Geld kostte Van Beveren plek
door Frans van den Nieuwenhof
Het boek KLEM! is een scherp en kritisch eerbetoon aan doelman Jan van Beveren.
'Weet je wat', dacht Ruud Doevendans, 'ik ga een boek schrijven. Want mijn jeugdheld, Jan van Beveren, blijft me fascineren en intrigeren'. Hij vroeg zich af hoe één van 's werelds meest begenadigde keepers zo weinig interlands speelde met het Nederlands elftal?
Doevendans had geen enkele ervaring als schrijver, maar zijn absolute wil om de waarheid boven tafel te krijgen, leverde een fenomenaal goed boek op. KLEM! is een scherp en kritisch eerbetoon aan Van Beveren. De schrijver sprak met tientallen betrokkenen, analyseerde videobanden van vele wedstrijden en fileerde Van Beverens relatie met Johan Cruijff tot op het bot.
Het breekpunt in de loopbaan van Van Beveren is natuurlijk zijn afwezigheid op het WK van 1974. Tot die tijd was hij zes, zeven jaar lang de onbetwiste nummer één van Nederland geweest. Op het WK, zo wil de geschiedschrijving, had het team echter een 'meevoetballende keeper' (Jan Jongbloed) nodig. Doevendans weerlegt die aanname feilloos. Jongbloed blijkt in zeven WK-wedstrijden slechts één relevante ingreep buiten het strafschopgebied te hebben verricht. De afwezigheid van Van Beveren is geen voetbaltechnische keuze geweest, maar kwam voort uit een hoogoplopend financieel conflict met Johan Cruijff en diens schoonvader Cor Coster.
Uit documenten die Doevendans publiceert, blijkt dat de verdeling van de reclamegelden voor en tijdens het WK de oorzaak is geweest van de breuk met Van Beveren. De KNVB trok die zomer 150.000 gulden uit om persoonlijke sponsorcontracten van bepaalde spelers (Cruijff, Neeskens, Van Hanegem, Keizer) af te kopen. Dit geld kwam uit de gezamenlijke pot, waaruit de gehele selectie betaald diende te worden. Per saldo kregen de overgebleven spelers dus veel minder uitbetaald dan de vier vedetten.
Van Beveren bevestigt dit in het boek: "Daar is het allemaal begonnen. Ik heb toen tegen de andere spelers gezegd dat ik wel in de gaten had waar dat geld naartoe zou gaan. Toen moet er iets ontstaan zijn: van die vent moeten we af. Die doet veel te moeilijk, wordt ons veel te gevaarlijk."
Verschillende getuigen melden in het boek dat Van Beveren weigerde zich te laten begeleiden door Inter Football, het bedrijf van Cruijffs schoonvader Cor Coster. Volgens oud-secretaris Jan Huijbregts van de KNVB was dat 'niet slim' van de doelman.
Michels, die een conflict met Cruijff wil voorkomen, zet Van Beveren op dat moment onder druk. Drie weken voor het WK eist Michels dat de doelman meespeelt in een oefenwedstrijd tegen HSV, omdat hij daar zijn 'vaste ploeg' aan het werk wil zien. Van Beveren voelt zich nog niet helemaal fit, hij is net hersteld van een liesblessure, maar geeft aan dat zijn terugkeer een kwestie van dagen is. 'Dan heb ik een slecht bericht voor je', zegt de bondscoach, die de doelman naar huis stuurt.
In de wedstrijd tegen HSV speelt Oranje allerminst met het WK- team. Michels kiest voor onder anderen Schrijvers, Strik, Israel, Willy van de Kerkhof, Mulder, Brokamp en Keizer! Geen van allen spelers die drie weken later tegen Uruguay staan opgesteld. Op 5 juni 1974, in de laatste oefenwedstrijd tegen Roemenië, nog steeds geen Jongbloed in het doel, maar Eddy Treytel van Feyenoord.
