Ik ben de laatste tijd helemaal gek van pool en heb sinds kort ook les in club8. Kan ik iedereen heel erg aanraden want ik heb in 10 lessen meer geleerd dan in 5 jaar aankutten. Maaar ja ik heb telkens na les wat aantekeningen gemaakt en deze in een word doc gezet.
Tenzij je fantastisch kan poolen heb je er zeker wat aan!
swirven en meer tips om je stroke te verbeteren heb ik er nog niet bijgezet.
Aanvullingen/correcties zijn ook welkom.
--------------------------------------------------------------------
De juiste houding en de bal juist benaderen
Een goede houding bestaat in ieder geval uit:
- Twee voeten plat en stabiel op de grond
- Het achterste been ‘op slot’
- De brughand zo stabiel mogelijk op de tafel, bij voorkeur ook de onderarm op tafel.
- De arm die stoot moet zo staan dat de onderarm als een pendule kan bewegen en in rust een hoek van 90 graden maakt met de bovenarm.
- De hand die stoot moet de keu losjes vasthouden met een paar vingers. Bij het naar voor en achter bewegen van de keu komt telkens de pink of wijsvinger erbij als ondersteuning.
- Zorg dat de afstand tussen de brughand en cuebal zo klein mogelijk is, maar nog wel prettig. Des te groter de afstand des te meer afwijking bij de stoot.
- Hou de keu zo horizontaal mogelijk; des te meer hoek de keu heeft des te meer de cuebal curved en des te groter de kans op een kick.
- Krijt voor elke bal.
Een bal wordt in een aantal stappen benaderd:
1) Ga recht achter de objectbal staan in één lijn met de pocket. Leg in gedachte de cuebal er zó achter dat de objectbal gepot zou worden.
2) Bekijk waar de cuebal moet komen om de volgende bal zó te spelen dat je opnieuw positie kan krijgen op weer de volgende bal. Bedenk welk effect daarvoor nodig is.
3) Ga opnieuw achter de objectbal staan en beeld je opnieuw in waar de cuebal gespeeld moet worden.
4) Ga achter de cuebal staan op zo’n afstand dat je in één keer kan instappen en perfect staat en de brughand op de juiste afstand van de cuebal is.
5) Is dat niet gelukt of moet je bijstellen met je brughand moet je officieel weer opstaan en opnieuw instappen.
6) Richt de bal in de cuebal die je in gedachten voor je ziet.
7) Kijk niet meer naar de pocket, indien je goed gekeken hebt en goed richt zal je de bal automatisch potten. Wegkijken zal je stoot alleen maar onnauwkeuriger maken. Doe je dat toch moet je officieel de bal weer opnieuw benaderen volgens dit miljard stappen plan.
8 ) Doe eerst een paar oefenstrokes waarbij de pomerans zo dicht mogelijk op het punt komt waar je de bal zal raken. Bij je laatste oefenstroke haal je de keu langzaam terug en focus op de objectbal.
9) Blijf na het potten van de bal nog even staan om je stabiliteit te tonen en zodat je stoot niet afrafelt.
Effect en de Stopbal
Effect
- Bij een stoot onder de X-as krijgt een bal backspin.
- Bij een stoot boven de X-as krijgt een bal topspin.
- Bij een stoot links van de Y-as krijgt een bal zijeffect met de klok mee.
- Bij een stoot rechts van de Y-as krijgt een bal zijeffect tegen de klok in.
