Soms vraag ik me wel eens af wat mensen beweegt om de tram te nemen. Aan de ene kant kan ik het me natuurlijk wel voorstellen, als je in een grote stad zoals Amsterdam leeft. Welke, bij nader inzien, toch niet zo groot schijnt te zijn als je gedacht had, vooral niet als je uit zo'n boerengat als Haaksbergen komt (Hoksebarge voor de tukkers onder ons, maar dat even terzijde...), want daar wordt de grootte van een stad toch al snel geïdealiseerd. Of beter gezegd, overdreven. En dan kun je met cijfertjes aan komen zetten, de mensen aan hun verstand brengen dat Amsterdam toch niet zo geweldig groot is als gedacht, lukt je niet. Je moet er echt léven, wil je met eigen ogen zien, dat de grootte van onze veelbesproken hoofdstad wel meevalt. Waarom? Omdat je iedere dag dezelfde, vreemd door het leven gaande Homo Sapiens tegenkomt. En vooral in de tram. Na een paar weken kun je elkaar zelfs bij de voornaam noemen. De tram, een rijdende ontmoetingsplaats voor jong en oud bij uitstek, een plaats voor vele irritaties, een bron van inspiratie voor mij. Want je maakt wat mee, als tramreiziger. Of beter gezegd, tramVERSLAAFDE.
Ten eerste sta je, al wachtende op je geliefde tram, minutenlang of zelfs halfurenlang te vernikkelen van de kou. Soms heb je het geluk dat er één of andere halve zool met je staat te wachten, zodat je tenminste een beetje afleiding hebt. Dan, eindelijk, is je tram in zicht. Deze blijkt meestal stampen stampvol te zijn als hij vertraging heeft gehad. Dus dan moet je je weg zoeken naar de stempelautomaat tussen alle zwoegende, stinkende lijven en struikel je jezelf een ongans over overvolle boodschappentassen (het blijft me trouwens steeds weer verbazen hoeveel er wel niet in zo'n klein rottasje gaat, onvoorstelbaar).
Dan heb je eindelijk de automaat gevonden en kun je aftstempelen. Als leek zijnde en beginnend tramverslaafde heb je de grootste moeite met de hoeveelheid af te stempelen strippen, maar geloof me, tweee strippen is altijd wel voldoende. Geen strippen is een probleempje... Binnen de kortste keren wordt je door zo'n, als je het treft, knappe, gezellige vent, waarvan je eerst dacht:" Mmm, dáár zou ik wel eens een beschuitje mee willen eten" (sorry, mensen van de reklame) in een blauw uniform op de bon geslingerd en krijg je later een boete thuisgestuurd van €35,= of meer. Natúúrlijk ben je dan gelijk op die leuke gozer afgeknapt! Jammer dan.
Na het afstempelen volgt er weer een probleem: het bemachtigen van een zitplaats. Wanhopig kijk je om je heen en met jou 20 anderen. Zodra er ook maar 1 zitplaats vrijgekomen is, stuiven ze er met z'n tienen op af. Een lawine van mensen, om maar dat éne plaatsje te krijgen. Dan is de plaats weer bezet en is even rustig. Máár, bij de volgende halte is er achterin een plek vrijgekomen, en ja hoor, hopla, stormloop naar achteren. Dit kan me mateloos irriteren; van die mensen die azen op een plekje en loerend om zich heen kijken. En wat me het nog meest ergert, ik hoor daar ook bij...
Heb je eindelijk een zitplaats veroverd, zit je de rest van de reis naast een stinkende zwerver die uit zijn neus peutert en het tevoorschijn geplukte snotje aan een uitgebreid nader onderzoek onderhevig stelt. Of je zit naast iemand met een lief klein hondje op zijn schoot, dat bij nader inzien verdacht veel op een pittbull lijkt. Of naast een Chinees-ogend vrouwtje in d'r roze ochtendjas, die ik iedere week wel ergens in de tram tegenkom. In zichzelf pratend en heel nerveus met d'r vingers bezig zijnde, waarvan je zelf ook godscrimineel zenuwachtig moet worden. Of je ziet een man binnenkomen die het schijnbaar leuk vindt om in de wintermaanden alle raampjes open te gooien. En als je het waagt er iets van te zeggen, "ken jeu un houw voor jeu smoel krègeu!" Natuurlijk zit er altijd wel een of andere zielepoot tussen, die er wat van zegt, maar ja, “hadtie maar niet de tram moeten nemen...â€!
Om de twee weken kom ik ook een Frans vrouwtje tegen, altijd in dezelfde kleren. En altijd met hetzelfde humeur: chaggie van hier tot aan Parijs en zo agressief als het maar kan. En altijd schreeuwt ze, zonder enige notie van d'r omgeving te nemen: "Je n'ai pas compris!". Nee, mevrouw, ik ook niet, en nog steeds niet. Soms vraag ik mij wel eens af, hè...
Jaja, je maakt wat mee als tramreiziger, of beter gezegd, tramverslaafde, want wat er ook gebeurt, we blijven met de tram reizen...
In de tram
anoniem gepubliceerd op

289 opmerkingen
Grappig column, heeft verder geen boodschap
ik haat trance
Gefeliciteerd, koop een taart en ga het vieren.
misschien wil ie liever een kleuplaat ken ie kleuren
waar is t moraal van dit verhaal??
Dat als je in Haaksbergen woont niet weet hoe je met het openbaar vervoer in A'dam moet reizen?
Ik sta liever in A'dam 4 minuten op de tram te wachten dan een uur op een bus in Haaksbergen die je naar de bewoonware wereld brengt.
Haha leuke schrijfstijl
en
vind ik dus echt onzin, niet alles hoeft altijd een betekenis te hebben, althans niet een betekenis die iedereen aanspreekt.. Wat is er mis met schrijven over het leven, waarachtig danwel denkbeeldig?
en
je moet niet schrijven om te schrijven maar schrijven om iets duidelijk te maken, is hier duidelijk niet het geval
vind ik dus echt onzin, niet alles hoeft altijd een betekenis te hebben, althans niet een betekenis die iedereen aanspreekt.. Wat is er mis met schrijven over het leven, waarachtig danwel denkbeeldig?
Uitspraak van van hier tot ausie op maandag 25 juni 2007 om 00:38:
Dit is dus waarom Amsterdammers niet van boeren houden!

