De invloed van Cruijff is gigantisch, zowel op financieel als op technisch vlak. Vanaf het WK in West-Duitsland domineert PSV de vaderlandse competitie. Voor de uitwedstrijd (EK-kwalificatie) van september 1975 tegen Polen zijn zes spelers van PSV geselecteerd, onder wie de teruggekeerde Van Beveren. Cruijff en Neeskens mogen een dag later naar Chorzov afreizen. Knobel legt de training stil als de twee zich melden. Iedereen begroet hen, behalve de zes PSV'ers. Van der Kuijlen maakt een losse opmerking in de trant van: zo, de koningen van Spanje zijn gearriveerd. Die uitspraak verschijnt later in een krant en Cruijff roept Van Beveren ter verantwoording, omdat hij er kennelijk van overtuigd is dat de doelman de roerganger achter de onvrede is. Dan spreekt Cruijff het machtswoord: jij eruit of wij eruit.
Zo'n vaart loopt het nog niet, maar Oranjes tweede doelman Piet Schrijvers, van Ajax, bevestigt de rol van Cruijff. "Knobel werd helemaal ingepakt door de Ajacieden. Om Jan te sarren hebben ze nog eens emmers water in zijn bed leeggegooid."
Van Beveren en Van der Kuijlen willen zich dan ook niet zomaar beschikbaar stellen voor de return tegen Polen. Knobel praat hen om en zegt de twee toe dat er 'dingen zullen veranderen' bij het Nederlands elftal. Op zaterdag 11 oktober 1975 ontvangt Knobel echter een telefoontje van Cruijff, wiens woorden helder zijn: Van Beveren en Van der Kuijlen moeten uit het elftal, Jongbloed en Van Hanegem moeten erin - zo herinnert Knobel zich nog. Cruijff dreigt dat anders alle Ajacieden zullen opstappen.
De maandag daarop, in Zeist, komt het al snel tot een gesprek. De PSV'ers hebben - op aandrang van manager Ben van Gelder en trainer Kees Rijvers - afgesproken dat ze solidair met elkaar zullen zijn als Cruijff voet bij stuk houdt. De vergadering loopt bijna op een handgemeen uit. Cruijff zet de zaak op scherp en zegt: 'Meneer Knobel, u moet maar kiezen. Als u verder wilt gaan met Van Beveren en Van der Kuijlen, dan stap ik nu op'. 'Dan kies ik voor Cruijff', zegt Knobel. De overige PSV'ers (Krijgh, Van Kraaij en de gebroeders Van de Kerkhof) blijven op aandrang van Van Beveren tóch in Zeist achter. Volgens Rijvers heeft die opstelling uiteindelijk - drie, vier jaar later - geleid tot een scheiding der geesten binnen PSV.
Terugblikkend stelt Knobel vast dat Van Beveren 'in wezen gelijk had' met zijn opstelling. Hij bevestigt ook dat er in Polen spelletjes zijn gespeeld met de doelman. "Ook toen had Van Beveren gelijk", zegt hij nu. In de kranten worden de twee PSV'ers aan de schandpaal genageld.
Van Beveren hoopt nog steeds op deelname aan een WK en de nieuwe bondscoach Jan Zwartkruis haalt hem begin 1977 terug bij Oranje. De doelman dwingt bij de KNVB af dat hij alle misgelopen premies over de laatste drie jaren krijgt uitbetaald. Als Van Beveren zich vervolgens bij de selectie meldt, heeft ook Zwartkruis een vervelende mededeling. Hij kiest in de kwalificatiewedstrijd tegen IJsland (uit) voor de onervaren en relatief onbekende Jan Ruiter. In het boek zegt Ruiter: "Iedereen ging ervan uit dat Van Beveren zou spelen, maar Zwartkruis ging even overleggen met aanvoerder Ruud Krol en de zaken werden plotseling weer omgedraaid. Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar feitelijk was het corruptie."
door Frans van den Nieuwenhof
Het boek KLEM! is een scherp en kritisch eerbetoon aan doelman Jan van Beveren.