![[img width=209 height=183 cacheid=000d5405002647d3d539afbd1a01b3dfcb]http://www.fotothing.com/photos/b04/b04e26a51bc0db45ed4e9555d1200088.jpg[/img]](/images/cache/000d5405002647d3d539afbd1a01b3dfcb "Bron: http://www.fotothing.com/photos/b04/b04e26a51bc0db45ed4e9555d1200088.jpg")
Stopbal, of ‘stunshot’
Om de cuebal te stunnen moet hij geen top- of backspin hebben wanneer deze de andere bal raakt. Hij geeft dan al zijn bewegingsenergie over aan de objectbal. Wanneer een bal exact in het midden gestoten wordt werkt het effect als volgt:
![[img width=432 height=58 cacheid=000d5408002647d8aa66a7841a01b3dfcb]http://www.fotothing.com/photos/f79/f794b09b156ae49f55970cc0878c0369.jpg[/img]](/images/cache/000d5408002647d8aa66a7841a01b3dfcb "Bron: http://www.fotothing.com/photos/f79/f794b09b156ae49f55970cc0878c0369.jpg")
- In het gebied van 1 heeft de bal geen top- of backspin; de bal glijdt als het ware over het laken. De lengte van 1 is afhankelijk van de kracht van de stoot, maar er is een maximum. Op een gegeven moment gaat de bal hoe dan ook rollen.
- Op punt ‘s’ krijgt de wrijving van het laken vat op de bal.
- In gebied twee heeft de bal topspin.
Wanneer een bal backspin krijgt werkt het effect als volgt:
- In het gebied van 1 heeft de bal backspin.
- Op punt ‘s’ krijgt de wrijving van het laken vat op de bal.
- In gebied 2 heeft de bal topspin.
Hoe speel ik een stopbal?
Als de te spelen bal (vanaf nu de ‘objectbal’) heel dichtbij ligt kan er gekozen worden om de cuebal exact in het midden te raken.
Als de objectbal verder weg ligt is de eerste optie geen mogelijkheid omdat de wrijving te snel vat zal krijgen op de cuebal waardoor deze met topspin de objectbal zal raken. Er moet gekozen worden voor backspin en op zo’n manier dat de cuebal in punt ‘s’ de objectbal raakt.
De lengte van 1 kan je op twee manieren variëren:
1) Heel hard stoten en iets onder X-as raken.
2) Zacht stoten en lager onder de X-as raken.
Zachter stoten heeft de voorkeur omdat de kans op een afwijking dan kleiner is.
* Oefening: probeer de cuebal perfect te stunnen.
- Maak de afstand tussen cuebal en objectbal steeds groter.
- Varieer in stootkracht en raakpunt onder de X-as.
- Probeer de extremen op te zoeken: wat is bij welke afstand de minimale stootkracht?
Opmerking:
Als de cuebal na het raken van de objectbal naar links of rechts afwijkt, richt je niet goed.
Als de cuebal na het raken van de objectbal terug komt of doorrolt zit er nog top- of backspin aan de bal en moet je dus raakpunt of stootkracht aanpassen.
Het belang van de stopbal
Wanneer iemand de stopbal perfect onder controle heeft, wordt het stukken makkelijker om te voorspellen waar de cuebal uitkomt.
![[img width=245 height=257 cacheid=000d540b002647dca2a1dbba1a01b3dfcb]http://www.fotothing.com/photos/870/87025f11a59000abe3ec005f7969a402.jpg[/img]](/images/cache/000d540b002647dca2a1dbba1a01b3dfcb "Bron: http://www.fotothing.com/photos/870/87025f11a59000abe3ec005f7969a402.jpg")
In het voorbeeld is de paarse bal de objectbal en de grijze ballen zijn cueballen die willekeurig in vak 3 liggen. Het raakpunt om de paarse bal te potten is vastgesteld: het kruispunt van de twee pijlen.
! Indien de cuebal vanuit vak 3 perfect gestunned wordt zal hij de baan volgen van de pijl tussen vak 1 en 2. Betere definitie: de cuebal zal in een hoek van 90 graden ten opzichte van de richting van de objectbal gaan.
- Een bal met topspin belandt in vak 1
- Een bal met backspin belandt in vak 2
• Oefening: markeer waar de cuebal en objectbal liggen. Stel de richting van de objectbal vast en een punt op de wand dat overeenkomt met de hoek van 90 graden.
- Probeer de bal telkens op dat punt te krijgen; je speelt dan een perfecte stopbal. Varieer ook hier weer in afstand en stootkracht.
- Probeer de extremen op te zoeken met topspin en backspin. Markeer telkens je nieuwe record op de wand.
