Gabber is naast hiphop de belangrijkste jeugd stroming in Nederland. Maar gabbers worden vanwege hun favoriete kledingmerk Lonsdale vaak in één adem genoemd met skinheads en de link met rechtsextremisme is dan snel gelegd. Toch hebben de meeste gabbers weinig op met rechtse ideeën. Het deel dat zich wel afzet tegen allochtone leeftijdsgenoten is vooral op zoek naar een eigen identiteit.
Er bestaan veel vooroordelen over het kledingmerk Lonsdale, ook onder jongeren. Lonsdale zou alleen door rechtse skinheads worden gedragen en de naam zou staan voor 'Laat Ons Nederlanders Samen De Allochtonen Langzaam Executeren'. De werkelijkheid is veel genuanceerder. Merken als Lonsdale en Fred Perry werden eind jaren zestig omarmd door de Britse skinheads. Die zetten zich met kracht af tegen de hippie cultuur en benadrukten in alles hun proletarische afkomst. Een idealisering van het arbeidersmilieu en de daarmee geassocieerde fysieke kracht en mannelijkheid waren het gevolg. Geweld speelde daarin een belangrijke rol. Skinheads droegen Lonsdale omdat het bij hun straatvechterimago paste (Lonsdale maakte oorspronkelijk bokskleding). Ze droegen werkschoenen van Doc Martens en shirts van Fred Perry, omdat die verwezen naar hun afkomst (Perry was de eerste tennisser uit het arbeidersmilieu die Wimbledon won). Politiek speelde amper een rol.
Extremisme
De structurele werkloosheid van veel skinheads in de jaren '80 bleek een prima voedingsbodem voor extreme politieke boodschappen, van linkse maar vooral van rechtse signatuur. Het British National Front en bands als Skrewdriver probeerden hun white power-boodschap aan de man te brengen, maar kregen nooit echt grip op de onberekenbare skinheads. De rechts-extreme smet bleef wel aan de skinheads kleven, ondanks pogingen van het in 1986 gevormde SHARP (Skinheads Against Racial prejudice) om dat beeld om te vormen. In deze periode kregen bepaalde kledingitems voor sommigen een politieke betekenis. Linkse skins regen hun Doc Martens vast met rode veters, rechtse met witte of gele veters. (Witte veters = 'positieve' boodschap: White Pride, trots op het blanke ras. Gele veters = 'negatieve' boodschap: hekel aan niet-blanken,]V) Als shirts van Lonsdale onder een open jack werden gedragen, dan las de goede verstaander in de merknaam NSDA, bijna de naam van de Hitlers NSDAP. In Duitsland werd de zwarte polo van Fred Perry populair. Dit zwarte shirt was afgezet met een witte en rode bies, de kleuren van de oude keizerlijke vlag.
Lonsdale-gabbers
De huidige populariteit van Lonsdale hebben we vooral te danken aan een heropleving van gabber. Maar gabbers dragen niet meer de Australian-trainingsjacks en Nike-gympen uit de jaren negentig. Ze stappen rond in Lonsdale en Fred Perry, kisten en Doc Martens. Dat doen ze allereerst omdat ze het mooie, nette kleding vinden. Daarnaast vinden ze het hele stoere kleding. Een ferme uitstraling is snel gecreëerd, en tenslotte worden ze als gabbers door hun uiterlijk toch al op één hoop gegooid met skinheads. Maar Lonsdale-gabbers zijn bepaald niet geliefd onder 'echte' skinheads. Die vinden het maar niks dat hun stijl schaamteloos wordt gekopieerd.
Zijn jongeren die Lonsdale dragen nu extreemrechts? Het Nederlandse vlaggetje, dat sinds de jaren negentig op hun bomberjacks prijkt, is voor velen daarvan een van de bewijzen. Maar dat vlaggetje verwijst naar gabberhouse, wat in tegenstelling tot gewone house een Nederlandse vinding was. Daarop waren en zijn de gabbers nog steeds vreselijk trots. De Nederlandse gevoeligheid voor nationalisme creëerde een golf van verontwaardiging, die gabbers vooral gebruikten om te provoceren. Een typisch puberale reactie. Met de huidige Lonsdale-gabbers is dat niet anders. Een groot deel van deze groep bestaat uit meelopers. Ze volgen de nieuwe trend en kopiëren kleding en houding, zonder daar verder een diepere betekenis aan te geven. Toch is er ook een groep die met Lonsdale een boodschap wil uitdragen die expliciet tegen allochtonen is gericht. Leeftijdsgenoten noemen hen 'nazi's', wat niet betekent dat deze jongeren ook meteen nationaal-socialisten zijn. De term 'nazi' heeft voor een 15-jarige niet dezelfde betekenis als voor een 40-plusser.