'Weet je wat', dacht Ruud Doevendans, 'ik ga een boek schrijven. Want mijn jeugdheld, Jan van Beveren, blijft me fascineren en intrigeren'. Hij vroeg zich af hoe één van 's werelds meest begenadigde keepers zo weinig interlands speelde met het Nederlands elftal?
Doevendans had geen enkele ervaring als schrijver, maar zijn absolute wil om de waarheid boven tafel te krijgen, leverde een fenomenaal goed boek op. KLEM! is een scherp en kritisch eerbetoon aan Van Beveren. De schrijver sprak met tientallen betrokkenen, analyseerde videobanden van vele wedstrijden en fileerde Van Beverens relatie met Johan Cruijff tot op het bot.
Het breekpunt in de loopbaan van Van Beveren is natuurlijk zijn afwezigheid op het WK van 1974. Tot die tijd was hij zes, zeven jaar lang de onbetwiste nummer één van Nederland geweest. Op het WK, zo wil de geschiedschrijving, had het team echter een 'meevoetballende keeper' (Jan Jongbloed) nodig. Doevendans weerlegt die aanname feilloos. Jongbloed blijkt in zeven WK-wedstrijden slechts één relevante ingreep buiten het strafschopgebied te hebben verricht. De afwezigheid van Van Beveren is geen voetbaltechnische keuze geweest, maar kwam voort uit een hoogoplopend financieel conflict met Johan Cruijff en diens schoonvader Cor Coster.
Uit documenten die Doevendans publiceert, blijkt dat de verdeling van de reclamegelden voor en tijdens het WK de oorzaak is geweest van de breuk met Van Beveren. De KNVB trok die zomer 150.000 gulden uit om persoonlijke sponsorcontracten van bepaalde spelers (Cruijff, Neeskens, Van Hanegem, Keizer) af te kopen. Dit geld kwam uit de gezamenlijke pot, waaruit de gehele selectie betaald diende te worden. Per saldo kregen de overgebleven spelers dus veel minder uitbetaald dan de vier vedetten.
Van Beveren bevestigt dit in het boek: "Daar is het allemaal begonnen. Ik heb toen tegen de andere spelers gezegd dat ik wel in de gaten had waar dat geld naartoe zou gaan. Toen moet er iets ontstaan zijn: van die vent moeten we af. Die doet veel te moeilijk, wordt ons veel te gevaarlijk."
Verschillende getuigen melden in het boek dat Van Beveren weigerde zich te laten begeleiden door Inter Football, het bedrijf van Cruijffs schoonvader Cor Coster. Volgens oud-secretaris Jan Huijbregts van de KNVB was dat 'niet slim' van de doelman.
Michels, die een conflict met Cruijff wil voorkomen, zet Van Beveren op dat moment onder druk. Drie weken voor het WK eist Michels dat de doelman meespeelt in een oefenwedstrijd tegen HSV, omdat hij daar zijn 'vaste ploeg' aan het werk wil zien. Van Beveren voelt zich nog niet helemaal fit, hij is net hersteld van een liesblessure, maar geeft aan dat zijn terugkeer een kwestie van dagen is. 'Dan heb ik een slecht bericht voor je', zegt de bondscoach, die de doelman naar huis stuurt.
In de wedstrijd tegen HSV speelt Oranje allerminst met het WK- team. Michels kiest voor onder anderen Schrijvers, Strik, Israel, Willy van de Kerkhof, Mulder, Brokamp en Keizer! Geen van allen spelers die drie weken later tegen Uruguay staan opgesteld. Op 5 juni 1974, in de laatste oefenwedstrijd tegen Roemenië, nog steeds geen Jongbloed in het doel, maar Eddy Treytel van Feyenoord.