* Oefening: Speel met drie ballen ‘9-ball’. Stoot af. Je hebt direct ball in the hand. Speel nu alle drie de ballen weg in de juiste volgorde.
- Als dat lukt ga je een niveau hoger met vier ballen, daarna met vijf ballen, etc.
- Wanneer de cuebal bij het afstoten of tijdens het spelen in de pocket belandt ga je een niveau omlaag.
* Oefening: leg minimaal 6 ballen willekeurig op de tafel op zo’n manier dat ze redelijk makkelijk te potten zijn en een stukje van de wand afliggen.
- Pot alle ballen zonder dat cuebal of objectbal een wand raakt.
- Je kan het moeilijker maken door ballen toe te voegen of dichter op de wand te leggen.
Bij de laatste twee oefeningen train je zowel je behalve cueballcontrol ook je inzicht in de tafel en hoe die leeg gespeeld kan worden.
Zijeffect
Naast top- en backspin kan een bal natuurlijk ook zijeffect krijgen. In principe wordt zijeffect vermeden omdat het een stuk moeilijker wordt om te voorspellen hoe een bal gepot moet worden.
![[img width=467 height=334 cacheid=000d540d002647e0505f48971a01b3dfcb]http://www.fotothing.com/photos/502/5021e71f48b3188dd5c6419ed5177fa4.jpg[/img]](/images/cache/000d540d002647e0505f48971a01b3dfcb "Bron: http://www.fotothing.com/photos/502/5021e71f48b3188dd5c6419ed5177fa4.jpg")
Dit is een bovenaanzicht. De cuebal krijgt effect met de klok mee. De objectbal reageert met effect tegen de klok in. Het grijze pijltje geeft de nieuwe richting aan. Deze wijkt af ondanks dat de cuebal precies recht op objectbal kwam.
De blow-upbox laat zien hoe het oppervlak van een poolbal er op microniveau uit ziet; ze grijpen als het ware in elkaar.
De cuebal reageert bij zijeffect op twee manieren anders:
1) Deflectie. Wanneer een bal links geraakt wordt zal hij een beetje extra naar rechts uitwijken omdat er een kracht van links komt en vice versa.
2) Curve. Wanneer een bal links geraakt wordt curved de bal ook een beetje naar links.
De objectbal reageert ook anders:
1) De bal wordt ‘weggesmeten’. Als een bal links geraakt wordt wordt de objectbal een beetje naar rechts gesmeten. Als je de ballen voorstelt als tandwielen is dit beter te begrijpen
2) De bal krijgt zijeffect. Weer makkelijker voor te stellen als de ballen als tandwielen worden gezien.
! Het gevolg van het ‘wegsmijten’ van de objectbal is dat het raakpunt van de objectbal anders wordt. Bij top- en backspin kan je gewoon de lijn objectbal – pocket gebruiken maar die geldt nu niet meer en moet bijgesteld worden afhankelijk van het effect.
! Het wegsmijten kan ook in eigen voordeel gebruikt worden. ‘Onmogelijke’ ballen kunnen mogelijk worden.
! Zie bovenstaand plaatje nu gewoon als zijaanzicht. Het overdragen van effect geldt ook bij top- en backspin. Hiervan kan gebruik gemaakt worden als een bal van de tegenstander een pocket blokkeert. Door backspin aan de cuebal te geven krijgt de objectbal topspin. Wanneer deze de bal van de tegenstander kaarsrecht raakt rolt hij achter hem aan de pocket in.
Bankshots
![[img width=245 height=228 cacheid=000d540e002647e63130a6321a01b3dfcb]http://www.fotothing.com/photos/3ca/3ca25a5f8ed17c3a57ce33d66f29fa89.jpg[/img]](/images/cache/000d540e002647e63130a6321a01b3dfcb "Bron: http://www.fotothing.com/photos/3ca/3ca25a5f8ed17c3a57ce33d66f29fa89.jpg")
! In principe geldt bij bankshots: hoek van inval = hoek van uitval.
Dit geldt echter alleen als de bal langzaam gaat. Wanneer een bal harder wordt gespeeld wordt de hoek van uitval kleiner.
