Hallo!!! Hallo! Hmmm, ach gezellig! Mensen, laatst hè, was ik alleen thuis, in mijn woning enne het was allemaal goed en toen was ik dus in die woning en toen dacht ik van eh, ja ik ben nou in mijn woning en ik ben alleen, ik kan doen wat ik wil. Nou, kleren uitgetrokken en toen ben ik dus, zo, ja naakt, door mijn huis gaan lopen, door mijn woning, naakt. Nou, moet ik zelf weten, is mijn huis, woning enne het is mijn lichaam en dus ook zo eh… voelen aan mijn lichaam en zo. Het is van mij, weet je wel, moet je allemaal zelf weten. Enne, het was allemaal hartstikke goed en toen in één keer zag ik in een hoek van de kamer, zag ik een broekje. Een piepklein broekje! En dat was niet van mij, want zulke broekjes heb ik niet. Het was een heel klein blauw broekje van mijn vriendin. En ik zo eh, ja eh, kijken naar dat broekje, ja, met die ogen en alles, weet je wel, zoals je dan doet, dat broekje zo…..Enne ik stond dus zo te kijken naar dat broekje en toen dacht ik in een keer van eh, ik dacht kom op! Erop af! En ik naar dat broekje toe!
Hé, maar dan lopen, hè, lopen. Typisch, zoals je dan naar dat broekje loopt, met die benen en alles…. Schitterende dingen! Enne ik pak zo dat broekje, had ik hem zo in een hand…lag die weer in die andere hand. Ik kan mezelf goed bezighouden. Enne toen dacht ik van, ja, ik ben alleen thuis en het is mijn woning, ik ben naakt… heb ik dat broekje aangetrokken. En toen, ja, met dat broekje aan, was goed, wel een beetje raar, maar wel lekker. En ik heb thuis zo’n grote spiegel, een grote spiegel, hè, heb ik thuis, zo’n grote spiegel. Toen ben ik dus voor die spiegel gaan staan, zo, en toen heb ik dat broekje heb ik toen, zo heel strak…tussen m’n billetjes getrokken. Maar eh, strak hè. Strak! Ja, wat anders kun je het net zo goed niet doen, hè, ik bedoel, kom op. En toen keek ik zo naar mezelf in die spiegel en toen dacht
ik: “Jezus Hans, wat ben je nou aan het doen?” Maar toen keek ik nog eens goed en toen dacht ik: “Nou, nou Hans, eigenlijk ben jij best een lekker geil tijgertje, dacht ik! Ooooh, man!” En toen was ik klaar met dat broekje.
Heb ik dat broekje afgescheurt, weg d’r mee! Want toen zag ik, op tafel, een Mars. Ik zag een Mars, op tafel, een Mars. En ik zou kijken naar die Mars, jonge, zou van eh, wow, met die ogen en alles en ik zou…naar die Mars toe.
En toen zag ik die Mars en ik dacht: “Ja Mars, maar ik ben naakt, maar dan potverdomme jij ook, hè!” Dus ik scheur dat papier d’r af en ik denk: “Nou is het tussen jou en mij, Mars, Mars. Tussen jou en mij.” En ik pak die Mars in m’n handen zo, weet je wel. Van die kleffe zweethandjes, zo, weet je wel.
En het begon een beetje te smelten en ik begin zo te knijpen en ik voel zo tussen mijn vingers het caramel…En toen ben ik dus weer voor die spiegel gaan staan en…. huppakkee! Ik denk mooi, nou ga ik m’n moeder bellen! Dus ik bel m’n moeder, ik zeg: “Mam, jij raadt nóóit wat ik tussen mijn billetjes heb!” “Ja”, zei ze, “weet ik veel.” En ze begint te raden: “Eh, Bounty, Nuts, M&M’s” Ik zeg: “Ik ga toch geen M&M’s in m’n kont stoppen, denk eens na!” “Nou”, zei ze, “wat dan wel?” “Een Mars!” “Nou jongen, als jij dat lekker vind, moet je dat gewoon doen.” Das mijn moeder! Tof mens. Mijn vader is heel anders. Hele lieve man, maar heel anders. Was nog niet zo lang geleden, was ik op bezoek bij mijn vader, bij zijn woning, enne toen dacht ik van eh, ja god, het is mijn vader, we kennen elkaar, dus kleren uitgetrokken. En toen ben ik zo op handen en voeten door zijn huis gaan lopen en toen schreeuwde ik zo: “Ik ben een zwijn! Ik ben een zwijn!” Maar ja, m’n vader, die zei alleen maar van: “Ja, daar heb ik nou effe geen zin in.” Ja, is gewoon een heel ander type, heel ander type.
