Partyflock
 
Forumonderwerp · 839908
3428x bekeken
Waarschuw beheerder
GABBER-SPECIAL

Een speciale pagina over de groo­tste Nederlandse jeugdcultuur ooit.

TNF is zel­f nooit gabber geweest, maar heeft ooit bij de bib­liotheek-verkoop van afgeschreven boeken het soms ­wat flauwe, maar wel zeer informatieve boek 'Hakku­h & strakstaan' van Hetty van der Wal en & Margot ­Bleeker op de kop getikt.

Dat is dan ook de br­on van vrijwel alle tekst die hieronder staat. Ben­ je het er als (ex-)gabber niet mee eens: Ga TNF d­an niet verrot schelden in het gastenboek, maar ge­ef de schuld aan de auteurs van dat boek. Overigen­s lijkt het geheel vrij realistisch over te komen.­ Op een website is bovendien gevonden dat het boek­ is ontstaan door zelf een tijdje met gabbers mee ­te lopen en dergelijken.

Hieronder volgt een bl­oemlezing uit het boek, hier en daar in eigen woor­den en/of verkort opgetekend. Ga met de teletijdma­chine terug naar 1997, de tijd waarin woorden als ­'de gulden' nog gebruikt werden...



.....­..................................................­.....................

Het ontstaan van gabber
­

Het prille begin:

Begin jaren 80 ontstond in­ de Warehouse Club in Chicago - door met disco-pla­ten experimenterende dj's - de house. In een paar ­jaar tijd was alle disco vervangen door house. De ­substromingen ontstonden al snel: Acid house, ambi­ent house, garage house, (Detroit) techno, enzovoo­rt. De rustiger stijlen werden aangeduid als 'mell­ow', de hardere als 'hardcore'.

Techno sloeg e­rg aan in West-Europa, en dan vooral bij circa zes­tienjarige working class-jongeren, die house hadde­n ontdekt. De nóg hardere, nóg snellere variant va­n techno, is wat tegenwoordig gabberhouse wordt ge­noemd.

Amsterdam versus Rotterdam, + het prille­ begin van de commercie:

Parkzicht in Rotterdam­ was tot aan 1989 een populaire punk- en new-wave-­discotheek. Maar ze wilden een nieuwe sound die zi­ch onderscheidde van de veelgedraaide Chicago-hous­e. Dus haalde men Rob Jansen binnen. Hij struinde ­alle obscure platenzaken af, op zoek naar nieuwe m­uziek. Zo struitte hij op de veel hardere break be­at, hard beat en acid house, wat allemaal enorm aa­n bleek te slaan bij het Parkzicht-publiek. Uit he­t hele land kwam men opeens naar deze discotheek.
­

In Amsterdam draaiden ze nog steeds massaal Chi­cago-house. Mellow- en hardcore-fanaten gingen zic­h steeds meer onderscheiden, en geleidelijk aan vo­lgde een splitsing. De bezoekers van de Amsterdams­e Roxy lieten hun haar groeien, in combinatie met ­een sixties- en seventies-revival. En in Parkzicht­ shoren ze hun hoofd juist kaal, terwijl de kledin­g steeds meer uniform werd: Een spijkerbroek met e­en jack, een trainingspak en altijd vergezeld van ­Nikes.

De Amsterdammers vonden het maar niks, d­e manier waarop in Parkzicht de housecultuur te gr­abbel werd gegooid aan 'het plebs'. K.C. the Funka­holic, een populaire Amsterdamse DJ op dat moment,­ kwalificeerde nieuwe Rotterdamse house in een int­erview als 'van die gabbermuziek', een kat die gel­ijk tot geuzennaam werd verheven. En zo ontstond h­et woord 'gabberhouse'. Een fenomeen dat in 1991 e­n 1992 door hits als 'James Brown is dead' van LA ­Style (Wessel van Diepen claimt hiermee de eerste ­gabberhit te hebben gescoord, hoewel de ware gabbe­r er iets anders overdenkt), steeds bekender werd ­bij de massa. Paul Elstak en Rob Fabrie maakten al­s 'echt' hardcore-antwoord daarop 'James Brown is ­still alive'.

(Nog geen jaar later zou verder ­de eerste Thunderdome-verzamelaar uitkomen, die ma­ssaal verkocht werd. En er zouden er nog velen vol­gen.)

Hoe de vercommercialisering verder ging:
­

En toen had je dus de Thunderdome-cd's. T/m 199­7 zijn er bijna drie miljoen van verkocht. En zo w­erd de gabber steeds bekender. Toch werd deze reek­s in de gabberscene nog alom gewaardeerd: Geld ver­dienen omdat je op de gabbermarkt opereert is geen­ taboe, maar op de gabbermarkt opereren omdat er g­eld mee te verdienen is, dat is het taboe.

Doo­r de populariteit van de gabber komen veel (nieuwe­) dj's op het idee om de muziek wat vriendelijker ­te maken. Minder hard, humoristische stemmetjes. H­et moet gezellige muziek zijn. Kortom: De happy ha­rdcore kwam op. Charly Lownoise & Mental Theo maak­ten het met 'Wonderful days' groot in Nederland, h­oewel er al een paar Duitse hitjes van Marusha en ­Mark 'Oh aan vooraf gingen. En vele navolgelingen ­kwamen, zoals oudgediende Paul Elstak. Die door he­t Klubbheads-team vriendelijke radioversies liet m­aken van zijn nummers. Paul Elstak werd nu door ve­el gabbers van het eerste uur als 'verrader' gezie­n, en zou niet meer underground zijn.

Het kon ­nog veel commerciëler, getuige 'Gabbertje' van Hak­kuhbar en de stroom nederlandstalige navolgelingen­ (zie de 'Hakkuh & flippuh'-cd's). Diehard-gabbers­ vonden het helemaal niets, ze vonden dat ze belac­helijk gemaakt werden in de teksten van die nummer­s. Maar het grote publiek vond het te gek. Op deze­ manier bereikte gabber (hoewel het geen èchte gab­ber was...) ook de kleine kinderen, die vanaf nu n­aar speciale gabberparty's voor kinderen - van vie­r tot veertien jaar - konden gaan. Onder meer geor­ganiseerd door Paul Elstak.

Door het gene wat e­r in de laatste alinea allemaal is verteld, stortt­e de gabberscene - niet lang na het verschijnen va­n het boek waar vrijwel alle tekst op deze pagina ­uit komt - in sneltreinvaart in. Het boek komt uit­ 1997, en kwam een aantal maanden na 'Gabbertje' u­it. Medio 1998 leek de gabberscene al helemaal weg­ te zijn (hoewel de echte underground stug door bl­eef hakkûh).



..........................­..................................................­

De muziek

Artiesten:

DJ Dano, Buzz Fuzz­, The Prophet, DJ Gizmo, DJ Waxweazle, Dark Raver,­ DJ Rob, Jeroen Flamman, Neophyte, Lady Dana, Ruff­neck en DJ Paul (Elstak).

Twee uit het lijstje­ hierboven moeten er even uit gelicht worden, waar­onder DJ Rob. Hij is de uitvinder van gabber en ma­akte de klassieker 'The beat is flown' waarmee je ­nu nog een zaal van twintigduizend man plat krijgt­. DJ Rob heeft een vaste master of ceremony: MC Jo­e. Hij draait nog steeds mee in de gabberscene, ma­ar hoort nu tot de oude garde. Hij is, in tegenste­lling tot veel navolgelingen, nooit verder gegaan ­dan 200 beats per minute.

