
PSV is weer eens kampioen van Nederland geworden. Voor de vierde keer op rij nog wel. Hulde, niets dan lof. De club die na 34 wedstrijden bovenaan staat, is de terechte kampioen. Tot nu toe is de schaal in ieder geval altijd uitgereikt aan de club die aan het einde van de rit de meeste punten bij elkaar voetbalde.
Toch heb ik zondagavond met verbazing naar de kampioensbeelden van de Eindhovenaren zitten kijken. Niet zozeer om het feit dat de schaal aan PSV werd uitgereikt, maar wel om het enorme tekort aan eigenwaarde waar een deel van de PSV-selectie mee kampt. Ibrahim Afellay is het mooiste voorbeeld. "Altijd de grootste mond daar in Amsterdam, maar presteren, ho maar", liet de middenvelder weten nadat het vierde kampioenschap op rij een feit was.
Waar doelt hij nu eigenlijk op? Op Louis van Gaal die in '95 een keer riep dat Ajax de beste was? Ik kan me geen ander moment van Amsterdamse grootspraak herinneren. Of bedoelde hij toch Henk ten Cate, die vorig jaar op de laatste speeldag wat extra druk bij vooral AZ wilde leggen? Hoe durfde hij, wat een arrogantie! Waarschijnlijk begreep Afellay ook niet helemaal dat de woorden van Ajax-trainer Adrie Koster een paar dagen voor de kampioenswedstrijd ietwat gekscherend waren bedoeld. Henk Kesler kon volgens laatstgenoemde beter met de schaal naar Amsterdam komen, maar de ongemeende ondertoon kwam klaarblijkelijk niet aan bij de PSV'er.
Persoonlijk vond ik het jammer dat Afellay ploeggenoot Timmy Simons niet ook even aansprak op zijn praatjes van de afgelopen twee seizoenen. Volgens de Belg kon de titel PSV een paar weken voor het einde van de competitie namelijk niet meer ontgaan. Simons wist natuurlijk allang dat Excelsior vorig jaar van AZ ging winnen en dat dit seizoen alles op de laatste speeldag weer helemaal goed zou komen.
Even over tot de orde van de dag. Waarom is Afellay überhaupt zo met Ajax bezig vlak na een kampioenschap? Het antwoord op die vraag werd in ieder geval voor mij duidelijk na de beelden van Heurelho Gomes, Jefferson Farfán en diezelfde Afellay op het veld in Arnhem. "Vier keer Amsterdam, vier keer!", riep de 22-jarige spelmaker die dit seizoen het astronomische aantal van twee doelpunten maakte.
Farfán brabbelde er nog iets achteraan en doelman Gomes was ook hoorbaar erg tevreden dat de titel vooral maar niet in Amsterdam gevierd kon worden. Blijkbaar vinden de PSV'ers nog steeds dat ze qua status achterlopen op de Amsterdammers en krijgen ze dit maar niet omgebogen. Een andere verklaring heb ik er niet voor. Iedereen moet weten dat zíj kampioen zijn geworden, en niet die arrogante gasten uit de hoofdstad. Wat dat betreft vind ik de ploeg van PSV opeens helemaal niet zo volwassen meer.
Op deze manier beginnen de Eindhovenaren de door henzelf duidelijk irritant gevonden 'arrogantie' van Ajax over te nemen. Want wat is dat toch vervelend! Ik vraag me dan alleen af waarom PSV zich laat verleiden tot zulke uitspraken. Wie heeft er nu eigenlijk de grootste mond? Je ziet wat er van komt, Afellay. Het lijkt me dan ook mooi hem bij het eerstvolgende Ajax-kampioenschap eens een koekje van eigen deeg te geven. "Niet meer Eindhoven, niet meer!" Maar eigenlijk verlagen we ons dan tot hetzelfde niveau, en dat is niet Ajax-waardig. Als je kampioen bent, ben je de beste van een competitie met zeventien andere ploegen. Het is geen tweestrijd zoals sommige PSV'ers ons wilden doen geloven.
Al met al vind ik het alleen maar een goed teken dat sommige selectieleden zich op deze manier hebben laten gaan. Niet voor niets wil bijna iedere club, na het Ajax-tijdperk van midden jaren '90, het liefst van die Amsterdammers winnen. Dat is niet erg, wel leuk zelfs. De tegenstander klapt erop en maakt het je zo lastig mogelijk. Dit zorgt voor een gevoel van trots. Trots, dat is het juiste woord. Daar kan PSV nog een hoop van leren. Zij kijken enkel naar Amsterdam en vergeten daarbij haast de eigen prestaties. Dan klopt er iets niet. Gelukkig is er iets dat altijd zal blijven kloppen, mijn Ajax-hart.
http://www.youtube.com/watch?v=iz-2CK_nJZQ