op zoek naar propagandamateriaal, of op z'n minst een icoon. Een vijand van de VS, geliquideerd door een door de CIA georganiseerde legereenheid was met het toenemende anti-Amerikanisme een geliefd symbool.
Tegenwoordig is de politieke lading van Che Guevara voor een groot deel ondergeschikt geworden aan zijn sociale betekenis als modefiguur. Daardoor wordt hij op allerhande voorwerpen afgebeeld, terwijl sommige mensen uit de jongere generaties niet meer weten waar hij voor staat. Vlaggen, mokken, ansichtkaarten, T-shirts en baseballpetjes dragen allemaal zijn beeltenis