In het voorbeeld gelden de zwarte lijnen voor de zachtste bal mogelijk; hoek van inval is exact hoek van uitval. Bij een harde bal gelden de grijze lijnen.
Ook hier kan zijeffect een rol spelen. Als de cuebal in een perfecte lijn met de objectbal ligt voor een bankshot zal de hoek van inval ongelijk zijn aan hoek van uitval. De objectbal krijgt effect door het effect van de cuebal en zal dus anders reageren wanneer de wand geraakt wordt.
* Oefening: markeer waar een objectbal ligt en zoek de plek op waar de cuebal perfect ligt om zo zacht mogelijk de bal met een bankshot te potten.
- Maak de hoek van inval iets groter en probeer de bal door middel van stootkracht toch de juiste richting te geven en te potten. Zoek ook hier de extremen op en probeer bij voorkeur de bal te stunnen.
- Maak de hoek van inval iets groter of kleiner en probeer alleen met zijeffect de hoek van inval te compenseren. Probeer ook hier de bal weer te stunnen.
* Oefening: leg een spel 9-ball klaar. Het doel is om vijf punten te halen. Een speler krijgt een punt wanneer hij een gecalled bankshot pot. Indien een niet op deze manier in de pocket komt wordt hij gerespot zodat er 9 punten in het spel blijven.
* Oefening: Probeer een objectbal een paar keer te potten zonder zijeffect. Markeer de plek waar de ballen liggen.
- Speel nu dezelfde bal met links en rechts effect.
- Kies een vak waar de cuebal terecht moet komen. Varieer met snelheid en hoeveelheid effect om daar te komen.
Er is nog een handige toepassing van bankshots:
De cuebal ligt dicht bij de korte wand exact op de lijn objectbal-pocket. Het is dan heel lastig om van de wand te spelen, maar er is een trucje waarmee je dit soort bankshots makkelijk kan maken. (ook handig voor snookers!)
Bepaal eerst waar de objectbal geraakt moet worden zodat hij in de pocket valt. In de blowupbox is dit het grijze kruispunt. Meet daarna de afstand (met je keu bijvoorbeeld) van dat punt tot de wand. Verdubbel de afstand (de tweede rode pijl) en onthou het denkbeeldige punt op de wand. Dit is het punt waar de cuebal heen gespeeld moet worden, de objectbal zal dan gepot worden.
![[img width=394 height=341 cacheid=000d5410002647e8533a95321a01b3dfcb]http://www.fotothing.com/photos/009/009c44b68f1d2de800724a39d956d677.jpg[/img]](/images/cache/000d5410002647e8533a95321a01b3dfcb "Bron: http://www.fotothing.com/photos/009/009c44b68f1d2de800724a39d956d677.jpg")
Indien je de bal met topspin speelt zal hij in vak 1 eindigen, met backspin in vak 2.
Indien je de bal met effect met de klok meespeelt zal de cuebal ongeveer de blauwe lijn volgen; met effect tegen de klok in de gele lijn. Dit kan handig zijn voor de positie van de cuebal of om de pot mogelijk te maken.
Jumpshots
Jumpshots zijn minder moeilijk dan ze lijken. Je speelt de bal in feite ín het laken. De bal is enigszins elastisch en botst met de tafel; de enige uitweg is de lucht in. Stoot je teveel boven de middellijn dan blijf je de bal het laken in duwen en krijg je een rare backspin bal of een kick.
1) De keu moet met ongeveer 45 of meer graden de bal stoten.
2) De bal moet onder het midden geraakt worden
3) Je moet goed door de bal heen stoten.
![[img width=388 height=228 cacheid=000d5412002647eb1a522a481a01b3dfcb]http://www.fotothing.com/photos/53b/53b6d0d11b213845aac73e0c1a49886f.jpg[/img]](/images/cache/000d5412002647eb1a522a481a01b3dfcb "Bron: http://www.fotothing.com/photos/53b/53b6d0d11b213845aac73e0c1a49886f.jpg")
! Des te harder de bal gespeeld wordt des te verder hij jumpt.
