
aaloe: wat denk je??
a16: drukbezette hoer
ab: vriend, broer
abakpoen: achterlangs neuken
a bub ya: houd je bek
adjaip, len: 'te gek, jongen'
affoe: de helft, een deel, het laatste trekje
aftjappen: afhouden
agoman: homo
agou: beest
Agga: Den Haag
aij: ja
a jump: vechtpartij
aks: vraag
alles chil: alles goed
Alli: Almere
aman: begin nou niet opnieuw
ankeren: neuken, vrijen
anoe: hand
anoesaj: oh nee he
anyway: dus
apia: naar huis gaan;weggaan
appa: te stoned
asahbi: vriend
ashie: hasj
----->B<-----
baanty: stoned, high
babusu: stank
bakra: nederlander, kaaskop
baksen: neuken
balhaar: sukkel
ballen: vrijen
bankoe: 50 euro
bangsa: volk
banisch: goed
barki: 100 euro
bedaki: vies
belanda: nederlander, kaaskop
bempie: BMW
beren: verraden
biatch: hoer, kutwijf
bieri nakken: bier drinken
bika: fiets
bile: ik zweer het
Bigi: hooggeplaatst persoon
biggie: dik
Blaka Man Wakka: BMW
Black Male Wagon: BMW
blakkaman: zwarte
bob: joint
boeken: rijden
boelen: neuken
boeler: flikker, klootzak
bokken: voor schut zetten
bon: goed
bond: goed, leuk, mooi
bonen: neuken
bonken: neuken
bossen: slaan, klappen geven
Botta: Bottachelli
bout it: stoer doen
brada: vriend, broer
bruut: wreed
bull: onzin, slaat nergens op
bung sannetje: chil, relaxed
----->C<-----
cashflow: geld
cappa: capelle (a/d ijssel)
chappie: japanner, chinees, spleetoog
chawa: 25 gulden
checken: bekijken
checko: kijk
chickie: mooi meisje, vriendin
chillen: genieten
chiemeid: meisje
chima: lekkere dame
choken: blowen
chrosies: kleren
coca: cocaïne
contabai: hoe gaat het?
creepie: lelijk meisje
----->D<-----
dagou: hond
daina: goed, mooi
damn: lachen
damsco: Amsterdam
derie: slecht
dieken: neuken
diddih: dood
digie: goed, mooi
dissen: iemand in de maling nemen, voor lul zetten
do: geld
dobro: goed
doekash: geld
doekoe: geld
doezoe: 1000 gulden
donnie: 10 gulden
doos: dom persoon
dopo: goed, leuk, relaxt
drie jaargarantiehaar: nepvlechten
dringi: drinken
droge joke: grap waar geen lol aan is
dzjie: inderdaad, wat krijgen we nu
dushi: schatje
----->E<-----
ebbe: imbiciel
erg: goed, mooi
----->F<-----
fa2: grapje
faffie: hallo, hoe gaat het?
fagget: homo
faja: erg, vies, vervelend, vuur, betrapt
fatoe: grap
fawaka: hallo/ Hoe gaat het?
fissie: gezicht
fittie: ruzie
fisa: feest
flashen: iemand neppen
flecher: oplichter
flex: goed, leuk, relaxt
flippen: balen
flipperen: balen
flus: geld
fucked-up: slecht
fock it: verdomme
fotto: stad
freaken: neuken
----->G<-----
gaar: vreemd, raar, stom
ga das: weg gaan
garo: sigaret
geget worden: betrapt worden
geplayt worden: gebruikt worden
gila: gulden
----->H<-----
habou: aap
hagou: varken
hasiktiiiir: dat meen je niet/ ga weg!
heftig man: goed, leuk
hoest?: hoe is het?
