woensdag 11 maart 2009 om 20:15
Je zult het maar beleven:
een mens die als een muur om je heenstaat.
Een muur van licht,
een muur van warmte.
Een mens die je omarmt.
Je zult het maar beleven:
een mens die je herkent in je ware gedaante.
Een mens die minzaam je beeld in zich opneemt,
je koestert, je stralend weerspiegelt.
Je zult het maar beleven:
een mens die zich als een boog over je leven spant.
Een boog van aandacht, een boog van trouw.
Spreek maar van geluk.
Een mens je lijfgenoot, je zielgenoot.
Een mens samen mens met jou.
Een mens die je tooit met liefde.
Een mens die je -
delend en helend - voltooit.
--------------------
Iemand die je naam noemt,
zoals niemand die noemt.
Iemand die je herkent,
je gezicht ontvouwt.
Iemand die je streelt,
zachte wind fluisterend
door het landschap van je lichaam.
Zachte wind luisterend in het landschap
van je ziel.
Iemand. Zomaar een lente. Nieuw begin.
------------------------
Zo lief ben je mij,
vanwege de wijsheid van je handen,
het welkom van je ogen,
de aardsheid van je stem.
Zo lief ben je mij,
vanwege de wendingen van je gedachten,
de glans van je dromen,
de diepgang van je ziel.
Zo lief. jij stroomt maar, stroomt.
ergens ontspring je,
ergens een bron van pure vitaliteit.
Onstuimig, teder zo teder
laat je me delen in je overvloed.
---------------------------
Dat je luistert,
altijd weer luistert naar mij.
Wat je ook bezighoudt,
je bent bereikbaar voor mij.
Probleemloos loop ik je bewustzijn binnen.
er is een plaats voor mij gereserveerd.
dat je ook luistert naar wat ik zwijg.
dat je ook raad weet met mijn stiltes.
zoals je ook raad weet met mijn dromen.
nooit keer je je van mij af.
hoe hoog, hoe diep ik ook ga.
je volgt mij.
een mens als jij. rijk ben ik.
altijd aandacht die mij draagt.
grond onder mijn voeten.
O jij - weet je omhelsd
--------------------------
Die twee, zo prachtig als ze zijn,
veilig bij elkaar.
Dragen elkaar op handen.
Dragen elkaar aan het hart.
Dromen weg in elkaar.
Komen thuis bij elkaar.
Telkens gebeurt het weer.
Vonken springen over.
Twee mensen in de gloed van hun naam.
De bloei van hun lichaam.
De vlammen slaan hen uit.
Die twee geheel en al mens voor elkaar.
Een klein heelal van liefde.
Dit moet blijven.
Die twee bron van vreugde,
vindplaats van hoop.
Laat het vuur onuitblusbaar zijn.
----------------------
Niet alles, wat je onderneemt,
is van blijvende waarde.
Veel is slechts van tijdelijke betekenis.
Veel vervluchtigt.
Maar wat beklijft,
wat onbeperkt toekomst heeft -
wat je doet in liefde.
Voorgoed maakt het deel uit van de werkelijkheid.
Verheug je erover -
over je tijden van liefde.
Ze vormen je eeuwigheid.
Je definitief signalement
----------------------------
Niets liever dan jou hullen in licht.
Als een zon over je opgaan.
Je met al mijn warmte openlachen.
Nooit leef ik zo intens
als wanneer ik naar jou toeleef.
Blijf ik bij mezelf,
dan leef ik maar half.
Eenzelvig leven is geen leven.
Niets liever dan jou in bloei zetten.
Jouw mens zijn, jou allereigenste mens.
Pas dan besta ik,
staat mijn identiteit vast:
wanneer ik naast jou sta, je bijsta,
voor je insta.
---------------------------------
Langzaam leer ik dat de tijd een thuis is.
Een plaats om adem te halen,
verstaanbaar te worden.
een plaats om samen te zijn,
lief te hebben.
Langzaam ga ik je noemen tijdgenoot,
zeg ik huisgenoot -
want de tijd is een warmte,
een huis van liefde.
-----------------------
Omdat zij liefhad, ging zij met hem mee -
ook toen zij hem niet meer kon volgen.
Omdat zij liefhad,
bleef zij bij hem -
ook toen hij zich van haar afwendde.
Bleef zij bij hem,
ook toen zij rilde van eenzaamheid.
Ook toen alles uitzichtloos werd.
omarmde zij hem,
troostte zij hem,
toen hij zich weer omkeerde.
Omdat zij liefhad, zo liefhad.