Des te verticaler de keu des te hoger de bal springt. Wanneer een bal dichtbij ligt moet de keu ook verticaler.
Geen hoek = geen positie?
Soms ligt de cuebal kaarsrecht op lijn objectbal-pocket. Het is dan moeilijk om positie te verkrijgen, dus van die lijn af te komen. Daar is een trucje voor. Indien die bij een van de hoekpockets is kan dat met een bankshot. (Zie bankshots)
Indien dat bij de middenpocket is kan dat met een swirveje.
![[img width=245 height=113 cacheid=000d5416002647f131b2fdd61a01b3dfcb]http://www.fotothing.com/photos/8b9/8b96aaab82038be33f4ee68378bd7438.jpg[/img]](/images/cache/000d5416002647f131b2fdd61a01b3dfcb "Bron: http://www.fotothing.com/photos/8b9/8b96aaab82038be33f4ee68378bd7438.jpg")
Speel de bal als een swirve, dus de keu niet horizontaal maar met X aantal graden. Omdat je swirved moet je niet op het gebruikelijke punt richten, maar ‘net mis’. Varieer de hoogte waar je de bal raakt. Bij een stunshot zal de cuebal exact over de zwarte lijn gaan, bij topsin in vak 1 eindigen en bij backspin in vak 2.
Tenzij je fantastisch kan poolen heb je er zeker wat aan!
swirven en meer tips om je stroke te verbeteren heb ik er nog niet bijgezet.
Aanvullingen/correcties zijn ook welkom.
--------------------------------------------------------------------
De juiste houding en de bal juist benaderen
Een goede houding bestaat in ieder geval uit:
- Twee voeten plat en stabiel op de grond
- Het achterste been ‘op slot’
- De brughand zo stabiel mogelijk op de tafel, bij voorkeur ook de onderarm op tafel.
- De arm die stoot moet zo staan dat de onderarm als een pendule kan bewegen en in rust een hoek van 90 graden maakt met de bovenarm.
- De hand die stoot moet de keu losjes vasthouden met een paar vingers. Bij het naar voor en achter bewegen van de keu komt telkens de pink of wijsvinger erbij als ondersteuning.
- Zorg dat de afstand tussen de brughand en cuebal zo klein mogelijk is, maar nog wel prettig. Des te groter de afstand des te meer afwijking bij de stoot.
- Hou de keu zo horizontaal mogelijk; des te meer hoek de keu heeft des te meer de cuebal curved en des te groter de kans op een kick.
- Krijt voor elke bal.
Een bal wordt in een aantal stappen benaderd:
1) Ga recht achter de objectbal staan in één lijn met de pocket. Leg in gedachte de cuebal er zó achter dat de objectbal gepot zou worden.
2) Bekijk waar de cuebal moet komen om de volgende bal zó te spelen dat je opnieuw positie kan krijgen op weer de volgende bal. Bedenk welk effect daarvoor nodig is.
3) Ga opnieuw achter de objectbal staan en beeld je opnieuw in waar de cuebal gespeeld moet worden.
4) Ga achter de cuebal staan op zo’n afstand dat je in één keer kan instappen en perfect staat en de brughand op de juiste afstand van de cuebal is.
5) Is dat niet gelukt of moet je bijstellen met je brughand moet je officieel weer opstaan en opnieuw instappen.
6) Richt de bal in de cuebal die je in gedachten voor je ziet.
7) Kijk niet meer naar de pocket, indien je goed gekeken hebt en goed richt zal je de bal automatisch potten. Wegkijken zal je stoot alleen maar onnauwkeuriger maken. Doe je dat toch moet je officieel de bal weer opnieuw benaderen volgens dit miljard stappen plan.
8 ) Doe eerst een paar oefenstrokes waarbij de pomerans zo dicht mogelijk op het punt komt waar je de bal zal raken. Bij je laatste oefenstroke haal je de keu langzaam terug en focus op de objectbal.
9) Blijf na het potten van de bal nog even staan om je stabiliteit te tonen en zodat je stoot niet afrafelt.