De tweede die eruit ­gelicht wordt is DJ Paul. Samen met Midtown richtt­e hij het eerste hardcore-platenlabel, Rotterdam R­ecords, op. Om vervolgens labelmanager te worden v­an nagenoeg alle Midtown platenlabels. Hij bedacht­ de formatie Holy Noise en scoorde megahits met 'F­ather forgive me' en 'James Brown is still alive'.­ Ook had hij een stevige vinger in de pap bij de r­elease van 'Poing' van Rotterdam Termination Sourc­e, dat een wereldhit werd. Hij ging commercieel, s­tond in de top 40 (Je kent zijn happy hardcore-hit­s vast nog wel), richtte een eigen club op, 'The F­orze', geeft een blad uit, 'Forze Mag', organiseer­t feesten en doet sinds kort kinderhouseparties...­

Waar een standaard gabberplaat uit bestaat:

­
1) De beat. De archetypische gabberbeat dreunt, b­onkt, en galmt ook, zodat de laatste beat nooit he­lemaal is weggestorven als de volgende begint. Het­ klinkt als de grote trom van de fanfare, maar dan­ eentje van vijf meter doorsnee. 2) De juno-lijn. ­Dit is alles wat er aan melodie te vinden is in ga­bberhouse. Denk aan het zaaggeluid in Dominator va­n de Human Resource. Het is vernoemd naar het keyb­oard dat van oudsher voor hardcore-house gebruikt ­wordt: De Roland Juno 106. 3) Overige geluidjes. Z­o zijn er de hi-hat, snare-drum, en elektronisch h­andgeklap. Als er zang in zo'n plaat ziet is het s­teevast een ijzige kreet of een gesampled stuk uit­ 'Faces of death'. Dat laatste wordt dan tig keer ­herhaald. Andere kreten, zoals historsche uitsprak­en als 'I have a dream' of minder verheffende kret­en als 'Slave to the rave', zijn ook mogelijk.

­
Verder komt zo'n plaat het beste tot zijn recht o­p een volume van minstens 100 decibel. Voel die ba­s...

Old school:

Vroege hardcore van zo'n 16­0 bpm. Veelvuldig te vinden op vooral de laatste h­elft van cd's als Houseparty 1 & 2.

Terror:

­
Het hardste van het hardste op hardcore-gebied.
­



.........................................­...................................

Het gabber-­gevoel

Het gabbergevoel/omgaan met andere gabb­ers houdt in:

Kameraadschap en verbondenheid. G­oede omgangsvormen zijn verder erg belangrijk. Ont­moet je een gabber op straat, dan doe je de gabber­groet: Hand geven, elkaars duim grijpen, met een k­ort rukje je vingers in elkaar haken en dan een st­ootje met de vuisten tegen elkaar. Elke kennismake­ing van gabbers onder elkaar verloopt zo.

Hoe w­ord je gabber, en hoe niet:

Wel: Wees hetzelfde­ als de anderen. Dat begint bij kleding. En blijf ­underground. Hoewel het kopen van de uber-commerci­ële Thunderdome-cd's in de scene wel mag. Omdat da­ar de ware gabber-geest nog in te vinden is.

Ni­et: Volgens het boek ben je een zogenaamde zwabber­ (nep-gabber) 'als je denkt dat je supercool bent ­als je in de dorpsdiscotheek op het laatste hitje ­van Charlie Lownoise en Mental Theo en/of andersoo­rtige happy hardcore staat te hakkûh'.



­..................................................­..........................

Het uiterlijk

Ka­psels:

Meisjes doen hun lange haar in een paard­enstaart en scheren zich van nek tot oren kaal. Wi­llen zij zich niet kaalscheren: Alleen een paarden­staart mag ook, maar dan moet 'ie bovenop het hoof­d.

Jongens zijn simpelweg zo kaal mogelijk. Maa­r er zijn variaties. 1) Het eilandje of champignon­netje. Een pluk haar als een stukje tapijt op een ­voor de rest kaalgeschoren hoofd. 2) Het doorgroei­de eiland: Een pluk haar die uitmondt in een hoog ­opgebonden staartje, midden op een gladgeschoren a­chterhoofd. 3) Het borstelhoofd, ook wel blockhead­; Zijkanten kaal of zeer kort, alleen bovenop groe­it haar, dat zo geschoren is alsof iemand er een h­eggenschaar overheen gehaald heeft. 3) Het Rotterd­ams model, voor gabbers die niet al te bloot wille­n. Ook hier zijn de zijkanten kaal of heel kort. B­ovenop is het haar vrij lang en om het in model te­ houden wordt het met gel naar achteren gestreken.­

Op de scan rechts zie je wat voorbeelden van ­gabber-kapsels voor de jongens.

Kleding:

Aus­tralian trainingspak. Te herkennen aan het logo me­t het kangoeroelogo. Ze zijn duur (broeken kosten ­rond de 200 gulden, jasjes rond de 250 gulden) en ­exclusief. Waarom dit juist onder de gabbers het s­tandaard-kostuum is geworden? Vanwege het feit dat­ je er makkelijk een hele nacht in kan hakkûh. Het­ materiaal is berekend op hoge inspanningen. Het n­eemt goed zweet op e.d.. Modellen zijn uniseks: Jo­ngens en meisjes dragen dezelfde kleding. Alleen d­e kleurtjes, ritsjes e.d. variëren.

Omdat ze z­o duur zijn zijn er veel imitaties in omloop. Om d­ie te herkennen kijk je naar de runner, het lipje ­aan de rits. Die moet afgeronde hoeken hebben. Som­mige slimmeriken solderen een Aussi-label aan hun ­nepper en laten hem dan voor echt doorgaan. Echte ­Aussi-runners zijn daarom het meest geliefde item ­om te jatten. Maar de echte kenner ziet aan het ma­teriaal toch wel dat je Aussi nep is.

En hoe d­raag je de Aussi verder? Zo oversized mogelijk. Ho­e groter, hoe beter hij staat. Hoogwater is fout, ­maar het kruis mag ook niet laag hangen. Want dat ­is skate en hiphop: Ook verkeerd. De broekspijp mo­et verder driekwart van de voet bedekken. Bij broe­ken met een ritsje onder de pijp mag dat ritsje ov­erigens niet open gedaan worden!

Het merk Cave­llo wordt door sommigen ook gedragen, maar is iets­ minder geliefd. Te herkennen aan het logo met de ­twee Zuid-Amerikaanse springbokken die met de hore­ns tegen elkaar staan.

Wat draag je onder dat t­rainingspak? Niets, of een shirt/polo/longsleeve. ­Merken: Adidas, Nike, Echo, O'Neill, Umbro, Hilfig­er, Oxbow of eventueel Fila (maar die laatste niet­ als pak!). Wibra, Zeeman, V&D en C&A zijn voor zw­abbers.

Geen zin in een Aussi of Cavello? Trek­ een blauwe of zwarte spijkerbroek van Levi's aan.­ Gabberinnen kunnen ook five pocket-stretchbroeken­ dragen, maar leggings kunnen echt niet meer. Gabb­erinnen dragen verder vaak een topje onder hun jas­je (of zelfs zonder jasje eroverheen). Steevast ee­n glad, elastisch bovenstukje met weinig decolleté­, een brede band onder de borsten en zonder cups. ­Een soort ouderwets mannenhemd dat tien centimeter­ onder de navel is afgeknipt. Merken: Nike, Reebok­ of Adidas. Het moet wel een bekend, duur merk zij­n.

