Dit is mijn eerste verslag dat ik schrijf voor Partyflock. Ik had er nooit zo de behoefte aan om over feesten te schrijven omdat na 8 jaar het bijzondere er wel van af is. Maar na een week op het Sziget festival te hebben rondgelopen is daar verandering in gekomen! Dit festival is namelijk met geen pen of toetsenbord te beschrijven. Maar voor Partyflock wil ik daar graag een poging voor doen en ik hoop dat ik meer mensen enthousiast kan krijgen. Het is een beste lap tekst geworden maar kleiner kon ik het echt niet krijgen
Het Sziget festival wordt elk jaar gehouden in de hoofdstad van Hongarije, Budapest. Dit jaar was de 14e editie, en het bijzondere is dat het festival wordt gehouden op een van de twee eilanden die bij Budapest in de Donau liggen. Het betreffende eiland heet het Óbudai Sziget waarbij Sziget ‘eiland’ betekend. Het festival heet dus eigenlijk het Eiland festival. Het Óbudai eiland laat zich het beste vergelijken met het Vondelpark in Amsterdam, maar dan 3 x zo groot. Er loopt een pad omheen met daar tussen enkele paden. Voor het festival waren ook nog extra looppaden aangelegd zodat het eiland goed begaanbaar was.
Op maandag 7 augustus ben ik samen met 4 vrienden vertrokken richting Budapest. Omdat we geen zin hadden om met een krappe budget-touringcar mee te gaan, hadden we besloten een personenbus te huren. Een ruimer alternatief en de regie van de reis heb je zelf in de hand. Na een vermoeiende maar super gezellige rit arriveerden we dinsdag om 9 uur ’s ochtends in Budapest. Ons plan om vroeg aanwezig te zijn (het festivalterrein ging om 12 uur open voor de kampeerders) werd beloond met een betaalde parkeerplek vlak bij de ingang. Dit was erg gunstig omdat we allemaal erg gesteld zijn op een beetje luxe en totaal niet wisten wat ons te wachten stond. Met andere woorden, de bus zat afgeladen met spullen.
Na de bus te hebben geparkeerd werden de taken verdeeld. Een paar gingen de kaarten ruilen voor polsbandjes, een paar ging de bagage heen en weer lopen en iemand ging in de rij staan bij de brug. Even na 12-en ging de brug open en na wat trekken en duwen stonden we dan eindelijk op het terrein. Vanaf hier moet ik trouwens even wat uitleggen over de kampeerders. Deze mogen namelijk overal op het festival terrein hun tent opzetten. Theoretisch is het dus mogelijk een tent vóór de mainstage op te zetten. Zo ver ging het dan (helaas) niet, maar het zorgde hier en daar wel voor grappige plaatjes. Welcome in Koepelcity
Na wat ram en beuk werk en heen- en weergeloop stond ’s middags ons kamp in volle glorie op een veld, bij nummertje 14 op de plattegrond. Tijd voor bier en een rondje verkennen. Omdat het festival pas officieel woensdag zou beginnen was er qua muziek nog niet zo heel veel te beleven. Enkele tenten en openlucht cafés waren wel open, zoals de drum ’n bass tent vlak bij ons kamp. Maar verder was het nog vrij rustig. Na een wandeling over het terrein verbaasde we ons er al wel over dat het zo groot is en er zo veel te doen is. Na een uurtje lopen was het wel genoeg en zijn we onder de dreunde bassen van drum ’n bass gaan tukken.
Omdat ik de dagen erop het gevoel voor tijd en datum volledig ben kwijt geraakt, zal ik deze in één stuk beschrijven. De eerste dagen hebben we nodig gehad om het festival terrein te leren kennen. Zoals de eerste avond al deed vermoeden was er echt héél veel te beleven. In totaal 60 tenten met meer dan 1000 artiesten, meer dan 100 kraampjes met eten en drinken, marktkraampjes, entertainment, karaoke, bungy jump, karten, rodeostier en nog meer van dat soort dingen. Je kan het zo gek niet bedenken of het was er. Er stonden zelfs tenten waar je bijvoorbeeld kon kleien of workshops buikdansen kon volgen. Op een avond liep ik ergens een hoek om en trof daar een kermis aan met enkele attracties. Overdag kon je ook nog zwemmen, en de fanatiekelingen konden zelfs meedoen aan sportactiviteiten. Verder waren er nog een aantal openlucht cafés waar je kon chillen, gamen of zelfs modeshows bekijken. In die eerste dagen hebben we ook veel van dit soort dingen gedaan, behalve dan het kleien, sporten en de workshops
. En alles voor een habbekrats want Hongarije is niet duur!Meteen een mooi bruggetje om het eens over de prijzen te hebben. Een halve liter tapbier haal je daar voor 270 Hongaarse Forinten wat omgerekend iets meer dan een euro is. Voor € 2,50 haal je een royaal broodje gyros of kebab. En voor € 5,- heb je een compleet bord voer. Chinees, Thais, Italiaans of gewoon patat met vlees, you name it. Een bungy jump maak je voor 25 eutjes en voor € 5,- kun je 10 minuten karten.