Effect en de Stopbal
Effect
- Bij een stoot onder de X-as krijgt een bal backspin.
- Bij een stoot boven de X-as krijgt een bal topspin.
- Bij een stoot links van de Y-as krijgt een bal zijeffect met de klok mee.
- Bij een stoot rechts van de Y-as krijgt een bal zijeffect tegen de klok in.
Stopbal, of ‘stunshot’
Om de cuebal te stunnen moet hij geen top- of backspin hebben wanneer deze de andere bal raakt. Hij geeft dan al zijn bewegingsenergie over aan de objectbal. Wanneer een bal exact in het midden gestoten wordt werkt het effect als volgt:
- In het gebied van 1 heeft de bal geen top- of backspin; de bal glijdt als het ware over het laken. De lengte van 1 is afhankelijk van de kracht van de stoot, maar er is een maximum. Op een gegeven moment gaat de bal hoe dan ook rollen.
- Op punt ‘s’ krijgt de wrijving van het laken vat op de bal.
- In gebied twee heeft de bal topspin.
Wanneer een bal backspin krijgt werkt het effect als volgt:
- In het gebied van 1 heeft de bal backspin.
- Op punt ‘s’ krijgt de wrijving van het laken vat op de bal.
- In gebied 2 heeft de bal topspin.
Hoe speel ik een stopbal?
Als de te spelen bal (vanaf nu de ‘objectbal’) heel dichtbij ligt kan er gekozen worden om de cuebal exact in het midden te raken.
Als de objectbal verder weg ligt is de eerste optie geen mogelijkheid omdat de wrijving te snel vat zal krijgen op de cuebal waardoor deze met topspin de objectbal zal raken. Er moet gekozen worden voor backspin en op zo’n manier dat de cuebal in punt ‘s’ de objectbal raakt.
De lengte van 1 kan je op twee manieren variëren:
1) Heel hard stoten en iets onder X-as raken.
2) Zacht stoten en lager onder de X-as raken.
Zachter stoten heeft de voorkeur omdat de kans op een afwijking dan kleiner is.
* Oefening: probeer de cuebal perfect te stunnen.
- Maak de afstand tussen cuebal en objectbal steeds groter.
- Varieer in stootkracht en raakpunt onder de X-as.
- Probeer de extremen op te zoeken: wat is bij welke afstand de minimale stootkracht?
Opmerking:
Als de cuebal na het raken van de objectbal naar links of rechts afwijkt, richt je niet goed.
Als de cuebal na het raken van de objectbal terug komt of doorrolt zit er nog top- of backspin aan de bal en moet je dus raakpunt of stootkracht aanpassen.
Het belang van de stopbal
Wanneer iemand de stopbal perfect onder controle heeft, wordt het stukken makkelijker om te voorspellen waar de cuebal uitkomt.
In het voorbeeld is de paarse bal de objectbal en de grijze ballen zijn cueballen die willekeurig in vak 3 liggen. Het raakpunt om de paarse bal te potten is vastgesteld: het kruispunt van de twee pijlen.
! Indien de cuebal vanuit vak 3 perfect gestunned wordt zal hij de baan volgen van de pijl tussen vak 1 en 2. Betere definitie: de cuebal zal in een hoek van 90 graden ten opzichte van de richting van de objectbal gaan.
- Een bal met topspin belandt in vak 1
- Een bal met backspin belandt in vak 2
• Oefening: markeer waar de cuebal en objectbal liggen. Stel de richting van de objectbal vast en een punt op de wand dat overeenkomt met de hoek van 90 graden.
- Probeer de bal telkens op dat punt te krijgen; je speelt dan een perfecte stopbal. Varieer ook hier weer in afstand en stootkracht.
- Probeer de extremen op te zoeken met topspin en backspin. Markeer telkens je nieuwe record op de wand.
* Oefening: Speel met drie ballen ‘9-ball’. Stoot af. Je hebt direct ball in the hand. Speel nu alle drie de ballen weg in de juiste volgorde.
- Als dat lukt ga je een niveau hoger met vier ballen, daarna met vijf ballen, etc.