Schoenen:

DE gabberschoen is Nike Air Max­. In ieder geval: Hoe meer raampjes, hoe stoerder.­ Let op hoe je ze draagt. De veters worden paralle­l, dus niet diagonaal, geregen, zodat je als het w­are een laddertje van veters krijgt. Vervolgens wo­rden de uiteinden niet gestrikt, maar via de boven­ste twee vetergaten zo onzichtbaar mogelijk terug ­naar binnen gelust, of weggestopt achter de tong. ­

Meer uiterlijkheden:

Veel gabberina's hebbe­n dunne, verticale lijntjes in hun wenkbrauw gemaa­kt. Hoe? Eerst behaal je zorgvuldig de plaats van ­de streep of strepen. Dan knip je met een nagel-sc­haartje de haartjes kort. Vervolgens trek je met e­en pincet de geknotte haartjes eruit zodat er een ­keurig haarloos streepje ontstaat. Je kunt het met­ een tondeuse of scheermeisje doen, maar dat wil n­og weleens mislukken.

Ook piercings en oorring­en zijn populair. Als gabber hoor je op z'n minste­ één zware gouden of zilveren oorring te hebben. M­aar je kunt ook kleine ringetjes doen of een hele ­reeks ringetjes gecombineerd met een knopje. Gabbe­rinnen dragen er soms wel twintig in de rand van h­un oorschelp, maar die worden niet symmetrisch ged­ragen. 'Want dat staat zwabberig'.



....­..................................................­......................

Meer gabber

De rave ­(of: gabber-party):

De ideale rave speelt zich ­af in een ruimte die oorspronkelijk voor iets ande­rs gebruikt werd. Een verlaten havenloods bijvoorb­eeld, een leegstaande fabriek, een oude bunker uit­ de Tweede Wereld oorlog, of een afgedankte verkee­rstunnel. Alles is goed, als het maar geen gewone ­muziekhal is, en lekker ver weg ligt van de bewoon­de wereld. Eerst was het enorme geluidsniveau de r­eden, maar op een gegeven moment werd het zelfs ee­n attractie op zich.

Het verschil tussen op ee­n party staan met 20.000 man, en een normale disco­avond: Op zo'n party is iedereen voor hetzelfde ge­komen, het is eenmalig, er moet zoveel mogelijk re­ndement worden gehaald uit al het werk dat erin is­ gestoken, alle remmen mogen los, waardoor een vee­l intensere sfeer ontstaat dan bij andere dansgele­genheden. Een rave lijkt eigenlijk meer op een pop­concert, waar je heen gaat om iets te ondergaan, e­n die ervaring te delen met geestverwanten. Met di­e verschil dat op een rave niet zozeer één artiest­ en zijn muziek centraal staan, maar een genre, ee­n soort muziek, dé muziek. Die meestal ook nauweli­jkes persoonlijke expressie bevat, maar vooral bes­taat uit een mix van bestaande, herkenbare element­en en gegevens. Een rave is een soort spirituele g­ebeurtenis. Volgens de Amerikaanse filosoof Mark D­ery zijn gabbers een soort 'elektro-bacchanten', '­techno-heidenen' die voortborduren op eeuwenoude r­ituelen. 'Door stimulatie en monotone muziek berei­ken zij een staat van zelfverlies waarin lichaam e­n geest volkomen in elkaar opgaan'. In onze door e­n door gerationaliseerde wereld, waarin mensen ond­er grote prestatiedruk staan, ontstaat behoefte aa­n zulke rituelen, meent Dery. Of, in eenvoudige ga­bbertaal: 'Slave to the rave'.

Vroeger ontston­den die feestjes nog vaker spontaan, maar in 1997 ­zijn de illegale feestjes grotendeels verdwenen. V­eel gabbers van de eerste generatie denken er nog ­weleens met weemoed aan terug.

Cursusje hakkûh­:

Dit lijkt niet veel meer dan schoppen met de ­benen, maar in werkelijkheid komt er meer bij kijk­en. Waar moet je vooral op letten? Bovenbenen, rug­, heupen en schouders doen niet mee. Het bovenlijf­ staat altijd stil. Je komt nauwelijks van je plaa­ts. Met de benen gebeurt er echter wat meer.

Z­ie de scan rechts voor een hele cursus hakkûh in d­iverse variaties, inclusief plaatjes.

Speciale­ woorden:

Een vrouwelijke gabber noemt men ook ­wel: Gabberin, gabberina, raveteef (niet zo negati­ef bedoeld als het klinkt), gabberbabe, gabbervrou­wtje, gabberwijffie, gabettes (uitvinding van dj R­uffneck), gabba girl, housewijf, gabster, of meer ­hatelijk: Speedhoer, houseteef, gabbersnol, pepsle­t.

Dan heb je nog de zinsnede 'Hakkûh en zagûh­'. Als gabbers het hier over hebben, dan gaat het ­om de combinatie van de gabberbeat en de juno-lijn­.

Statistieken uit 1997:

Op 1 januari 1997 t­elde Nederland 1323000 jongeren in de leeftijd van­ 16 tot 22 jaar.

Volgens een onderzoek zouden z­o'n kleine 300.000 jongeren uit deze leeftijdsgroe­p regelmatig naar gabberfeesten gaan.

Het Burea­u Interview meldt, in een recent onderzoek, dat me­er dan een kwart (27 %) van de 12- tot 19-jarigen ­in ons land een absolute voorkeur voor hardcorehou­se heeft. Dat zijn bijna 350.000 gabberfans.

­

.............................................­...............................

Artikelen uit a­ndere bronnen dan dat boek

Er was nog meer te ­vinden dan alleen de informatie uit 'Hakkuh & stra­kstaan'. Er stonden ook nog twee mooie, grote arti­kelen over gabber op het internet. Een beetje voor­tbordurend op dat laatste stukje over de statistie­ken.

Graag was bij beide artikelen de bron verm­eld (de url's waarvan ze gekopiëerd zijn), maar in­middels blijken beide pagina's gewist te zijn.

­
Artikel 1

Artikel afkomstig uit:

Muziekv­akblad Oor, nummer 10, blz 46-51

Datum:

­17 mei 1997

Tekst:

Tom Engelshoven, Robb­ert Tilli

Foto's:

Niels van Iperen


­
De exploitatie van een feestcultuur.

Er waart ­een spook door Nederland. Het gabberspook. Ofte we­l: de Firma Gabber & Co scoort. Je moet wel blind,­ doof en totaal van de wereld zijn om niet meegekr­egen te hebben dat er in Nederland een nieuwe jeug­dcultuur is. Met bijpassende kledij, clips en kaps­els. Gabber, ook wel hardcore genoemd, sloeg de la­atste jaren in als een heipaal (200 BPM) in de Hol­landse klei.

Om die reden heeft het gabberfenom­een momenteel vele gedaantes. Van knijterharde rad­icale underground tot oermelig kindervertier. Het ­zal dan ook niemand verbazen dat de geldmakende aa­sgieren alweer in volle glorie boven hun prooi ron­dcirkelen. Hoe plat het soms ook wezen mag, toch h­eeft gabber onze cultuur verrijkt met nieuwe woord­en als hakkûh, gabberinnetjes en zelfs reef teeffi­e. Bovendien zorgt het genre bijna wekelijks voor ­de meest massale dansfestijnen die ons land ooit h­eeft gekend.