Vreselijk, vreselijk, die botte mensen. Ik kan er niet tegen. En daarom, lieve mensen hier in dit kleine theater, daarom vind ik het zo heerlijk, om een keer in de week, hier in Amsterdam, in mijn makkem, naar zo’n klein, pittoresk, literair, café te gaan. En dan ga ik naar zo’n literair café, om daar te praten met ontwikkelde mensen. Mensen met gevoel voor stel, mensen die posverdomme nog eens een boek gelezen hebben, he. Dan zit ik in dat literaire café, en ik luister naar de prachtige Franse Chansons, van Jacques Brèll, en Edith Piaf, hhn-hnnnnnnnnnnnnnnnnnnnh. En ik filosofeer wat met iemand naast me over allerlei onderwerpen, en over dit, en over dat, en over zus, en over zo. En we drinken een een pilsje, en ach kom, ik neem er nog een, mwoh. En we filosoferen, en filosoferen, en dan raak je in vervoer door de prachtige Chansons. En dan, rond een uur of twaalf, zo’n lekkere dikke schrijfster, helemaal gek, pompen op de plee man! Heerlijk! En dan WHAP, over die wip, en WAP die zwans naar binnen, hengsten! In die natte la! En dan maar raggen! Zonder condoom! Want condooms is waanzin, je gaat ook geen dure tv kopen en er een plastic zak overheen trekken, of wel? Of naar een heel mooi concert met oordoppen in, doe je toch ook niet? Of als je een heel duur paard gekocht hebt, dan ga je toch ook niet zeggen vanne: “Hehe, stom paard.” Of als er een vriendje belt, weet je wel. Een vriend belt je op en hij zegt, ik kom langs met de auto, en hij komt langs met de auto, je stapt in, en hij neemt je helemaal mee naar Duitsland. In Duitsland kom je aan in Műnchen-Gladbach, in een enorme hal. In die hal is Schlager-muziek, meisjes in prachtige kostuums, die dansen, en bloemen overal. En dan wordt er een pul bier voor je neergezet. Dan ga je toch ook geen foto’s van je moeder in dat bier gooien? Nou, daarom ben ik tegen condooms. Net als de paus, de paus is ook tegen condooms, dus de paus en ik zitten op één lijn. Dat is fijn, ik had het er laatst met hem over. Hij zegt: “Hans, wat heb ik er aan als ik niks voel om mijn lul?"”Ik zeg: “Ja, paus, jongen, dat weet ik toch ook allemaal niet.” Nee, maar dus zonder condoom he. Heerlijk zo’n fatsig wijf, zo WHAP voorover. En dan hard he, van achter. Dat ze met haar kop tegen die pleedeur aankomt, zo POINK, POINK, POINK. En dan goed hard raggen. En dan die klamme dot, volblaffen met put! Ach man. Dat is toch zo aangenaam he. En soms ben ik te zat om te pompen, maakt niet uit. Laat ik me PIJPEN! Dat is ook lekker, door een dik fatsig wijf laten PIJPEN. Lekker man. In zo’n mooi, literair café door een dik, fatsig wijf laten PIJPEN. Dat is ook lekker he, PIJPEN. PIJPEN. Ken je dat? PIJPEN. Dat is lekker, PIJPEN. Door een dik wijf laten PIJPEN. Dan hoor dat geroezemoes op de achtergrond: “Munischreven Herman…”MHAHAHAHAHAAHAHAHAHAHAHA. Sigretje erbij. Beetje schijten, ik zit er toch. Ja. Het klinkt nu misschien heel sentimenteel, maar, ik ben een romanticus. Ik kan daar niks aan doen. Ik ben een gevoelsmens. En ik vind het verschrikkelijk als ik zie wat er in de wereld gebeurd. Als ik zie, die ellende, en die honger, en de manier hoe mensen met elkaar omgaan, dan