- Wanneer de cuebal bij het afstoten of tijdens het spelen in de pocket belandt ga je een niveau omlaag.
* Oefening: leg minimaal 6 ballen willekeurig op de tafel op zo’n manier dat ze redelijk makkelijk te potten zijn en een stukje van de wand afliggen.
- Pot alle ballen zonder dat cuebal of objectbal een wand raakt.
- Je kan het moeilijker maken door ballen toe te voegen of dichter op de wand te leggen.
Bij de laatste twee oefeningen train je zowel je behalve cueballcontrol ook je inzicht in de tafel en hoe die leeg gespeeld kan worden.
Zijeffect
Naast top- en backspin kan een bal natuurlijk ook zijeffect krijgen. In principe wordt zijeffect vermeden omdat het een stuk moeilijker wordt om te voorspellen hoe een bal gepot moet worden.
Dit is een bovenaanzicht. De cuebal krijgt effect met de klok mee. De objectbal reageert met effect tegen de klok in. Het grijze pijltje geeft de nieuwe richting aan. Deze wijkt af ondanks dat de cuebal precies recht op objectbal kwam.
De blow-upbox laat zien hoe het oppervlak van een poolbal er op microniveau uit ziet; ze grijpen als het ware in elkaar.
De cuebal reageert bij zijeffect op twee manieren anders:
1) Deflectie. Wanneer een bal links geraakt wordt zal hij een beetje extra naar rechts uitwijken omdat er een kracht van links komt en vice versa.
2) Curve. Wanneer een bal links geraakt wordt curved de bal ook een beetje naar links.
De objectbal reageert ook anders:
1) De bal wordt ‘weggesmeten’. Als een bal links geraakt wordt wordt de objectbal een beetje naar rechts gesmeten. Als je de ballen voorstelt als tandwielen is dit beter te begrijpen
2) De bal krijgt zijeffect. Weer makkelijker voor te stellen als de ballen als tandwielen worden gezien.
! Het gevolg van het ‘wegsmijten’ van de objectbal is dat het raakpunt van de objectbal anders wordt. Bij top- en backspin kan je gewoon de lijn objectbal – pocket gebruiken maar die geldt nu niet meer en moet bijgesteld worden afhankelijk van het effect.
! Het wegsmijten kan ook in eigen voordeel gebruikt worden. ‘Onmogelijke’ ballen kunnen mogelijk worden.
! Zie bovenstaand plaatje nu gewoon als zijaanzicht. Het overdragen van effect geldt ook bij top- en backspin. Hiervan kan gebruik gemaakt worden als een bal van de tegenstander een pocket blokkeert. Door backspin aan de cuebal te geven krijgt de objectbal topspin. Wanneer deze de bal van de tegenstander kaarsrecht raakt rolt hij achter hem aan de pocket in.
Bankshots
! In principe geldt bij bankshots: hoek van inval = hoek van uitval.
Dit geldt echter alleen als de bal langzaam gaat. Wanneer een bal harder wordt gespeeld wordt de hoek van uitval kleiner.
In het voorbeeld gelden de zwarte lijnen voor de zachtste bal mogelijk; hoek van inval is exact hoek van uitval. Bij een harde bal gelden de grijze lijnen.
Ook hier kan zijeffect een rol spelen. Als de cuebal in een perfecte lijn met de objectbal ligt voor een bankshot zal de hoek van inval ongelijk zijn aan hoek van uitval. De objectbal krijgt effect door het effect van de cuebal en zal dus anders reageren wanneer de wand geraakt wordt.
* Oefening: markeer waar een objectbal ligt en zoek de plek op waar de cuebal perfect ligt om zo zacht mogelijk de bal met een bankshot te potten.
- Maak de hoek van inval iets groter en probeer de bal door middel van stootkracht toch de juiste richting te geven en te potten. Zoek ook hier de extremen op en probeer bij voorkeur de bal te stunnen.
- Maak de hoek van inval iets groter of kleiner en probeer alleen met zijeffect de hoek van inval te compenseren. Probeer ook hier de bal weer te stunnen.