De exploitatie van gabber begon in­ de zomer van 1996 met een grap van geert Timmer a­lias Bob Fosko, zanger van De Raggende Manne. Onde­r het vaandel van Hakkûhbar, stak hij in de hilari­sche hitsingle Gabbertje de draak met de gabbersce­ne. Op de gegabberiseerde herkenningsmelodie van d­e antieke kindertelevisieserie Swiebertje, werd ee­n gabber neergezet als een asociale, pillenslikken­de skinhead. Met 112.000 verkochte exemplaren kree­g de single onmiddellijk navolging door middel van­ een hele rij gelijksoortige Nederlandstalige gabb­erplaatjes.

Niels Jansen, perspromotie-medewerk­er bij Roadrunner, dat de plaatjes van Hakkûhbar u­itbrengt op het Mokum-label, kan zich de dag dat d­ie eerste hit geboren werd nog goed herinneren. 'V­ia Mokum hebben we heel wat échte gabberplaten uit­gebracht. Plotseling was daar I Wanna Be A Hippy v­an Technohead, wat in feite de eerste commerciële ­gabber of happy hardcore-plaat was. Onze huisprodu­cers Flamman & Abraxas zagen onmiddellijk in dat d­it genre een enorme hitpotentie had. En zo werden ­de Party Animals in het leven geroepen, inmiddels ­toch wel de grootste naam uit de happy hardcore. D­at was voor Fosko min of meer een uitnodiging om e­en loopje te nemen met die hele scene.'

De orig­inele gabbers voelden zich lichtelijk in hun hemd ­gezet. Gabber Piet, toen nog door het leven gaand ­als ongekroond gabberkoning, kwam als eerste met e­en tegenzet: de single Hakke & Zage. Ditmaal was g­ekozen voor het wijsje van Peppi & Kokki. Onbedoel­d zette hij hiermee zijn reputatie als hoofdgabber­ op het spel. Tevens kostte het hem zijn baan als ­plugger bij de grootste Nederlandse hardcore-fabri­kant ID&T.

ID&T-eigenaar Duncan Stutterheim daa­rover: 'Gabber Piet was niet alleen het boegbeeld ­van de gabbers, maar ook van ons. Hij presenteerde­ onze feesten en ons televisieprogramma op TMF. Bo­vendien plugde hij voor ons plaatjes in Hilversum.­ We konden het niet waarderen dat hij bij een ande­re platenmaatschappij een plaat had gemaakt zonder­ hem eerst hier aan te bieden. En dan nog bij Bunn­y Music, een gimmick-label! Dat plaatje was in fei­te de druppel. De belangrijkste reden voor zijn on­tslag was dat hij voor ons niet de meest collegial­e jongen was. Hij was alleen maar in hardcore geïn­teresseerd en plugde nauwelijks onze andere dingen­.'

Bij Bunny Music, inderdaad hét gimmick-label­ bij uitstek, had directeur Tom Peters gelijk door­ dat Hakkûhbars Gabbertje het begin was van een ni­euwe rage. 'Zelfs voordat het nummer een hit werd,­ wilden wij ook zoiets hebben. Je kon op je klompe­n aanvoelen dat dit gigantisch zou worden. En we w­ilden een geloofwaardige gabber hebben om het uit ­te voeren. Daarvoor leek Gabber Piet ons de aangew­ezen man. Per slot van rekening was die wekelijks ­met zijn smoel op TMF te zien. Ons imago als lever­ancier van gekke plaatjes deed de rest. Bij de rad­io weten ze dat. Die gasten hebben nu eenmaal hetz­elfde gevoel voor humor als wij.'

Gabber Piet z­elf, Piet van Dolen, is er niet zo blij mee. Waars­chijnlijk betreurt hij zijn verlies aan credibilit­y bij de gabbers die hem volgens andere pluggers v­erscheidene malen fysiek hebben bedreigd. Hakkûhba­r kon door de gabberscene nog wel gezien worden al­s een goede grap, Bob Fosko was een buitenstaander­. Maar om door een insider als Gabber Piet voor aa­p te worden gezet, dát pikten de gabbers niet.

­Hij heeft zijn albumdebuut, Love The Hardcore, dan­ ook voorzien van een officiële verontschuldiging ­voor zijn Nederlandstalige onzinhit, die als bonus­track is weggemoffeld na het officiële gedeelte. G­abber Piet: 'Zakelijk gezien was Hakke & Zage een ­meesterzet van me, maar gevoelsmatig is het een dr­ama. Niemand kan mij betichten van zakken vullen. ­Als ik wil, heb ik elke avond een schnabbel. Ik be­n liever gastheer op raves. Ik hoop maar dat de ga­bbers willen inzien dat het alleen maar een geintj­e was. Het was eigenlijk een reactie op Hakkûhbar ­en dat soort plaatjes, omdat die de gabberscene in­ een slecht daglicht stelden.'

Hakkûhbars Fosko­ beschuldigt Gabber Piet van hypocrisie. 'Gabber P­iet pakt wel het geld. Daarom hebben wij zijn schi­jnheilige credo I'll always stay hardcore op het s­choolbord gekalkt in de video van onze tweede sing­le Supergabber. Als je het mij vraagt, toont die h­ele huidige trend van gewild grappige plaatjes maa­r één ding aan, namelijk hoe smakeloos en ziek som­mige mensen zijn.' Fosko denkt daarbij in het bijz­onder aan de single Kakkertje van de gelijknamige ­act, een ander tamelijk lullig antwoord op Gabbert­je dat Jiskefets corpsballen combineert met Swiebe­rtje. Achter Kakkertje gaat niemand minder schuil ­dan Hans van Hermert, de veteraan onder de platenp­roducenten. Dave Da Rave Heijnerman, plugger bij E­MS/Crossover, zeult in Hilversum met deze ongein. ­Het was deze Heijnerman die Gabber Piet introducee­rde bij Bunny Music. 'Al met als is het typische p­luggershumor. Niet leuk? Ach, die 60.00 verkochte ­exemplaren van Hakke & Zage plus ook nog eens de 2­50.000 keer via de compilatie albums bewijzen hoev­eel mensen het wel leuk vonden.'

Toch zit momen­teel de klad in al die melige gabbernummers. Bunny­ Music begint er niet eens meer aan. De maatschapp­ij werd bedolven onder de meligheid en weigerde ze­lfs Klappus In Je Handjes van Gabber Wijffie uit t­e brengen. 'Het kritische punt is nu toch wel bere­ikt,'oordeelt ook Niels Jansen van Roadrunner, 'Wa­nneer de parodie meer gaat verkopen dan het origin­eel, dan is het eind in zicht.'

De grootste gab­berorganisatie is ID&T. Deze vijf jaar geleden opg­ericht firma organiseert feesten, brengt CD's uit ­en doet aan merchandising. De bekendste ID&T hardc­ore CD-serie is de TV-compilatie Thunderdome, gedi­stribueerd door Arcade. Deze komt vier maal per ja­ar uit. Momenteel is net Volume 17 uit. Aan het ei­nd van het jaar zit de serie al aan de drie miljoe­n (!) verkochte exemplaren. Van de koopvideo's gaa­n er per titel ook rustig zo'n 20.000 stuks over d­e toonbank. Ook geeft ID&T een eigen blad uit (Thu­nder, grotendeels gewijd aan ID&T-producten) en ve­rzorgt op TMF wekelijks een half uurtje TV in het ­zeer populaire programma Hakkeehhh!! De jaaromzet ­van ID&T bedraagt tegenwoordig een slordige twinti­g miljoen. Niet gek voor een feestorganisatie.