De invloed van Cruijff is gigantisch, zowel op financieel als op technisch vlak. Vanaf het WK in West-Duitsland domineert PSV de vaderlandse competitie. Voor de uitwedstrijd (EK-kwalificatie) van september 1975 tegen Polen zijn zes spelers van PSV geselecteerd, onder wie de teruggekeerde Van Beveren. Cruijff en Neeskens mogen een dag later naar Chorzov afreizen. Knobel legt de training stil als de twee zich melden. Iedereen begroet hen, behalve de zes PSV'ers. Van der Kuijlen maakt een losse opmerking in de trant van: zo, de koningen van Spanje zijn gearriveerd. Die uitspraak verschijnt later in een krant en Cruijff roept Van Beveren ter verantwoording, omdat hij er kennelijk van overtuigd is dat de doelman de roerganger achter de onvrede is. Dan spreekt Cruijff het machtswoord: jij eruit of wij eruit.
Zo'n vaart loopt het nog niet, maar Oranjes tweede doelman Piet Schrijvers, van Ajax, bevestigt de rol van Cruijff. "Knobel werd helemaal ingepakt door de Ajacieden. Om Jan te sarren hebben ze nog eens emmers water in zijn bed leeggegooid."
Van Beveren en Van der Kuijlen willen zich dan ook niet zomaar beschikbaar stellen voor de return tegen Polen. Knobel praat hen om en zegt de twee toe dat er 'dingen zullen veranderen' bij het Nederlands elftal. Op zaterdag 11 oktober 1975 ontvangt Knobel echter een telefoontje van Cruijff, wiens woorden helder zijn: Van Beveren en Van der Kuijlen moeten uit het elftal, Jongbloed en Van Hanegem moeten erin - zo herinnert Knobel zich nog. Cruijff dreigt dat anders alle Ajacieden zullen opstappen.
De maandag daarop, in Zeist, komt het al snel tot een gesprek. De PSV'ers hebben - op aandrang van manager Ben van Gelder en trainer Kees Rijvers - afgesproken dat ze solidair met elkaar zullen zijn als Cruijff voet bij stuk houdt. De vergadering loopt bijna op een handgemeen uit. Cruijff zet de zaak op scherp en zegt: 'Meneer Knobel, u moet maar kiezen. Als u verder wilt gaan met Van Beveren en Van der Kuijlen, dan stap ik nu op'. 'Dan kies ik voor Cruijff', zegt Knobel. De overige PSV'ers (Krijgh, Van Kraaij en de gebroeders Van de Kerkhof) blijven op aandrang van Van Beveren tóch in Zeist achter. Volgens Rijvers heeft die opstelling uiteindelijk - drie, vier jaar later - geleid tot een scheiding der geesten binnen PSV.
Terugblikkend stelt Knobel vast dat Van Beveren 'in wezen gelijk had' met zijn opstelling. Hij bevestigt ook dat er in Polen spelletjes zijn gespeeld met de doelman. "Ook toen had Van Beveren gelijk", zegt hij nu. In de kranten worden de twee PSV'ers aan de schandpaal genageld.
Van Beveren hoopt nog steeds op deelname aan een WK en de nieuwe bondscoach Jan Zwartkruis haalt hem begin 1977 terug bij Oranje. De doelman dwingt bij de KNVB af dat hij alle misgelopen premies over de laatste drie jaren krijgt uitbetaald. Als Van Beveren zich vervolgens bij de selectie meldt, heeft ook Zwartkruis een vervelende mededeling. Hij kiest in de kwalificatiewedstrijd tegen IJsland (uit) voor de onervaren en relatief onbekende Jan Ruiter. In het boek zegt Ruiter: "Iedereen ging ervan uit dat Van Beveren zou spelen, maar Zwartkruis ging even overleggen met aanvoerder Ruud Krol en de zaken werden plotseling weer omgedraaid. Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar feitelijk was het corruptie."








![an[n]o73niem](/images/user/214696_1011612.jpg)


![[MKP] Sander [/MKP]](/images/user/16602_2560244.jpg)







![[img width=306 height=336]http://dasein.ilcannocchiale.it/blogs/bloggerarchimg/Dasein/Calimero_2.jpg[/img]](http://dasein.ilcannocchiale.it/blogs/bloggerarchimg/Dasein/Calimero_2.jpg)




