Congo (Democratische Republiek)
augustus 2003
In de Democratische Republiek Congo wordt sinds augustus 1998 gevochten door talloze gewapende groeperingen, al dan niet met een etnische achtergrond, en min of meer reguliere troepen uit acht (omringende) landen. Inzet is de ‘erfenis’ van voormalig dictator Mobutu, controle over natuurlijke hulpbronnen en de regelrechte uitroeiing van andere etniciteiten. Een massale schending van de mensenrechten is het gevolg: moord op burgers, buitengerechtelijke executies, mishandeling, marteling en verkrachting, politieke detentie, intimidatie van journalisten, mensenrechtenactivisten en oppositie. Belangrijkste daders zijn regering en aanhangers aan de ene kant, en het RCD en MLC (voornamelijk etnische Tutsis’s), gesteund door Oegandese, Rwandese en Burundese troepen, aan de andere kant.
Jaarboek 2004
Achtergronden
Standpunten
Wat kunt u doen?
Recente ontwikkelingen
Jaarboek 2004
Na uitgebreide vredesonderhandelingen werd een overgangsregering van nationale eenheid geïnaugureerd, bestaande uit vertegenwoordigers van de voormalige regering, grote gewapende groeperingen en de burgermaatschappij. In de praktijk bleef de Democratische Republiek Congo (DRC) echter deels in handen van gewapende troepen. De gevechten en grove mensenrechtenschendingen hielden aan in het oosten van de DRC. Tot de schendingen daar behoorden massamoorden op burgers, verkrachting en het op grote schaal inzetten van kindsoldaten. Marteling, willekeurige arrestaties en onwettige detenties duurden voort in het hele land. Doodvonnissen werden nog altijd opgelegd en terechtstellingen hervat. Eind 2003 waren zo´n 3,4 miljoen mensen ontheemd in eigen land, veelal in gebieden die niet bereikbaar waren voor humanitaire hulp..
Klik hier voor de volledige jaarboektekst.
school in een vluchtelingenkamp
Achtergronden
Mobutu Sese Seko greep de macht in 1965, vijf jaar nadat Congo onafhankelijk werd van België, en behield die tot 1997. Zijn partij, de Volksbeweging voor de Vernieuwing (MPR), was de enig toegestane partij in het land en alle burgers waren bij geboorte automatisch lid. De wetgevende en rechtsprekende macht waren bij grondwet MPR-instituties geworden. In 1971 gaf Mobutu het land een nieuwe naam: de Republiek Zaïre.
De kiem van Mobutu’s ondergang werd gelegd in 1994, toen de burgeroorlog en de genocide in buurland Rwanda de toestand in de regio geheel ontregelden.
Voorgeschiedenis
De immense problemen in Zaïre hingen nauw samen met de ontwikkelingen in het buurland Rwanda. Daar kreeg in 1990 de gewapende oppositiegroepering RPF, voornamelijk bestaande uit Rwandese Tutsi-vluchtelingen, de macht in handen. Daarop volgde een strijd die werd georganiseerd door de Hutu-autoriteiten. Duizenden Tutsi’s werden gedood. De etnische scheiding die dit tot gevolg had leidde in 1994 tot de genocide waarbij regeringstroepen en andere Hutu-groeperingen zo’n miljoen burgers, voornamelijk Tutsi’s, afslachtten. De RPF nam wraak met de moord op duizenden Hutu’s. Meer dan twee miljoen mensen vluchtten; veel Hutu-vluchtelingen trokken naar kampen in Oost-Zaïre. Onder de vluchtelingen bevonden zich veel leden van de interahamwe die een belangrijk rol speelden in de genocide. Zij hergroepeerden zich in Zaïre en werden met hulp van het Zaïrese regeringsleger herbewapend. Zij gebruikten het land als uitvalsbasis om Rwanda aan te vallen en om de lokale Congolese bevolking, en met name de Tutsi’s, te terroriseren en te vermoorden.
In heel Zaïre werden Tutsi’s het slachtoffer van de hetze die gevoed werd door de Zaïrese overheid. Maandenlange golven van arbitraire arrestaties, onrechtmatige detentie, verkrachting, marteling en moord op Tutsi’s lokten een contra-offensief uit van een door Laurent Kabila geleide alliantie van gewapende oppositiegroeperingen: de Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo (AFDL). De AFDL werd, vanwege de prominente plaats van de Tutsi’s, gesteund door het Rwandese leger. In de chaos van het moment hebben zowel het regeringsleger als de AFDL straffeloos geplunderd, verkracht en gemoord.
