Tijd vliegt voorbij zonder pauze’s,
Ik treuzel, ik heb niets te zoeken onder die vleugels,
Druk op me middenrif, daarom stotter ik,
Ik ben iemand die geniet als die afgezonderd is.
En ik sta open , maar door mensen buiten gaat het over,
En probeer ik terug te kruipen naar mijn schuilplaats, totdat het wel gaat.
Totdat ik opsta op het moment dat mijn bel gaat.
Totdat ik alles heb aanvaard,
Mijn dan en bevallen en alles heb aangekaart,
Maar Tot dan blijf ik remi, schat ik begrijp mezelf niet eens,
Dus het geeft niet, laat mij maar achter, laat mij maar wachten,
En wees niet bang want ik ben het grootste gevaar dat ik s’nachts kan verwachten.
Wat een dag hé, misschien heb ik alles geïdealiseerd, en was het mooier als we dachten,
ik hoor ga ga ga, me hart zegt blijf blijf blijf,
Maar fok it nu ga ik daar waar de wind waait,
Ja daar waar de wind waait .
Wij klampen ons vast aan iets, dat is bestemd ons te verlaten,
Je wint wat tijd maar, daar blijft het bij.
Dus ik laat het,
In theorie maar de praktijk is even wennen dus,
Zo niet mij maar toch ben ik het,
Mijn cap bedekt me ogen,
Kleren de naakte waarheid,
Geen tijd is een excuus, daarom horloges.
En focus alleen op mezelf, niet uiten maar wel gek vinden dat niemand helpt.
Ik sta verstelt, van mijn aanstellerij, eenzaamheid is een idee,
Voor mij is het wel een feit, ik draai door,
Omdat ik mijn gevoel niet kwijt kan,
Ik moest door, zocht mijn heil bij andere werd er niet blij van,
Ik ben rijk want, kijk wat ik heb, vrienden,familie,mijn vrijheid.
Dit lijkt perfect, met rede, en dit alles heeft een meerwaarde omdat ik het weer kan delen.
ik hoor ga ga ga, me hart zegt blijf blijf blijf,
Maar fok it nu ga ik daar waar de wind waait,
Ja daar waar de wind waait .
Woorden beperken mijn gedachten het is goed zo,