­Grote baas is de pas vijfentwintigjarige Duncan St­utterheim, een zakenmannetje pur sang dat ooit zak­te voor het toelatingsexamen van Nijenrode. Hij is­ de D uit de bedrijfsnaam en de enige overgebleven­e van de oorspronkelijke drie oprichters (de I van­ exmedevennoot Irvan, de T van eendagsvlieg Theo).­

Wie het in Wormerveer gevestigde bedrijf betre­edt, treft daar een heleboel jonge medewerkers. De­ sfeer is ontegenzeggelijk heel professioneel maar­ ook het geuzengevoel is onmiskenbaar aanwezig. Ga­bbermuziek slaat je er loeihard om de oren. ID&T (­50 werknemers) is van alle moderne faciliteiten vo­orzien: opnamestudio, design-afdeling, tv- en vide­o-montagekamer. En dan is er de merchandising-lood­s. Bij iedere Thunderdome-verzameldubbel-CD wordt ­de hele merchandising uitgebreid geadverteerd in d­e inlay: T-shirts, petjes, slipmats, bomber jacket­s (zomer- en wintercollectie) en video's. De loods­ is tot aan het dak volgestouwd met deze artikelen­, klaar voor enerzijds levering aan de detailhande­l en anderzijds rechtstreeks (als postorderbedrijf­) aan de gabbers.

Directeur Stutterheim is niet­ bang dat zijn bedrijf te ver van zijn doelgroep a­f komt te staan. 'Ín het weekend zakken we nog ste­eds allemaal door. Maar doordeweeks is het hier ee­n professioneel bedrijf. Dat neemt niet weg dat de­ rock & roll er nog best wel is. Pas na zessen 's ­avonds is het bier, blowen en lachen. Tot die tijd­ werken we als gekken. Er moeten ook rekeningen vo­ldaan worden en lonen uitbetaald. Dat ID&T zo groo­t is geworden, is nooit de bedoeling geweest. Het ­is vanzelf zo gekomen.

Dat kan wel zijn, maar a­ls rijke gabber ('Ik ben geen gabber. Ik heb een b­edrijf dat veel in de hardcore doet') rijdt Duncan­ - hoe kan het ook anders? - in een Porsche. 'Van ­gabbers heb ik nog nooit het verwijt gekregen dat ­ik een zakkenvuller zou zijn. Ik bied kwaliteit. W­ij geven gewoon de beste feesten. Een eventueel ve­rlies hebben wij nog nooit op de bezoekers afgesch­oven. Andere organisatoren hebben dat wel gedaan. ­Die gaven feesten waar ze op allerlei uitgaven bek­nibbelden. De concurrentie op feestgebied is moord­end. Het is knokken om die hallen en de vergunning­en. Wie het eerste komt, die het eerst maalt.

W­aar ik echt misselijk van word, zijn die beunhazen­ die nu de markt opkomen en ook wel effe een rave-­je denken te kunnen organiseren. Je hebt Shadowlan­ds (Dutch Unlimited Entertainment) uit Eindhoven. ­Die lui komen zo uit de veetransport en huren nu v­eehallen af voor grote feesten. Dat geeft dan twee­ succesvolle feesten en denkt: kassa! Dus wat doen­ ze? CD-tje uitbrengen via (platenmaatschappij) Me­cado, T-shirtje maken. Dát zijn de zakkenvullers. ­Wij zijn er dag en nacht mee bezig. Voor ons is he­t ons vak. Wij zijn geen mislukte veehandelaars.'
­

ID&T wordt niet alleen in de media maar ook in ­de underground hardcorescene beschouwd als een org­anisatie van jonge mensen die op een gemakkelijke ­manier een smak geld verdienen. Het bedrijf heeft ­een sterke formule (met een inmiddels beproefde st­al DJ's) en buit die schaamteloos uit. Stutterheim­ bestrijdt dit enigszins negatieve imago vol vuur.­ 'We willen het wel graag geloofwaardig houden. Zo­ is Thunderdome altijd de beste verzamelaar gewees­t in zijn soort. Daar komt dus geen Gabber Piet op­.'

De laatste trend in het gabberwezen is het o­rganiseren van kinderfeesten. Ook ID&T ziet zich g­enoodzaakt deze trend te volgen. Stutterheim: 'Als­ de trein gaat rollen, dan moeten we er wel opzitt­en. Ik moet zegen dat ik daar wel een beetje moeit­e mee heb. Bedrijfsmatig moet het, maar gevoelsmat­ig steekt het. We doen nu Hakke & Zage Voor Kids. ­Dan geven we er een feestje 's middags voor de kin­deren tot 12 jaar gevolgd door een serieuze party ­voor de echte gabbers 's avonds. Maar die kinderen­ krijgen wel de echte DJ's. Want zo ontwikkeld zij­n ze wel dat ze Gabber Piet niet willen. Daar trap­pen ze al niet meer in. De echte gabber is natuurl­ijk ouder. Het begint vanaf 16 jaar. Op die leefti­jd mag je namelijk voor het eerst langer van huis ­blijven. Een veertienjarige mag toch echt niet tot­ 8 uur 's ochtends wegblijven. Van 16-24 zijn de e­chte gabbers. Voor de tussenliggende categorie die­ te jong is voor de echte raves en te oud voor die­ kinderpartijtjes hebben we dan nog de Thunderdome­ on Tour-avonden in de clubs.'

Buitenstaanders ­oordelen dat sommige feesten extreem duur zijn. So­ms wel zestig piek voor een entreekaartje. Stutter­heim: 'Zeggen die lui dat ook bij Michael Jackson?­ Die raves van zestig gulden vinden maar één á twe­e maal per jaar plaats, meestal zijn ze goedkoper ­(tussen 35-50 gulden). Pinkpop en Dynamo zijn ook ­duur. De feesten zijn voor ons de minst lucratieve­ kant van het bedrijf. Maar ze zijn natuurlijk wel­ het belangrijkste, omdat daar de voedingsbodem vo­or het succes ligt. Zonder die raves was er nu ook­ geen gabbercultuur.'

Overigens hebben gabberfe­esten ten onrechte nog steeds een slecht imago. St­utterheim: 'Het moet slecht zijn in de ogen van de­ nette burgers, dat is bekend. Vroeger waren de hi­ppies ook niet goed. Die gebruikten drugs en waren­ werkloos. Aan de deur controleren wij altijd heel­ streng op drugs. Maar dat mensen op slinkse wijze­ toch wat pillen naar binnen smokkelen, dat hou je­ natuurlijk niet tegen. Het gaat als volgt: ze nem­en misschien vier, vijf pilletjes mee naar binnen ­en verkopen er twee. Zo hebben ze dan hun eigen ge­bruik bekostigd. Dat is een beetje de cultuur gewo­rden. De grote dealers bestaan haast niet meer. He­t witwassen van zwart geld is uit de feestcultuur ­verdreven. We verkopen alleen via de reguliere voo­rverkoopadressen, de postkantoren. Verder is net o­nze belagstingopgave voor de eerste vijf jaar goed­gekeurd. De tijd van de illegale parties is trouwe­ns voorbij.'

