Sla is groen... eenvoudig..
Uitspraak van verwijderd op donderdag 6 oktober 2005 om 13:35:Sla is sla... simpel..
Simpel ?
Weetje hoeveel woorden er met sla beginnen
Wees duidelijk
Sla groombus
Sla chthuis
Sla afje
Sla k
Sla ng
laatste aanpassing
SLAppe hap
Uitspraak van Wemmiesla = gezondMama Van Jaimy op donderdag 6 oktober 2005 om 13:53:
Dat wel
Sla is callorieën vrij
U hebt gezocht op sla:
RESULTAAT (maximaal 20 woorden)
sla (de ~, ~'s, ~'s)
1 gewas van de soort Lactuca sativa
2 bladgroente, bestaande uit kroppen van de Lactuca sativa
3 salade
slaaf (de ~ (m.), slaven)
1 mens die aan een ander in eigendom toebehoort => lijfeigene
2 iem. die geheel afhankelijk van iets of iem. is
3 ondergeschikte in een sadomasochistische relatie
slaafs (bn.)
1 als een slaaf, geheel onderworpen => serviel, willoos
2 zich niet van een voorbeeld of gewoonte kunnende losmaken => academisch, schools
slaag (de ~ (m.))
1 klappen => billenkoek, rammel
slaag·kans (de ~)
1 kans dat men slaagt
slaak (het ~, slaken)
1 [scheepv.] plaats waar de zee bij onstuimig weer effen en stil is
slaan1 (onov.ww.)
1 met de hand of iets anders min of meer snel bewegen
2 min of meer abrupt in de genoemde positie of toestand raken
3 door stoten of slagen geluid voortbrengen
slaan2 (ov.ww.)
1 met een of meer snelle bewegingen raken => iem. een opduvel geven, uithalen
2 (een dam- of schaakstuk) door een bepaalde zet van het bord verwijderen
3 (geluid) voortbrengen
4 met slaande bewegingen bewerken
5 met slaande bewegingen in de genoemde positie of toestand brengen => drijven
6 met slaande bewegingen maken
7 met zwaaiende bewegingen in de genoemde positie of toestand brengen
8 met zwaaiende bewegingen maken
9 (een prestatie) overtreffen [Belg., niet alg.] [Belg., niet alg.]
slaan op (ww.)
1 gaan over, betrekking hebben op [grof] [grof]
slaap (de ~ (m.), slapen)
1 toestand van rust van de zintuigen en van het bewustzijn
2 neiging tot, behoefte aan slaap
3 tot korstjes opdrogende afscheiding aan de oogleden
4 toestand die bij sommige planten 's nachts optreedt en de indruk maakt van rust
5 elk der beide zijvlakken van het hoofd tussen de ogen en de oren
slaap·ap·neu (de ~ (m.))
1 kwaal waarbij de ademhaling af en toe stokt tijdens de slaap
slaap·bank (de ~)
1 zitbank die ook als bed dienst kan doen => bedbank, zit-slaapbank
slaap·been (het ~)
1 elk van beide botten aan de zijkanten van het hoofd
slaap·be·we·ging (de ~ (v.))
1 beweging van plantendelen tengevolge van minder licht en warmte gedurende de nacht
slaap·bol (de ~ (m.))
1 vrucht van Papaver somniferum
2 de Papaver somniferum => papaver
slaap·bus (de ~)
1 reisbus met stoelen die tevens als slaapbanken ingericht kunnen worden
slaap·cen·trum (het ~)
1 [med.] centrum in de middelhersenen van waaruit de slaap geregeld wordt
slaap·cou·pé (de ~ (m.))
1 coupé van een spoorwagen, ingericht om erin te kunnen slapen
slaap·dienst (de ~ (m.))
1 dienst van een arts, verpleegster e.d., die toestond dat men 's nachts sliep in de inrichting
slaap·doos (de ~)
1 waterdichte kartonnen doos voor dak- en thuislozen om in te slapen
RESULTAAT (maximaal 20 woorden)
sla (de ~, ~'s, ~'s)
1 gewas van de soort Lactuca sativa
2 bladgroente, bestaande uit kroppen van de Lactuca sativa
3 salade
slaaf (de ~ (m.), slaven)
1 mens die aan een ander in eigendom toebehoort => lijfeigene
2 iem. die geheel afhankelijk van iets of iem. is
3 ondergeschikte in een sadomasochistische relatie
slaafs (bn.)
1 als een slaaf, geheel onderworpen => serviel, willoos
2 zich niet van een voorbeeld of gewoonte kunnende losmaken => academisch, schools
slaag (de ~ (m.))
1 klappen => billenkoek, rammel
slaag·kans (de ~)
1 kans dat men slaagt
slaak (het ~, slaken)
1 [scheepv.] plaats waar de zee bij onstuimig weer effen en stil is
slaan1 (onov.ww.)
1 met de hand of iets anders min of meer snel bewegen
2 min of meer abrupt in de genoemde positie of toestand raken
3 door stoten of slagen geluid voortbrengen
slaan2 (ov.ww.)
1 met een of meer snelle bewegingen raken => iem. een opduvel geven, uithalen
2 (een dam- of schaakstuk) door een bepaalde zet van het bord verwijderen
3 (geluid) voortbrengen
4 met slaande bewegingen bewerken
5 met slaande bewegingen in de genoemde positie of toestand brengen => drijven
6 met slaande bewegingen maken
7 met zwaaiende bewegingen in de genoemde positie of toestand brengen
8 met zwaaiende bewegingen maken
9 (een prestatie) overtreffen [Belg., niet alg.] [Belg., niet alg.]
slaan op (ww.)
1 gaan over, betrekking hebben op [grof] [grof]
slaap (de ~ (m.), slapen)
1 toestand van rust van de zintuigen en van het bewustzijn
2 neiging tot, behoefte aan slaap
3 tot korstjes opdrogende afscheiding aan de oogleden
4 toestand die bij sommige planten 's nachts optreedt en de indruk maakt van rust
5 elk der beide zijvlakken van het hoofd tussen de ogen en de oren
slaap·ap·neu (de ~ (m.))
1 kwaal waarbij de ademhaling af en toe stokt tijdens de slaap
slaap·bank (de ~)
1 zitbank die ook als bed dienst kan doen => bedbank, zit-slaapbank
slaap·been (het ~)
1 elk van beide botten aan de zijkanten van het hoofd
slaap·be·we·ging (de ~ (v.))
1 beweging van plantendelen tengevolge van minder licht en warmte gedurende de nacht
slaap·bol (de ~ (m.))
1 vrucht van Papaver somniferum
2 de Papaver somniferum => papaver
slaap·bus (de ~)
1 reisbus met stoelen die tevens als slaapbanken ingericht kunnen worden
slaap·cen·trum (het ~)
1 [med.] centrum in de middelhersenen van waaruit de slaap geregeld wordt
slaap·cou·pé (de ~ (m.))
1 coupé van een spoorwagen, ingericht om erin te kunnen slapen
slaap·dienst (de ~ (m.))
1 dienst van een arts, verpleegster e.d., die toestond dat men 's nachts sliep in de inrichting
slaap·doos (de ~)
1 waterdichte kartonnen doos voor dak- en thuislozen om in te slapen
laatste aanpassing














