Lang leve de snorder!
Het openbaar vervoer tussen de Bijlmer en de binnenstad mag dankzij de metro van een redelijk niveau zijn, binnen het stadsdeel Bijlmermeer is het een drama.
Verbindingen tussen het oostelijk en het westelijk deel van de Bijlmer worden vooral onderhouden door streekbussen, die om een of andere reden allemaal hun eigen halte hebben en een dienstregeling waar men in Noordoost-Groningen meewarig het hoofd om zou schudden
.
Gelukkig lossen ze dat soort dingen hier heel handig op.
Toen ik eens, zondagochtend om een uur of acht, in de stromende regen een klein half uur tevergeefs op een bus had staan wachten, zorgde een opgewekte Pakistaan in een aftandse Opel er alsnog voor dat ik de supporterstrein naar de uitwedstrijd tegen PSV niet miste. Zijn bemoedigende woorden mochten niet baten: Ajax verloor met 1-0. Hij bleek op de terugweg net zo teleurgesteld als ik.
Toen ik gistermiddag met vier zware tassen vol boodschappen weer naar huis wilde, was de snorder er opnieuw eerder dan Connexxion-lijn 175.
En zolang een TCA taxi-chauffeur zo'n 35 euro rekent voor een rit vanuit de binnenstad - als hij in het donker überhaupt bereid is naar een enge ghetto te rijden - heeft iedere Bijlmerbewoner het nummer van een snorder in het geheugen van zijn GSM.
Ik weet dat het niet mag, ik weet dat de passagier onverzekerd is, en ik weet dat snorders de officiële taxicentrales een doorn in het oog zijn. Maar de snorder is in Bijlmermeer bijkans onmisbaar. De officieuze economie lost hier problemen op die de bovenwereld laat liggen.
Het openbaar vervoer tussen de Bijlmer en de binnenstad mag dankzij de metro van een redelijk niveau zijn, binnen het stadsdeel Bijlmermeer is het een drama.
Verbindingen tussen het oostelijk en het westelijk deel van de Bijlmer worden vooral onderhouden door streekbussen, die om een of andere reden allemaal hun eigen halte hebben en een dienstregeling waar men in Noordoost-Groningen meewarig het hoofd om zou schudden
Gelukkig lossen ze dat soort dingen hier heel handig op.
Toen ik eens, zondagochtend om een uur of acht, in de stromende regen een klein half uur tevergeefs op een bus had staan wachten, zorgde een opgewekte Pakistaan in een aftandse Opel er alsnog voor dat ik de supporterstrein naar de uitwedstrijd tegen PSV niet miste. Zijn bemoedigende woorden mochten niet baten: Ajax verloor met 1-0. Hij bleek op de terugweg net zo teleurgesteld als ik.
Toen ik gistermiddag met vier zware tassen vol boodschappen weer naar huis wilde, was de snorder er opnieuw eerder dan Connexxion-lijn 175.
En zolang een TCA taxi-chauffeur zo'n 35 euro rekent voor een rit vanuit de binnenstad - als hij in het donker überhaupt bereid is naar een enge ghetto te rijden - heeft iedere Bijlmerbewoner het nummer van een snorder in het geheugen van zijn GSM.
Ik weet dat het niet mag, ik weet dat de passagier onverzekerd is, en ik weet dat snorders de officiële taxicentrales een doorn in het oog zijn. Maar de snorder is in Bijlmermeer bijkans onmisbaar. De officieuze economie lost hier problemen op die de bovenwereld laat liggen.