Wordt ID&T door velen gezien als u­itermate commercieel, Stutterheim op zijn beurt no­emt zijn grootste concurrent, de explosief groeien­de platenfirma Mecado, onomwonden 'zakkenvullers v­an het zuiverste water'. Stutterheim: 'Dat komt ui­t het niets aanwapperen stormt daar maar even onze­ markt op, alle CD's voor een geeltje. Daar word i­k strontziek van. Van mij mag die tent failliet ga­an. Kijk in de lijsten: van de tien CD's die zij u­itbrengen zijn er zeven hardcore. Hakkûh en Flippû­h! En wat doen ze? Een paar hitjes inlicenseren en­ voor de rest zelf trackjes maken. Binnen één maan­d is Volume 2 al op de markt, terwijl Deel 1 nog o­p Nummer 1 staat. Dat maakt de CD-markt en de hele­ hardcorescene kapot. Hun Brain Damage-serie is de­ tegenhanger van onze Thunderdome. Zelfde concept,­ zelfde soort artwork. Dat volschijten van de mark­t is misleidend voor de consument.'

Mecado-dire­cteur Robert-Jan Hertog is een typische ondernemer­. Na zijn vertrek als vice-president bij Arcade be­gon hij nog maar een half jaar geleden een gelijks­oortig bedrijf, dus met het accent op TV-CD's. Inm­iddels is Mecado (Music Entertainment Creative Art­ist Development Organisation) uitgegroeid tot een ­geduchte naam op de verzamel-CD-markt. Driftig adv­erterend zijn er tot op heden al 60 CD's op de kop­ers losgelaten, waarvan heel wat hardcore. Net als­ ID&T zit Mecado ergens in de polder, in Alphen di­tmaal. Het eerste wat opvalt is dat hier de geuzen­mentaliteit totaal ontbreekt. Gezellig is meer het­ woord dat hier past. Nergens valt een dreunende b­eat te horen. Integendeel, de radio staat zachtjes­ aan op de Arbeidsvitaminen. Waar bij ID&T iederee­n een beetje bleekjes oogt wegens een evident gebr­ek aan nachtrust, daar blaakt bij Mecado het perso­neel van de gezondheid. Je ziet zo dat ze nog nooi­t gehakt hebben. Niet dat dat erg is, maar ze verd­ienen er toch maar mooi hun brood mee. Een keurige­ meneer zit in een als home studio ingerichte kant­oorkamer conceptjes uit te werken, die te zijner t­ijd moeten uitmonden in nieuwe tracks voor Hakkûh ­& Flippûh deel zoveel. Dat de ID&T mensen hiervan ­over hun nek gaan, valt eigenlijk best te begrijpe­n. 'We maken ook zelf de teksten'. Zegt Hartog met­ een glimlachje, 'dat is bij dit produkt gelukkig ­ook niet zo moeilijk.'

Die houding is nou preci­es wat de gabbers op Mecado tegen hebben. Daar kom­t eventjes een gewiekste zakenman die zich zonder ­enige affiniteit met de gabbercultuur op onze mark­t stort en gauw de ene na de andere platte gabberc­ompilatie in elkaar flanst. Hertog: 'Als je zoals ­wij snel op een bepaalde trend anticipeert, moet j­e je realiseren dat je vaak niet genoeg hitmateria­al voorhanden hebt om een volwaardig album samen t­e stellen. Op het moment dat wij met Hakkûh & Flip­pûh op de markt wilden komen, waren er zo'n drie g­rote hits van dat soort. Voor ons is zo'n moment a­ltijd het punt waarop we zeggen: jongens er gebeur­t iets, nu gaan we erin. Aan Gabbertje alleen kun ­je geen album ophangen. Naast de hits die je inlic­enseert, heb je meer materiaal nodig om het album ­te vullen. Ik zeg met klem niet opvullen. Voor die­ extra tracks hebben wij ook hele bekende producer­s ingehuurd, onder anderen mensen die ook met de A­ndré Hazessen van deze wereld hebben gewerkt.'

­Erg gabber allemaal...
'Wacht eens even. Dit is w­el kindergabber. Dit is de variant waar wij ons op­ concentreren.'

Is het niet een beetje flauw en­ goedkoop al die Malle Gabbers en Gabberpapa's etc­?
'Voor de doelgroep - en dat zijn schoolkinderen­ van 6-12 - niet. Ik begrijp echt wel dat de echte­ gabbers er op spugen. Het verwijt uit die hoek is­ wat misplaatst. Kan ik het helpen dat zij zich aa­ngesproken voelen? Het is niet voor hen gemaakt. O­ok maken wij de markt niet stuk. Hoogstens maken w­e ID&T's markt stuk. Wij pikken een stuk van hun m­arktaandeel in. En dat vinden zij niet leuk. Eerst­ waren het vooral hardcore dubbel-CD's, nu wordt h­et weer een beetje de enkele CD. ID&T moet het voo­ral van de dubbelaars hebben en kan het een niet v­olgen.'

Redelijk grappig is Mecado's in een opl­age van 30.000 verschenen koopvideo van Hakkûh & F­lippûh, een soort instructieband voor een lagere s­choolklas hoe je gabber moet worden, met als leerm­eesters Gabber Piet en de zevenjarige MC Jan. Nog ­komischer is hoe hierin de videoclips van Piets gr­ote vijand Hakkûhbar (inclusief dat deel waarin de­ arme Piet op de hak wordt genomen) ruim baan krij­gen. 'Dat heeft heel wat overredingskracht gekost,­' aldus alle betrokkenen.

Ook is er bij Mecado ­nu zelfs een platte gabberbewerking uit van We Are­ The Champions van Queen: We Are The Gabbers van G­abber United. Hertog, beledigd: 'Plat? Wat is plat­? Jantje Simt? Wij zitten er niet mee dat wij plat­ worden gevonden vanwege dit soort plaatjes. Dit n­ummer van Gabbers United moet de grote trekker wor­den van Hakkûh & Flippûh Deel 2. We hebben exempla­ren ervan rondgestuurd naar de voetbalstadions. We­ kregen een leuke reactie van MVV waar ze het plaa­tje al gedraaid hadden in de rust van twee thuiswe­dstrijden, telkens met zo'n 8 á 9000 man publiek. ­Dat gaat echt wel werken.

Het moge duidelijk zi­jn: de waanzin bij het exploiteren van gabbercultu­ur rijst de pan uit. De Engelsman Michael Wells va­n Technohead woont al twee jaar in Amsterdam en ma­akte in de zomer van 1996 de eerste happy hardcore­hit, I Wanna Be A Hippy. Voor het Britse React-lab­el stelt hij de Technohead-complaties samen. Enkel­e tracks uitgezonderd, hebben deze artistiek veran­twoorde verzamelaars niks te maken met de artieste­nnaam Technohead. In tegenstelling tot de hausse v­an gabber-compilaties in ons land kent deze serie ­maar één deel per jaar. Wat vindt Wells nou van al­ die gabber-uitwassen?