Laurent Kabila
In mei 1997 greep Kabila na acht maanden strijd definitief de macht en noemde het land weer de Democratische Republiek Congo (DRC). De gevluchte Mobutu overleed later dat jaar. Leden van de Rwandese RPA waren aanvankelijk ruim vertegenwoordigd in Kabila’s regering en in het leger. Midden 1998 beperkte Kabila echter hun macht. In antwoord hierop viel Rwanda, samen met bondgenoot Oeganda, de DRC binnen. Angola, Zimbabwe en Namibië steunden Kabila, ieder om eigen (politieke, economische en/of etnische) redenen. Inzet was de ‘erfenis’ van voormalig dictator Mobutu: controle over de natuurlijke hulpbronnen en de regelrechte uitroeiing van andere etniciteiten. De RPA hield echter stand in het oosten van de DRC. De door Rwanda gesteunde Congolese rebellenbeweging RCD-Goma kreeg daar de macht in handen.
Economische belangen
Rwanda heeft zijn betrokkenheid bij de oorlog altijd verdedigd door te wijzen op het gevaar van extremistische Hutu’s die na de genocide in 1994 Rwanda bedreigen. Economische belangen spelen echter ook een belangrijke rol. Het oosten van de DRC is rijk aan mineralen, waaronder coltan. Met de exploitatie daarvan wordt de strijd bekostigd. Er is Rwanda veel aan gelegen om de handel in diamanten en andere delfstoffen via Rwanda te laten plaatsvinden. Wanneer deze handel zich naar Kinshasa verplaatst, ziet Rwanda een belangrijke inkomstenbron verdwijnen. Om de exploitatie van de grondstoffen zeker te stellen, worden mensenrechtenschendingen niet geschuwd.
Verdeeld land
Sinds het begin van de oorlog in 1998 is Congo feitelijk verdeeld in drie delen. In het noorden is rebellenleider Jean Pierre Bemba de baas met de steun van Oeganda; het westen, midden en zuiden en de hoofdstad Kinshasa zijn in handen van het Congolese regeringsleger dat gesteund wordt door militairen uit Zimbabwe en Angola. In het oosten heeft de rebellenbeweging RCD-Goma de macht in handen, maar in de praktijk heeft Rwanda het daar voor het zeggen. En dan zijn er nog de lokale gewapende groeperingen, de mayi-mayi, en die uit Rwanda en Burundi die zich richten tegen de RCD-Goma en de Rwandese regering. Zij controleren die gebieden in het binnenland waar de andere strijdende partijen geen grip op hebben.
De bevolking zit klem tussen deze partijen. Massale schendingen van de mensenrechten zijn het gevolg van de oorlog: moord op burgers, buitengerechtelijke executies, mishandeling, marteling en verkrachting, politieke detentie, en intimidatie van journalisten, mensenrechtenactivisten en oppositie. De oorlog heeft inmiddels aan naar schatting tweeënhalf miljoen mensen het leven gekost.
Joseph Kabila aan de macht
In 1999 werd in de Zambiaanse hoofdstad Lusaka een overeenkomst tot een wapenstilstand ondertekend. De politieke wil tot vrede ontbrak echter en de oorlog ging onverminderd verder.
In januari 2001 werd Laurent Kabila vermoord. Zijn zoon Joseph nam de macht over en de hoop op vrede groeide. Er zijn sinds zijn aantreden aanmerkelijk minder gevechten. Hoewel gewapende politieke facties elkaar nog geregeld bevechten, hebben de belangrijkste leiders hun troepen teruggetrokken.
Onderdeel van het akkoord van Lusaka was de komst van een VN-waarnemersmacht. Laurent Kabila was een fel tegenstander van de komst van VN-soldaten. Joseph Kabila stelt zich welwillender op tegenover de inmiddels aanwezige VN-missie MONUC.
Een probleem vormen de gewapende groeperingen die niet tot de ondertekenaars van het akkoord van Lusaka behoren. Zolang deze groepen zich niet terugtrekken, zal Rwanda op het standpunt blijven staan dat het troepen in de DRC moet handhaven om aanvallen te voorkomen. De economische belangen in het oosten van de DRC spelen een belangrijke rol in Rwanda’s opstelling.
Marteling
Diverse groepen zijn het slachtoffer van marteling. Zo werden eind 2000 tal van soldaten en burgers uit de oostelijke provincies gearresteerd en gemarteld. Ze werden ervan verdacht de regering omver te willen werpen. Tot de gemartelden hoorden Anselme Masasu Nindaga en Célestin Mafuluko Mukungo (zie kader). Ook vond marteling plaats om de slachtoffers ertoe te brengen de namen te noemen van tegenstanders van de regering. Na de moordaanslag op president Laurent Kabila in januari 2001 werden veel militairen gearresteerd. Velen van hen werden gemarteld. In maart 2001 kondigde president Joseph Kabila aan de onofficiële detentiecentra te zullen sluiten. Sommige zijn echter nog steeds in gebruik en er wordt ook nog steeds gemarteld. Ook de echtgenotes van verdachten van de moord op Kabila werden het slachtoffer van marteling.
