Heey,,, iedereen die dit leest!!
Laat even een berichtje in mijn gastenboek achter, dan weet ik dat je geweest bent,, Hvjullie!

MOcht je tijd over hebben, lees dit verhaal dan maar!
Langzaam vormt zich een schaduw in het donker. Iets geeft het gevoel dat ze hier niet alleen is. Maar ze ziet niets, helemaal niets. Stap voor stap loopt ze verder. Verder de duisternis in, onwetend waar het pad zal einden. Waarom had ze toch besloten om alleen te gaan? Wat was haar motief om toch de dader van het ongeluk te gaan zoeken. Ze had een domme fout gemaakt. Maar ze was te ver om nog terug te gaan. Angstig gaat ze sneller lopen. De donkere schaduwen wekken de gedachte dat er iets verschrikkelijks gaat gebeuren, ze weet alleen niet wat. Wist ze maar waarom haar geweten de dingen in haar leven bepaalde. Waarom ze altijd naar de stem in haar hoofd luisterde. Wat ze had gezien, had geheim moeten blijven. Ze had nooit achter de dader aan moeten gaan. En waarom moest ze nou alleen gaan. Ieder ander mens had het verstandig gevonden om iemand mee te nemen. Nou, eigenlijk zou een verstandig mens, helemaal niet zijn geweest. “Waarom volg je mij?” Ze schrikt op. De stem klinkt vlak naast haar. Waar is hij? Had hij gezien dat ze achter hem aan was gegaan? De angst maakt het onmogelijk om te praten. Ze weet geen woord uit te brengen. “Waarom volg je mij? Geef antwoord!” De stem klinkt dreigend. Net klonk het nog een beetje vriendelijk, maar nu zou het een kogel door haar hoofd kunnen zijn. “Ik… ik…” Ze kan haar zin niet afmaken. “Nou?” Ze voelt dat de man dichterbij komt. “Ik loop hier gewoon.” zegt ze met een benepen, zachte stem. “Ik geloof geen woord van wat je zegt.” De stem lijkt nu veel te dichtbij. “Dan geloof je me niet.” Ze probeert haar angst te verbergen. “Ik ga wel weer weg.” Ze krijgt al weer iets meer moed, als ze het antwoord niet hoort. Voorzichtig zet ze een stap in de richting waar ze weg kwam. Het blijft even snijdend stil. Opeens voelt ze een arm om haar keel. “Laat me los, griezel!” schreeuwt ze en probeert uit alle macht los te komen. Plotseling houdt ze zich stil. Een koud, scherp, metalen voorwerp ligt tegen haar hals. “Nog één woord en ik laat je doodbloeden. Niemand zal je hier ooit vinden, niemand zal ooit naar je gaan zoeken. Naar het meisje dat in haar eentje achter een moordenaar aan ging.”
De man blijft haar vasthouden. Het koude, stalen mes blijft tegen haar hals liggen. “Ik stel je voor een keuze: Of je laat me voor altijd met rust, of ik laat je hier liggen. Je bloedt dood. Niemand vind je hier en je zult worden vergeten.” Het blijft weer stil. Ze durft zich niet te bewegen, uit angst het scherpe metaal in haar keel te voelen en rode druppels ziet. Maar er gebeurt niets. Geen van beide beweegt of verroert zich. “Je hebt nog steeds mijn eerste vraag niet beantwoordt, waarom volgde je mij?” Ze blijft stil. De woorden liggen haar op de tong, maar ze weet er geen één uit te brengen. “Heeft de kat je tong gestolen? Geef antwoord!” De man verheft zijn stem, zodat het dreigender klinkt. “Als jij een mes tegen mijn keel houdt, kan ik niet praten!” Haar zachte stem klinkt bijna onverstaanbaar. De greep van de man verslapt, maar het mes blijft tegen haar keel. “Maar waarom volgde je mij?” vraagt de man. Zijn stem klinkt nu geduldiger. “Ik zag hoe je het meisje van haar fiets gooide en haar…” Ze voelt een traan opkomen. “Dat ik een crimineel ben, is niet jouw zaak. Als iedereen zich nou eens niet bemoeide met de dieven en andere tuig, dan zou er een stuk minder last zijn.” Ze vraagt zich plotseling af wat er door het hoofd van de man speelt. Zou hij geen schuldgevoel hebben? Zou het zijn keuze zijn geweest om dat meisje aan te randen en te beroven? “Ik vind het gewoon vreselijk als ik zie dat iemand een ander iets aandoet. Ik ben een eerlijk mens.” Ze zou zichzelf meteen voor haar kop kunnen slaan. Waarom moest ze nou weer zo nodig dat zeggen? “Ben ik dat dan niet?” De man laat het mes een eindje naar beneden glijden. Ze huivert. Wat is de man van plan? Wat hij met het andere meisje had gedaan, zou hij net zo makkelijk met haar kunnen doen. Ze ziet de man dreigend op haar af komen. Het mes, stevig in zijn hand, wijst met de punt gevaarlijk naar haar toe. “Nee! Niet doen!” schreeuwt ze hulpeloos. Maar de man lijkt met doofheid te zijn geslagen, want geen woord dringt tot hem door. Ze blijft schreeuwen, maar de man blijft zich doof voordoen. Voorzichtig loopt ze achteruit. De moed zakt haar in de schoenen als ze plotseling niet verder naar achter kan. Ze draait zich om en ziet een grote boom, die haar de weg naar de vrijheid verspert. Mogelijk, misschien de weg naar haar verdere leven. Maar de man is nu al steeds dichterbij haar gekomen.
Marit kan dichten joh!
Wat is nou vriendschap
Als je bij het eerste opstakel
Er al mee ophoud
Wat is nou vriendschap
Als je niet echt
Voor de ander wil gaan
Vriendschap
Kent ruzie
Maar houd stand
Wat is vriendschap
Vriendschap is
Voor eeuwig en altijd
Niet voor een uur, een dag, een jaar
Maar voor een leven
Vriendschap is
Kunnen lachen met elkaar
Ernstig als het moet
Vriendschap is
Als een zomerdag
Het maakt je warm en blij
Vriendschap is
Er altijd voor de ander zijn
Vriendschap is
Alles wat ik wil