Spierballentaal
Maar hoe is het te verklaren dat Nederland 60 jaar na de bevrijding groepen jongeren kent die nazi worden genoemd? Allereerst hebben de meeste gabbers een conservatieve achtergrond. Het zijn blanke en doorgaans lager opgeleide jongeren, die voortkomen uit een milieu dat veranderingen schuwt en alles wantrouwt wat een bedreiging kan vormen voor de eigen, soms wankele, maatschappelijke positie. Deze jongeren zien allochtonen dus als een bedreiging. Daarbij is de houding van de Nederlanders ten opzichte van allochtonen sterk veranderd sinds ze weer zeggen wat ze werkelijk denken. Jongeren vormen daarop geen uitzondering, maar zijn in opvattingen en taalgebruik extremer dan volwassenen. In die zin verschillen deze jongeren weinig van de 1,6 miljoen Nederlanders die op de Lijst Pim Fortuyn hebben gestemd vanwege de spierballentaal van haar naamgever ten opzichte van allochtonen. Tenslotte zijn jongeren de laatste jaren door internet veel meer gewend om hun mening te uiten en internet maakt het mogelijk om dat vanachter een beeldscherm relatief anoniem te doen. Maar op internet stoere praat verkopen over allochtonen is nog iets ander dan je op straat naar die praatjes gedragen.
Identiteit
De reden waarom deze jongeren naar hardcore house luisteren en zich in Lonsdale hullen heeft waarschijnlijk niet zozeer te maken met de drang om een rechtse boodschap uit te dragen. In de puberteit zoeken jongeren een eigen identiteit en ze identificeren zich het gemakkelijkst met jongeren die op hen lijken. Voor autochtone jongeren houdt dat bijna automatisch in dat ze zich afzetten tegen allochtone jongeren en vice versa, waardoor botsingen onvermijdelijk zijn. De trots op gabberhouse als Nederlands product heeft geleid tot een gevoel van trots op de eigen identiteit en cultuur. Dat heeft veel weg van nationalisme, maar is nog geen rechtsextremisme. Het gevoel van trots op het eigene is groter dan de afkeer van het andere. Het gevoel is te vergelijken met het nationalisme in Groot-Brittannië, waar de nationale vlag een modeaccessoire is geworden. Het is niet waarschijnlijk dat rechts-extremistische partijen van deze ontwikkelingen zullen profiteren. CP '86 en Stormfront slaagden er in de jaren negentig nauwelijks in om grip te krijgen op de gabbers en het is niet waarschijnlijk dat het de Nieuwe Nationale Partij (NNP) en Nieuwe Nationale Jongeren (NNJ) nu wel zal lukken, pogingen in die richting ten spijt. Feesten en plezier maken blijft bij gabbers voorop staan. Daarbij verhindert ook hun drank- en drugsgebruik aansluiting bij deze rechts-extreme partijen, wier leden hun voorliefde voor hardcore en geestverruimende middelen bepaald niet delen.
Consdaple
In Duitsland wordt door een aantal postorderbedrijven kleding verkocht die wél nauw samenhangt met het rechts-extremistische gedachtegoed. Het bekendste merk is Consdaple en als dit merk onder een open jack wordt gedragen, wordt wél de naam NSDAP zichtbaar. Verder bestaat er ook kleding met een bewerkte versie van het Fred Perry logo, waarbij aan de lauwerkrans van Perry het cijfer '88' is toegevoegd. Een kenner zal in de cij-fercombinatie direct de boodschap HH = Heil Hitler herkennen (de 'H' is de achtste letter van het alfabet). En er zijn veel van dergelijke cijfercombinaties: 18 = Adolf Hitler; 311 = 3 x 11 = Ku Klux Klan; 25 = Blut und Ehre, etc.
Verbod
In Nederland is het lidmaatschap van een extreemrechtse partij of vereniging niet verboden. De Nederlandse wetgeving verbiedt evenmin het dragen van hierboven genoemde kledingcodes of cijfercombinaties. De firma Lonsdale spreekt zich in advertenties duidelijk uit tégen racisme. Toch ontstaat er op scholen regelmatig discussie over een kledingverbod. Onlangs nog verbood de directie van het Dockinga College in Dokkum het dragen van onder meer Lonsdale en kisten met witte veters op school vanwege de associatie met racisme. Zowel leerlingen als leraren ervoeren deze kleding als bedreigend. Maar een kledingverbod is een heikele zaak. Om te beginnen kan gedrag strafbaar zijn, maar kleding niet. Een verbod lokt een discussie uit over hoofddoekjes en over bij allochtone jongeren populaire merken als Fubu en Karl Kani. Die zouden dan in de ogen van deze Lonsdale-dragers ook moeten worden verboden. Een verbod van Lonsdale alleen bevestigt deze jongeren slechts in het idee dat ze worden achtergesteld. Tenslotte zullen deze jongeren uitwijken naar kledingmerken als Pitbull of Hooligan, die bij de verbieders minder bekend zijn maar in hun ogen voor dezelfde boodschap staan. Zo wordt sporadisch al het merk Helly Hansen gedragen, omdat het logo daarvan uit de lettercombinatie 'HH' bestaat.