Vervolging journalisten
De vrijheid van meningsuiting wordt in de DRC sterk aan banden gelegd, zelfs nog sterker dan tijdens de laatste jaren van het bewind van Mobutu, een periode die berucht was vanwege de veronachtzaming van de mensenrechten. Volgens de internationale organisatie Reporters sans frontières (Verslaggevers zonder grenzen) zijn er tussen 1997 en 2001 meer dan 110 journalisten in de DRC gevangengenomen. Vrijwel wekelijks worden journalisten gearresteerd die kritische informatie naar buiten brengen over de strijdende partijen en het beleid van de regering. Velen worden gemarteld.
In gebieden die onder controle staan van de gewapende oppositie is de situatie niet veel beter. De RCD-Goma tolereert geen enkel kritisch geluid. In sommige gebieden is de vrije pers nagenoeg verdwenen. Journalisten zijn gestopt met schrijven en sommigen hebben moeten onderduiken. Anderen zijn het land ontvlucht.
Kindsoldaten
Door alle partijen in de oorlog worden kindsoldaten ingezet. Hoewel schattingen uiterst moeilijk zijn, loopt hun totale aantal in de tienduizenden. Zo’n dertig procent van nieuwe rekruten zou jonger zijn dan achttien, en een substantieel aantal zelfs jonger dan twaalf.
Het inzetten van kinderen in gewapende conflicten heeft verwoestende lichamelijke en psychische gevolgen. Het aantal dodelijke slachtoffers onder kinderen is hoger dan onder volwassenen, vanwege hun onervarenheid, roekeloosheid en gebrek aan militaire training. Ze worden vaak mishandeld of zelfs gedood door hun meerderen.
In december 1999 sloot het RCD-Goma een overeenkomst met de VN om de rekrutering van kindsoldaten te stoppen. Sindsdien worden er weliswaar minder kinderen geworven in de steden, maar des te meer op het platteland. Hoewel RCD-Goma volhoudt dat kinderen zich vrijwillig aansluiten, heeft Amnesty International uit onderzoek opgemaakt dat de meeste kindsoldaten worden gedwongen tot het leger toe te treden.
demonstratie in de DRC
Standpunten
Amnesty strijdt tegen het opleggen van wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of straffen. Zoals bijvoorbeeld de doodstraf, martelen, geselen, en amputeren van lichaamsdelen.
Degenen schuldig aan mensenrechtenschendingen moeten worden berecht.
Alle gewetensgevangenen dienen onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrijgelaten te worden.
Stop gebruik kindsoldaten.
kerkhof in Kisangani voor slachtoffers van het conflict in Oost-DRC © AI
Wat kunt u doen?
Kom in actie tegen het geweld in Congo. Teken de Engelstalige petitie.
Amnesty voert regelmatig actie tegen mensenrechtenschendingen in de Democratische Republiek Congo. Op de overzichtspagina vindt u de huidige Nederlandstalige acties.
Recente ontwikkelingen
UN troops - inadequate training and language barriers diminish local confidence (persbericht 19-9-2003)
Children at war (persbericht 9-9-2003)
Children at war (rapport 9-9-2003)
The challenges facing the new MONUC force (persbericht 31-8-2003)
Continuing and urgent need for effective international intervention to avert human rights abuses (persbericht 1-8-2003)
Links
Feiten & cijfers:
World Factbook Congo (Democratische Republiek) (Engels).
Nieuws (actueel en archief):
WorldNews Congo (Democratische Republiek) (Engels).
Yahoo News Full Coverage Congo (Democratische Republiek) (Engels). Trefwoord: ‘human rights’.
ReliefWeb. Informatie van en voor hulporganisaties: Congo (Democratische Republiek) (voornamelijk Engels).
Zoeken op het Internet; trefwoord ‘mensenrechten’ of ‘human rights’
Congo (Democratische Republiek) bij Yahoo Human Rights (Engels).
Congo (Democratische Republiek) bij Vindex (Nederlands). Ongesorteerd.
Congo (Democratische Republiek) bij Northern Light (Engels). Zeer veel links, gerubriceerd.
Geselecteerde links:
Human Rights Watch: rapport Congo (Democratische Republiek) (Engels).
HRW Report: Eastern Congo ravaged (Engels).
Global Issues: Democratic Republic of Congo (Engels).
Rapport kindsoldaten (Nederlands).
Volkskrant Dossier Congo (Nederlands).