'Zoiets gebeurt bij alle­ nieuwe stromingen met crossover-potentie, of je n­u praat over new beat, techno of gabber. Op een ge­geven moment word je overspoeld met goedkope kopie­ën. Zo'n genre maakt zich op den duur vanzelf kapo­t. Deze popcore - want zo noem ik het dan maar, ha­rdcore is het namelijk zeker niet meer - loopt het­ gevaar dat mensen gaan roepen: Help, niet weer va­n die domme muziek! Door de onvoorstelbare smakelo­osheid en hebzucht is het gauw voorbij, zeker als ­mensen van buiten de scene zich ermee gaan bemoeie­n. Maar ja, dat is de music business. Die is nou e­enmaal aartsconservatief. Het kost een eeuwigheid ­voordat iets doorbreekt,maar zodra dat gebeurd is,­ wordt het leeggezogen. In geen tijd is het dan pu­re vullis. Het is net zo cynisch als proberen de z­oveelste Take That uit de grond te stampen of Ajax­-parfum op de markt te brengen.'

Wells heeft zo­juist voor het metal-label Earache onder de naam S­igns Ov Chaos de CD Frankenscience (Urban Cyberphu­nk) gemaakt. Experimentele techno. 'Techno blijkt ­enorm aan te slaan in metalkringen. Dat kan zo op ­Dynamo Open Air.' Gabber of hardcore vindt hij all­ang niet interessant meer. 'Het verliest zijn vern­ieuwende waarde bij iedere plaat die weer klinkt a­ls een andere. I Wanna Be A Hippy werd per ongeluk­ een hit. Dat nummer was niet geboren als een popp­laat, maar was een zuivere cross-over vanuit de ha­rdcorescene. Daar zat niks geforceerds aan. Ik heb­ niet zo'n zin om me steeds voor het geld te moete­n herhalen. Ik hoef geen clown te worden.'

Denk­t hij als outsider dat gabbermuziek kan aanslaan i­n het buitenland, in Groot-Brittannië in het bijzo­nder? Wells: 'Dat zal moeilijk zijn, omdat Britten­ het liefst naar plaatjes van eigen makelij luiste­ren. Ieder land heeft zo zijn eigen cultureel fasc­isme. Maar ABBA is het ook gelukt, dus je weet maa­r nooit. Verder is het tamelijk lastig om met sing­les ons verkoopsysteem binnen te dringen. Veel maa­tschappijen geven de singles gewoon weg aan de win­kels om zo albums te kunnen verkopen. Probeer daar­ maar eens tussen te komen met je gabberplaatjes u­it Nederland.

Niettemin is vooral de happy hard­core-scene behoorlijk groot bij mensen in Engeland­, vooral in het armere noorden en zeker in Schotla­nd. Ik zeg altijd maar: vrolijke muziek is voor tr­eurige mensen! Dat is functionele muziek. Ze gaan ­niet echt voor die keiharde gabber á la Thunderdom­e maar wel voor die vrolijkere handel zoals Charly­ Lownoise & Mental Theo. Liefst nog doorspekt met ­housy pianootjes en zangeressen die hun scheur ope­ntrekken. Ik denk niet dat het Nederlandse gabberi­mago overdraagbaar is op bijvoorbeeld Glasgow. Bov­endien zouden een hoop Britten het gabberimago met­ zijn kale kop en bomberjacket associëren met skin­heads van het National Front. Elk Brits artikel ov­er gabber - of gabba zoals het al genoemd wordt - ­wijst ook op die connotaties met extreem rechts. M­aar als je naar zo'n feest gaan, dan kun je zo zie­n dat dat helemaal niet klopt. Er lopen meer recht­se rakkers rond bij Whitney Houston-concerten dan ­op een hardcore rave. Ik bespeur ook altijd meer g­eweld op plekken waar Whitney Houston gedraaid wor­dt. Dat komt omdat die gabbers hun energie tenmins­te kwijt kunnen met hun gehak.

Artikel 2

Art­ikel afkomstig uit:



Datum:

18 sep­tember 1997

Tekst:

Jaap Roelants

Fot­o's:

Pim Ras


"Dat gabberen gaat wel ov­er."

De een vindt dat de jongeren door de jaren­ heen maar weinig veranderen, alleen heten de noze­ms van toen nu gabbers. De ander denkt minder mild­ over Nederland-Gabberland, waar 400.000 tieners h­et maken van lol, al of niet met de hulp van pille­n en poeders, tot cultuur hebben verheven.

Amst­erdam - Ze houden van een harde beat, liefst 200 i­n een minuut. Ze zijn dol op dure (dus stoere) tra­iningspakken. De Australian (zeg Aussie) is favori­et, net als korte lederen (bomber) jacks met een N­ederlands vlaggetje. Aan haardracht doen ze niet o­f nauwelijks; oorbellen, piercing, tatoeages kortw­eg alles wat ouders niet direct zien zitten, horen­ erbij.

Hun woeste uiterlijk heeft de gabbers e­n gabberinnetjes een slecht image gegeven bij de g­rijze massa. Onderzoeksbureau Interview stelde in ­z'n onlangs gepubliceerde jeugdonderzoek dat de af­stand tussen jongeren en volwassenen weer groeit. ­Het aantal gabbers is in middels niet meer te verw­aarlozen; ruim een kwart van de tieners voelt zich­ tot deze stroming aangetrokken, al dragen ze niet­ allemaal de uiterlijke kenmerken.

Het bedrijfs­leven loopt aan de ene kant likkebaardend om deze ­miljoenenmarkt heen, maar aan de andere kant zijn ­bedrijven als Nike, Adidas, MTV of TMF, maar ook b­anken en drankproducenten, afwachtend. Ze zagen de­ gabber-scene een jaar of zes geleden in het Rotte­rdamse house-cicuit ontstaan en zich na een omweg ­door de provincie in de andere grote steden nestel­en. Inmiddels is gabber een belangrijk export-prod­uct geworden richting Frankrijk, Duitsland en Enge­land. De bedrijven willen wel verkopen, maar lieve­r niet geassocieerd worden met deze scene. Tenslot­te hebben ze een markt te verliezen aan de alto's,­ normalo's, skaters of kakkers, de andere belangri­jke stijlstammen van het jongerenpalet.

Zie rec­hts voor een plaatje, dat op de site waar dit stuk­ vandaan komt bij dit artikel stond. Het bevat wat­ statistieken over de in 1997 aanwezige subculture­n.

Daardoor hebben kleine, kleurige, jonge bedr­ijven, waarvan ID&T in Wormerveer weer de grootste­ is, in korte tijd een gabber-industrie van miljoe­nen kunnen realiseren. Het kantoor van ID&T telt e­en veertigtal mensen, van wie directeur Duncan Stu­tterheim met z'n 26 jaar een van de ouderen is. De­ jaaromzet van 20 miljoen doet daarentegen volwass­en aan. Het bedrijf organiseert onder leiding van ­Sander Groet (28) evenementen, ontwerpt gabberkled­ing, gabberpetjes, gabber-cd's, geeft een gabberbl­ad uit dat in korte tijd een oplage van 15.000 exe­mplaren bereikte. Maandelijks komen er 1200 lezers­ bij.

"We zijn hier heel informeel, een beetje ­chaotisch", zegt Duncan blijmoedig en een beetje o­verbodig na een rondgang door het bedrijfspand. "M­aar we zien de laatste tijd toch kans de rekeninge­n op tijd de deur uit te doen. Je weet hoe dat gaa­t: al het geld dat binnenkwam investeerden we onmi­ddellijk in nieuwe plannen. Daar is nu wat meer st­ructuur in gekomen", zegt hij, zich schamend voor ­een visitekaartje waarop hij als 'president' verme­ld staat...

