buuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuun
ziiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiing
volgens mij dan he
ziiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiing
volgens mij dan he
laatste aanpassing
Bunzing (Mustela putorius)
Data
lengte: 30 - 45 cm
staartlengte: 11 - 18 cm
gewicht mannetje: 1100 gram
gewicht wijfje: 700 gram
Biotoop
Afwisselend landschap met bossen, velden en vochtige laagten. De bunzing heeft een voorliefde voor gebieden met veel boerderijen.
Voortplanting
De paartijd valt in maart-mei. Bij de hofmakerij gaat het ruw toe. De draagtijd bedraagt 6 weken. Gewoonlijk is er jaarlijks één worp van 3 à 8 jongen in mei-juni. De jongen zijn in het begin witachtig, maar later wordt hun vacht donkerder. Na circa 2 maanden verlaten de jongen het nest. Tot in de herfst ziet men nog familiegroepjes.
Voedsel
De bunzing gaat bij de jacht vooral op zijn neus en oren af. Afhankelijk van de prooi past hij uiteenlopende tactieken toe om deze te doden: een konijn wordt in de neus gebeten, een muis in de kop en een kikker in de nek. Verder vangt hij veel insecten, wormen en vogels.
Gedrag
Hij graaft zijn hol zelf of bewoont de verlaten bouw van andere dieren. Omdat het zijn gewoonte is niet dicht bij zijn hol te jagen en hij alleen bij duisternis actief is, wordt zijn aanwezigheid dikwijls niet opgemerkt. Bunzings zijn soms vrij sociaal en verzorgen vaak elkaars vacht.
Kenmerken
Een bunzing heeft witte oorranden en een donker masker. De wollige ondervacht is roomgeel en wordt beschermd door lange, donkere, dekharen. Hierdoor varieert de kleur van de bunzing van lichtbruin tot bijna zwart. Tijdens de zomer ligt de wollige ondervacht grotendeels verborgen onder de dekharen. In de winter staan deze door de dichtere vacht uit, waardoor het dier er lichter en ronder uitziet. Het mannetje is iets groter dan het wijfje. De erwtgrote stinkklieren aan de staartbasis scheiden een onaangename geur af, die ter verdediging en voor het markeren van het territorium wordt gebruikt.
Iets kleiner dan de bunzing is het fret, een tamme verwant die vroeger door stropers en jachtopzieners werd gebruikt voor de konijnenjacht. Vermoedelijk stamt dit dier af van een bunzingsoort uit Spanje en Marokko. Meestal zijn het albino's met een roomgele vacht en roze ogen. Ontsnapte exemplaren vermengden zich met onze inheemse bunzing, waardoor er ook een mengvorm voorkomt, die bunzingfret wordt genoemd. Het bunzingfret mist het donkere masker. Alle afstammelingen van deze kweekdieren vertonen geleidelijk weer de normale bunzingtekening.
Aantallen
Net als marters is de bunzing altijd sterk vervolgd door de mens, maar door zijn grote worpen heeft dit voor hem minder rampzalige gevolgen gehad.
Data
lengte: 30 - 45 cm
staartlengte: 11 - 18 cm
gewicht mannetje: 1100 gram
gewicht wijfje: 700 gram
Biotoop
Afwisselend landschap met bossen, velden en vochtige laagten. De bunzing heeft een voorliefde voor gebieden met veel boerderijen.
Voortplanting
De paartijd valt in maart-mei. Bij de hofmakerij gaat het ruw toe. De draagtijd bedraagt 6 weken. Gewoonlijk is er jaarlijks één worp van 3 à 8 jongen in mei-juni. De jongen zijn in het begin witachtig, maar later wordt hun vacht donkerder. Na circa 2 maanden verlaten de jongen het nest. Tot in de herfst ziet men nog familiegroepjes.
Voedsel
De bunzing gaat bij de jacht vooral op zijn neus en oren af. Afhankelijk van de prooi past hij uiteenlopende tactieken toe om deze te doden: een konijn wordt in de neus gebeten, een muis in de kop en een kikker in de nek. Verder vangt hij veel insecten, wormen en vogels.
Gedrag
Hij graaft zijn hol zelf of bewoont de verlaten bouw van andere dieren. Omdat het zijn gewoonte is niet dicht bij zijn hol te jagen en hij alleen bij duisternis actief is, wordt zijn aanwezigheid dikwijls niet opgemerkt. Bunzings zijn soms vrij sociaal en verzorgen vaak elkaars vacht.
Kenmerken
Een bunzing heeft witte oorranden en een donker masker. De wollige ondervacht is roomgeel en wordt beschermd door lange, donkere, dekharen. Hierdoor varieert de kleur van de bunzing van lichtbruin tot bijna zwart. Tijdens de zomer ligt de wollige ondervacht grotendeels verborgen onder de dekharen. In de winter staan deze door de dichtere vacht uit, waardoor het dier er lichter en ronder uitziet. Het mannetje is iets groter dan het wijfje. De erwtgrote stinkklieren aan de staartbasis scheiden een onaangename geur af, die ter verdediging en voor het markeren van het territorium wordt gebruikt.
Iets kleiner dan de bunzing is het fret, een tamme verwant die vroeger door stropers en jachtopzieners werd gebruikt voor de konijnenjacht. Vermoedelijk stamt dit dier af van een bunzingsoort uit Spanje en Marokko. Meestal zijn het albino's met een roomgele vacht en roze ogen. Ontsnapte exemplaren vermengden zich met onze inheemse bunzing, waardoor er ook een mengvorm voorkomt, die bunzingfret wordt genoemd. Het bunzingfret mist het donkere masker. Alle afstammelingen van deze kweekdieren vertonen geleidelijk weer de normale bunzingtekening.
Aantallen
Net als marters is de bunzing altijd sterk vervolgd door de mens, maar door zijn grote worpen heeft dit voor hem minder rampzalige gevolgen gehad.
Laat daar geen misverstand over bestaan...
Weer wat geleerd vandaag.... ofniedan
Graag gedaan dan...
Jullie boffen maar weer met mij als afgestudeerd Bunzoloog
Jullie boffen maar weer met mij als afgestudeerd Bunzoloog