----------------------------
Zeg het maar.
Doe het maar.
Heb het hart.
Het gewoonste.
Je bent ervoor geschapen.
Het hoogste, het diepste,
het meest menselijke. Die ander wacht. Verlangen dat zich wijd vertakt.
Landschap, tintelend landschap.
Ervoor geschapen.
Woorden.
Een naam.
Zomaar een hand.
Heb het hart.
-----------------------
Als er maar iemand is,
die met je meegaat.
een mens, die je reisgenoot wil zijn.
een die alles met je deelt -
licht en donker,
hoogten en diepten,
vreugde en verdriet.
Een mens, die je peilt en respecteert.
Een, die de loop van je gedachten volgt,
de loop van je dromen,
het ritme van je hart.
Een mens, die je minzaam bevestigt
in wie je werkelijk bent.
Een mens met wie jij weer meegaat.
Iemand voor wie jij weer
een reisgenoot wil zijn.
Enzovoort.
-----------------------
Mensen die zich nestelen in elkaars aandacht.
Mensen die elkaars woord en antwoord zijn. Mensen die niet gewoon raken aan elkaar.
Zich iedere dag weer verwonderen.
Dat hij, dat zij er is! Wat een geluk.
Mensen die elkaar ontroeren en verrukken. Elkaar bemoedigen, hoop geven.
Alles delen met elkaar: licht en lucht,
brood en wijn, lief en leed.
Mensen die elkaars oase zijn.
Zomaar vrede op aarde.
Bewoonbare wereld.
Thuis, onder eigen dak.
Nabijer kan het niet.
----------------------------
Lees mij, ontdek mij.
In woorden neem ik gestalte aan,
de regels van een gedicht,
de trekken van een gezicht.
Lees mij, lees mij dieper.
Buig je over -
waar geen woorden voor zijn,
Het geheim,
het uiteindelijke gezicht
dat tussen de regels op je wacht.
Lees mij.
Laat mij niet alleen.
-----------------------------
Woorden.
Woorden zo menselijk,
woorden van vlees en bloed.
Woorden niet alleen gebleven -
woorden zonder zin.
Een stem die vond.
Op de lippen genomen,
ter harte genomen.
Woorden in een adem uitgesproken.
Woorden van vlees en bloed.
Woorden een zin. Woorden die zingen,
woorden een lied.
Woorden jij jij jullie
---------------------------------
Altijd laat jij je vinden,
sta je klaar voor mij.
Vanuit de verte zie je me al aankomen.
Je zwaait naar me.
Zoveel is onzeker, van tijdelijke aard.
Mensen komen en gaan.
Maar jij - jij staat vast.
Te midden van alle
oppervlakkigheid en vluchtigheid
wortel jij onwrikbaar in de werkelijkheid.
En waar je het strekst in bent: in troosten. Wie drukt mij zo innig tegen zich aan,
wie huisvest mij zo in z'n warmte,
wie verheft mij zo op de toppen
van z'n aandacht?
----------------------------
Jij - hoe ik ook gestemd ben,
melodie die mij niet verlaat.
Jij - wat ik ook zeg, ook niet zeg,
antwoord dat mij draagt.
Jij - waar ik mij ook ophoud,
landschap dat mij omgeeft.
Jij - waar ik ook ben.
Ook niet ben,
lente die mij koestert,
hart dat voor mij klopt.
----------------------------------
Het is een kwestie van trouw -
trouw aan jezelf.
Onmiskenbaar wijst je innerlijk kompas
in een bepaalde richting.
Die ander. Lever je aan hem uit,
verlies je aan hem.
Verliezen is vinden.
Je uitstrekkend naar hem,
kom je steeds dichter bij jezelf.
In zijn ogen lees je wie je bent.
Wees maar gelukkig met de kans,
die hij je biedt.
De kans om zeer overtuigend
aan het licht te komen.
--------------------------
Hoeveel je ook voor die ander betekent -
als een boom bied je hem houvast,
beschutting, als een zee omgeef je hem,
als een lied zing je door hem heen,
je bent en blijft mens.
Hoogten, die je te boven gaan.
Diepten, waar je geen toegang hebt.
Vragen, die je niet meer kunt beantwoorden.
Overdrijf jezelf niet.
Onderschat die ander niet.
Liefde is veel, maar niet alles.
En gelukkig maar, je hield het niet vol.
Mens ben je, geen heiland, geen god.
Waarin je die ander ook herkent en bevestigt, niet in het allerlaatste.
- Hans Bouma