* Oefening: leg een spel 9-ball klaar. Het doel is om vijf punten te halen. Een speler krijgt een punt wanneer hij een gecalled bankshot pot. Indien een niet op deze manier in de pocket komt wordt hij gerespot zodat er 9 punten in het spel blijven.
* Oefening: Probeer een objectbal een paar keer te potten zonder zijeffect. Markeer de plek waar de ballen liggen.
- Speel nu dezelfde bal met links en rechts effect.
- Kies een vak waar de cuebal terecht moet komen. Varieer met snelheid en hoeveelheid effect om daar te komen.
Er is nog een handige toepassing van bankshots:
De cuebal ligt dicht bij de korte wand exact op de lijn objectbal-pocket. Het is dan heel lastig om van de wand te spelen, maar er is een trucje waarmee je dit soort bankshots makkelijk kan maken. (ook handig voor snookers!)
Bepaal eerst waar de objectbal geraakt moet worden zodat hij in de pocket valt. In de blowupbox is dit het grijze kruispunt. Meet daarna de afstand (met je keu bijvoorbeeld) van dat punt tot de wand. Verdubbel de afstand (de tweede rode pijl) en onthou het denkbeeldige punt op de wand. Dit is het punt waar de cuebal heen gespeeld moet worden, de objectbal zal dan gepot worden.
Indien je de bal met topspin speelt zal hij in vak 1 eindigen, met backspin in vak 2.
Indien je de bal met effect met de klok meespeelt zal de cuebal ongeveer de blauwe lijn volgen; met effect tegen de klok in de gele lijn. Dit kan handig zijn voor de positie van de cuebal of om de pot mogelijk te maken.
Jumpshots
Jumpshots zijn minder moeilijk dan ze lijken. Je speelt de bal in feite ín het laken. De bal is enigszins elastisch en botst met de tafel; de enige uitweg is de lucht in. Stoot je teveel boven de middellijn dan blijf je de bal het laken in duwen en krijg je een rare backspin bal of een kick.
1) De keu moet met ongeveer 45 of meer graden de bal stoten.
2) De bal moet onder het midden geraakt worden
3) Je moet goed door de bal heen stoten.
! Des te harder de bal gespeeld wordt des te verder hij jumpt.
Des te verticaler de keu des te hoger de bal springt. Wanneer een bal dichtbij ligt moet de keu ook verticaler.
Geen hoek = geen positie?
Soms ligt de cuebal kaarsrecht op lijn objectbal-pocket. Het is dan moeilijk om positie te verkrijgen, dus van die lijn af te komen. Daar is een trucje voor. Indien die bij een van de hoekpockets is kan dat met een bankshot. (Zie bankshots)
Indien dat bij de middenpocket is kan dat met een swirveje.
Speel de bal als een swirve, dus de keu niet horizontaal maar met X aantal graden. Omdat je swirved moet je niet op het gebruikelijke punt richten, maar ‘net mis’. Varieer de hoogte waar je de bal raakt. Bij een stunshot zal de cuebal exact over de zwarte lijn gaan, bij topsin in vak 1 eindigen en bij backspin in vak 2.
![[img cacheid=000d541b002647fb93fd328f1a01b3e396]http://images.webmagic.com/klov.com/images/10/1085529901.jpg[/img]](/images/cache/000d541b002647fb93fd328f1a01b3e396 "Bron: http://images.webmagic.com/klov.com/images/10/1085529901.jpg")
![[img width=350 height=217 cacheid=000d541f002648069f786b2a1a01b3e65a]http://www.futurumshop.nl/img/9057202.jpg[/img]](/images/cache/000d541f002648069f786b2a1a01b3e65a "Bron: http://www.futurumshop.nl/img/9057202.jpg")
![[img width=250 height=188 cacheid=000d5422002648187b70f44f1a01b3e65a]http://www.kroegenweb.nl/kroegfotos/10572-3.jpg[/img]](/images/cache/000d5422002648187b70f44f1a01b3e65a "Bron: http://www.kroegenweb.nl/kroegfotos/10572-3.jpg")