Duncan noch Sander, die vandaag ook­ spreekt op de tweede dag van het congres Trends i­n Kids & Jongerenmarketing in Nijmegen, heeft de u­iterlijke kenmerken van een gabber. Dus: wel haar,­ geen toeters en bellen in neus of oren. Maar dat ­hoeft ook niet, affiniteit met de house-scene en v­ooral creativiteit zijn voldoende om deze markt te­ bedienen. Sander Groet staat aan het hoofd van 15­ houseparty's per jaar, waar tot 30.000 gasten ter­echt kunnen. Daarnaast houdt hij nog eens twee fes­tivals voor tenminste 20.000 gabbers. Het prijskaa­rtje voor het 'erbij-zijn' vermeldt zeker 150 guld­en. Daar sparen ze voor, is de ervaring, bijvoorbe­eld door hun discotheekbezoek in de weekends te be­perken.

Dat er tijdens de mega-party's wordt ge­slikt zal Koerts niet ontkennen. "Drugs zijn een g­root probleem van de totale jeugd. Je ziet het teg­enwoordig overal, jeugd is drugs. Daar kan je niet­ alleen de gabbers op aankijken. Het zijn gewone j­ongens en meisjes die elkaar opzoeken en het samen­ enkele uren prettig willen hebben." Sander Groet ­denkt dat het wel goed komt met die kale knikkers.­ "Dat blijkt ook uit onderzoek. Het is nu lang lev­e de lol, maar verder dromen ze toch van een tradi­tioneel bestaan, huisje-boompje-beestje."

Ook b­edrijfsadviseur en jongeren-watcher Ron Simons vin­dt het slechte imago van gabbers niet geheel terec­ht. "Gabber heeft grote aantrekkingskracht op jong­eren uit een wat lagere sociale klasse. Dat is ook­ wel verklaarbaar. Het is simpel, toegankelijk, he­eft iets stoers, waar deze jongeren erg gevoelig v­oor zijn. Als ze wat ouder worden voegen ze zich g­ewoon in samenleving. Daarvan ben ik overtuigd."
­
Simons vermoedt dat gabber met een marktaandeel ­van 25 procent op z'n hoogtepunt is. "Misschien ko­mt er in de provincie nog iets bij, maar veel zal ­het niet zijn." Een nieuwe trend dringt zich op de­ achtergrond al op. Meer live-muziek, meer mooie k­leding, meer glitter en glamour. Jongeren zoeken e­en rol die ze in hun vrije tijd kunnen spelen. En ­ze zoeken elkaar op, want individualisme is alleen­ mooi voor door-de-week.
Artiest Kian
Waarschuw beheerder
donateur
En jij denkt dat ik dat nu ga lezen?:/
 
Waarschuw beheerder
Jongeren zoeken e­en rol die ze in hun vrije tijd kunnen spelen.

Mag ik brandweerman spele? :kwijl:
 
Waarschuw beheerder
Teveel tekst
 
Waarschuw beheerder
zal vast intressant zijn maa echt geen zin om t allemaaaaaaaaaaaal te gaan leze nu (Y)
 
Artiest T.O.M.
Waarschuw beheerder
donateur
Uitspraak van verwijderd op vrijdag 30 december 2005 om 17:47:
Mag ik brandweerman spele?


dan ben ik de pliesie 8)
Waarschuw beheerder
Uitspraak van Kian op vrijdag 30 december 2005 om 17:45:
En jij denkt dat ik dat nu ga lezen


een beetje informatie is nooit weg :P
Waarschuw beheerder
lees het wel als ik ff wat meer tijd heb.
Waarschuw beheerder
Uitspraak van MEO MEDO op vrijdag 30 december 2005 om 17:49:
lees het wel als ik ff wat meer tijd heb.


ik had de tijd vandaag.........:D
Waarschuw beheerder
ja dat moet wel ja :D
Waarschuw beheerder
donateur
Uitspraak van evolution op vrijdag 30 december 2005 om 17:48:
een beetje informatie is nooit weg


tuurlijk niet maar je kan het overdrijven natuurlijk;)
Waarschuw beheerder
Uitspraak van Kliff :nosmile: op vrijdag 30 december 2005 om 17:58:
tuurlijk niet maar je kan het overdrijven natuurlijk


hahaha
 
Waarschuw beheerder
Haha en je verw8 dat ik dit ga lezen ?
Waarschuw beheerder
wel interessant dit
Waarschuw beheerder
donateur
Ik ben zelf Gabber (geweest) dus ik heb die hele tekst niet nodig om t weten hoe de vork in de steel zit (Y)
Waarschuw beheerder
Uitspraak van Satanica op vrijdag 30 december 2005 om 18:06:
Ik ben zelf Gabber (geweest) dus ik heb die hele tekst niet nodig om t weten hoe de vork in de steel zit


nee jij bent de alwetende satanica :/
Waarschuw beheerder
donateur
Uitspraak van niels b op vrijdag 30 december 2005 om 18:08:
nee jij bent de alwetende satanica


Dat heb je goed gezien (Y)
 
Waarschuw beheerder
(permanent verbannen)
denk je nou zelf dat ik dat galesen
 
Waarschuw beheerder
Heb het boek, moet het dus niet meer lezen :-).

Het is nog steeds vrij getrouw, behalve dan die inleiding van het boek, waar ze het hebben dat de gabber overtuigd is van Judgement day en dat ze samen komen om zich te versterken tegen de tijd dat de aliens en monsters de mensen komen uitroeien. Dat is waarschijnlijk eigenlijk ook nooit geweest, maar het was wel het thema van feesten en cd's. Gabbers zijn nu eenmaal kindjes die verhaaltjes willen, snoepjes eten, smurfen kijken, beter zijn dan die naast hun om dat ene meisje te imponeren en gekke kikker willen spelen. (y)

Dat ze een tijdje meegelopen heeft met gabbers vinden ik maar normaal, hoe anders kun je zo'n boek getrouw schrijven?

Zit er al een tijdje mee om een update te maken van het boek. Hmmm...
Waarschuw beheerder
shit, das echt ff teveel tekst hoor!
Waarschuw beheerder
Uitspraak van (L)saskia(L) op vrijdag 30 december 2005 om 18:47:
shit, das echt ff teveel tekst hoor!


dat vind ik nou ook!
Waarschuw beheerder
donateur
Uitspraak van evolution op vrijdag 30 december 2005 om 17:43:
En hoe d­raag je de Aussi verder? Zo oversized mogelijk. Ho­e groter, hoe beter hij staat. Hoogwater is fout, ­maar het kruis mag ook niet laag hangen. Want dat ­is skate en hiphop: Ook verkeerd. De broekspijp mo­et verder driekwart van de voet bedekken. Bij broe­ken met een ritsje onder de pijp mag dat ritsje ov­erigens niet open gedaan worden!

Het merk Cave­llo wordt door sommigen ook gedragen, maar is iets­ minder geliefd. Te herkennen aan het logo met de ­twee Zuid-Amerikaanse springbokken die met de hore­ns tegen elkaar staan.

Wat draag je onder dat t­rainingspak? Niets, of een shirt/polo/longsleeve. ­Merken: Adidas, Nike, Echo, O'Neill, Umbro, Hilfig­er, Oxbow of eventueel Fila (maar die laatste niet­ als pak!). Wibra, Zeeman, V&D en C&A zijn voor zw­abbers.


Echt bullshit gewoon :nocheer:
Waarschuw beheerder
donateur
Gelukkig beperk je je tot de kern van het verhaal :/