Back to the party. Ik moet zeggen dat ik niet echt voor de artiesten naar het festival ben gekomen. Maar ondanks dat heb ik erg goede optredens gezien. Op het Sziget treden veel lokale helden op samen met onbekend talent, afgewisseld met bekende namen zoals dEUS, Radiohead, Kraak en Smaak live, Scissor Sisters, Relax en Roger Sanchez. En de slotact van het festival was weggelegd voor niemand minder dan de mannen van Prodigy. Maar zoals ik al zei waren er ook genoeg (voor mij) onbekende artiesten die optraden. Zo ben ik een keer beland in de Hammer stage, een tent voor Hard Rock en Heavy Metal bands. Totaal niet mijn ding maar wel erg leuk om een zooitje ongeregeld op elkaar in te zien beuken in de pit
.“Maar hoe zit het met de house?” hoor ik menig PF-er denken? Gelukkig kende het festival ook een grote tent die onder de naam Party Area stevige house en techno uit de speakers liet knallen. Weinig bekende dj’s maar wel top muziek! Maar ook in de Medusa, een soort arena met videowanden en brute lichteffecten werd vaak groovy house en techno gedraaid. Ook het beroemde Silent Disco concept was vertegenwoordigd, maar verder hadden alle tenten bands geprogrammeerd. Op een paar openlucht cafés na. Een tent die ook wel leuk is om te vermelden is de Blues tent welke onder de naam MOJO Sessions coverbands liet optreden. Erg leuk om bijvoorbeeld Kiss of The Red Hot Chilli Peppers te zien optreden!
Na bijna een week zuipen, vreten, feesten, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan kwam het einde in zicht. De week leek wel een maand en dat is een erg goed teken. Gedurende het hele festival was alles ook perfect verlopen en op de organisatie en het publiek was niets aan te merken. Geen vechtpartij gezien, alleen maar een supersfeer, en de organisatie liep duidelijk op rolletjes. Overal was aan gedacht, er waren voldoende toiletten en ook douchen was geen probleem. Maar helaas kwam aan al het positieve op de een na laatste dag verandering toen op ons veld een aantal tenten waren beroofd. In sommige gevallen lag de bewoner er zelfs nog in te slapen tijdens het stelen! Sommige tenten waren zelfs met een mes opengesneden om snel een slag te kunnen slaan.
Op die een na laatste dag hoorde we ook steeds meer geruchten dat dit soort dingen vaak gebeuren op de laatste avond omdat dan veel mensen het terrein verlaten en de controle door de drukte minder wordt. Hierdoor kunnen mensen die op stelen uit zijn gemakkelijk het terrein betreden zonder dat ze een kaartje hebben. Anyway, we waren al van plan om na het festival nog een paar dagen camping te pakken in Budapest. Dus toen we de slechte berichten hoorden zijn we op de laatste dag van het festival al vertrokken naar een andere camping. Hier hebben we snel onze tenten opgezet, en zijn we per OV naar het festival terug gegaan. Hierdoor helaas Prodigy gemist waar ik erg van baalde, maar gelukkig had ik ze ook op Dance Valley gezien. Het einde was dus iets anders dan verwacht maar hier heeft mijn ongelofelijk positieve gevoel over het festival zeker niet onder te leiden gehad!
Nog even snel wat plus en minpuntjes…
PLUS: goedkope toegang - goedkoop eten en drinken – festival is héél gevarieerd - sfeer is goed – organisatie is goed – veel te doen naast de muziek
MIN: beveiliging af en toe niet goed op de hoogte – tenten zijn gevoelig voor inbraak
Een weekticket voor het Szigetfestival inclusief camping kost € 120,- . De ervaring… onbetaalbaar
Kaarten zijn te bestellen via www.szigetfestival.nl.