denk ik, waarom, weet je wel, Waarom, hoe kan het zo zijn, dat de wereld nog steeds niet heeft geleerd, en waarom kan het. En soms dan denk ik, ik wil niet langer. Terwijl ik, ik wil niet meer in zo’n wereld. Ik kan gewoon niet. Ik kan niet HUP ik ben er al weer overheen! MHAHAHAHAHAHAHAHAHAAHAHAHA! Zo zeg ik zat effe helemaal stuk, zag je dat? Ik stond hier zo. Maar in één keer schoor het door me heen: “Kom op Hans, positief denken.” Heel belangrijk. Ik zal een mooi voorbeeld geven: Stel, je hebt een enorm huis. Met een enorme ruit. Uit het niets komen veertien Noorse matrozen, waarvan ern eentje Elmer heet. En die kotsen die ruit vol. Moet je dan klagen? Moet je dan kniezen? Moet je dan bij de pakken neer gaan zitten? Ik zeg nee! Je kan ook denken, de kans dat er nu een klein kwetsbaar vogeltje denkt dat het door die ruit heen kan vliegen en zich te pletter vliegt, is kleiner geworden, en dat is positief. Snap je? En dan maakt het helemaal niet uit of die ene nou Elmer heet of niet, doet er dan niet meer toe. Dat is belangrijk, positief denken. Altijd. Het is een keuze, het is een keuze. Als je een stoma hebt, je kan klagen maar je kan ook denken; “Ja, maar ik krijg nou een hele mooie, roze anus, en dat is ook weer waar. Een mooie, roze anus, dat dan weer wel.
pijpen, Pijpen!
En dan, rond een uur of twaalf, zo’n lekkere dikke schrijfster, helemaal gek, pompen op de plee man! Heerlijk! En dan WHAP, over die wip, en WAP die zwans naar binnen, hengsten! In die natte la! En dan maar raggen! Zonder condoom!
Heerlijk zo’n fatsig wijf, zo WHAP voorover. En dan hard he, van achter. Dat ze met haar kop tegen die pleedeur aankomt, zo POINK, POINK, POINK. En dan goed hard raggen. En dan die klamme dot, volblaffen met put! Ach man. Dat is toch zo aangenaam he. En soms ben ik te zat om te pompen, maakt niet uit. Laat ik me PIJPEN! Dat is ook lekker, door een dik fatsig wijf laten PIJPEN. Lekker man. In zo’n mooi, literair café door een dik, fatsig wijf laten PIJPEN. Dat is ook lekker he, PIJPEN. PIJPEN. Ken je dat? PIJPEN. Dat is lekker, PIJPEN. Door een dik wijf laten PIJPEN. Dan hoor dat geroezemoes op de achtergrond: “Munischreven Herman…”MHAHAHAHAHAAHAHAHAHAHAHA. Sigretje erbij. Beetje schijten, ik zit er toch. Ja. Het klinkt nu misschien heel sentimenteel, maar, ik ben een romanticus.
drechener daisy ofzow
En, en ik voel me eigen keigoed
Ik voel me keigoed, ik voel me keigoed
Jullie kunnen mij niks maken!!
Ik voel me keigoed, ik voel me keigoed
En ik schreeuw het van de daken!!
Ik voel me keigoed, ik voel me keigoed
De wereld is te gek en ik oké!!
Dus praat niet langer over honger,k*nker en geweld
En dan doet je nog is even lekker mee
Ik voel me keigoed, ik voel me keigoed
Waarom zou ik zeuren??
Ik voel me keigoed, ik voel me keigoed
Wat gebeurt da moet gebeuren
Ik voel me keigoed, ik voel me keigoed
En ook al gaat het niet zoals ik wil
Ik zit niet bij de pakken neer en ik hou me kin vooruit
En ik stop een lekker handje in de gril
Ik voel me keigoed, ik voel me keigoed
Ke-ke-kei-keigoed
Yeaahh
Ik zou wel willen zingen over mijn verdriet
maar het valt allemaal wel mee
dus dat doe ik maar niet.