holla bile: ik zweer
hootchie: hoer
----->I<-----
ibahas: politie
ibne: flikker, klootzak
iddie: hoofd
----->J<-----
jaffu: erg, vies, vervelend, vuur
jings: kakker, snob
jonko: weed, een joint
je moeder: belediging
je vader: belediging
vader: echt wel, t is wel waar
JL: jonkoland
juro: euro
----->K<-----
kaffa: stoned
kahba: hoer
kaka: slecht
kakosie: hoe gaat het
kammerad: vriend
kanker-: heel erg (-nep, -lauw)
karapoetana: stoephoer
kaulo: poep, kanker
kieren: eten; jatten
kills: jongens
klappen: slaan
klaren: jatten
koelie: gaar
koffoe: klap, stoot
kuli: kanker lijer, hindoestaan
----->L<-----
laters: tot ziens
latera: tot ziens
lauw: goed, mooi
lauw worden: uit je dak gaan
ledder: drinken
litta: aansteker
loco: metro
loezoe: naar huis gaan; weggaan
lyrics: songteksten
----->M<-----
maricon: homo
master: goed, leuk, relaxt
mattie: vriend
mercie: Mercedes Benz
mietje: homo
mi sabie: begrijp het
moeilijk: slecht
mocho: hoer
mokkel: lekker ding
muimen: regen
----->N<-----
nacken, straffen: stelen
nakas: klappen
neet: goed, leuk
nep: slecht
nicotinestaaf: sigaret
njangen: eten
nokken nou: hou op
no spang: maak je niet druk
noten: ballen
nurdal: studiebol
----->O<-----
ollo: homo
osso: huis
oss: huis
ossel: huis
ottah: blow
----->P<-----
paasen: geven
paas me: maak je niet druk
paipai: pak slaag
pana: panasonic gsm/ gepoort worden met voetbal
panja: dronken
panna: hoofd
patta's: schoenen
pappie: kerel
palen: neuken
para: gek
patas: schoenen;velgen van auto
pekie: mooi meisje, vriendin
peuk: sigaret
pieces: stukjes, acts
pieren: laten zien
pimp: pooier
pipa: pistool
plamuur hoofd: meisje met veel make-up
played out: ouderwets, uit de tijd
player: playboy, klootzak
playet: playgirl: mooi meisje
pro: internet site
poekoe: meisje
poentje: kutje
pokko's: geld
pokoe: muziek
ptatta: nederlander, kaaskop
punanie: kutje
puni: kutje
----->R<-----
radical: stoer
ranzig: erg, vies, vervelend
rippen: neuken, beroven
roffa: Rotterdam, stoer
----->S<-----
saave: geld
saffie: sigaret
safin: goed
sanka: bil
schoetas: schoenen
scotoo: politie
scoobes: goed
scur: meisje scoren
shoeba's: schoenen
shoppa: koffieshop
shuris: schoenen
sGuiver: vijf gulden stuk
sikerim: ik neuk je
skeer: blut
skitta: schijt aan hebben
skaufen: neuken
skootoe: politie
skoro: school
skrikka: schrikken
sma: meisje
smaatje: lekker ding
smokkel: sigaret
smoko: roken
snef: iets te roken
snitchen: verraden
soekkoe: joint
spang: relaxed
spatu: schoenen
sombong: verwaand
sossa: cocaïne
sitos: internet site
spacen: dromen
spat: weg
spitta: goed, leuk, relaxt
spits: goed, leuk, relaxt
standaard: normaal
staven: neuken
stompers: schoenen
straati: straat
steelo: manier van kleden, gewoonte, stijl
stumpie: lompe gozer
sucky sucky: blowen
sup: hoe gaat het
sweetie: mooi meisje, vriendin, lekker
----->t<-----
taal blazen: uitspreken
tabaccafume: sigaret
taker: lelijk
takki: praten
tanga: meisje
tatta: nederlander, kaaskop
tazzzzz: shit
temmen: blowen
tfoe: shit, schaam je
tfwoe: gaar erg
the bomb: te gek
theatertorie checken: naar een toneelvoorstelling gaan
thong: string
thopen: slaan
thuglive: harde leven op straat
tjoep: hou je mond
toko: ruimte ,klas
torie: verhaal ; misdaad, gebeurtenis
torie zetten: praten, kletsen ;misdaad begaan
tranga: goed, leuk, relaxt
tyeppie: getikt
----->V<-----
vaag: slecht
viestie: vies, lelijk
----->W<-----
wackalou: ik zweer het
waggie blazen: hard autorijden
waggie boeken: hard autorijden
waggi 's : auto's
wallach: ach ga toch weg; ik zweer het
wappi: stoned, high
wazzap: hoe is het?
weck: slecht
weli: o mijn god
werrie: erg, vies, vervelend
whaza?: alles goed?
wreed: erg
wiri: weed
wouten: politie
----->X<-----
XT-er: motoragent
----->Y<-----
yo: hallo
----->Z<-----
zahbie: vriend
saisa: hoe gaat het?
zebie: lul (scheldwoord)
zebbe: klootzak
zema: zogenaamd
zemmel: klootzak
zenel: homo
ziek: goed, mooi
zwerver: sukkel
----->UITSPRAKEN IN STRAATTAAL<-----
a mang echt: hij is goed
a mos: he gozer
boem lauw: heel tof
brommers kieken: met een vrouwtje naar buiten gaan
die schoenen doen het niet hoor: die schoenen zijn echt lelijk
ga blazen vriend: ga weg
gimmi annoe: geef me de hand, geef me hand power
gimmi bossie: geef me een kusje
gimmi offoe: geef me een trekje
gimmi snef: geef me een trekje
gimmi soetoe: geef me een trekje
heftig man: goed/ leuk
heee jonge: ga niet gek doen
hou je bil: wees stil
hou je go: hou je mond
hou je maula: houd je mond
fotto sey: naar de stad gaan
ik bied je: ik maak je af
ik boek je: ik geef je klappen
ik ga get: ik ga weg
ik ga kas/ loos/ loesoe/ pia/ osso: ik ga weg
ik ga je timmeren/nakken/ hoeken: ik sla je in elkaar
ik ga je zien: tot morgen
ik heb bloed aan mijn sudderlapje: ben ongesteld
ik weet waar je huis woont:ik weet je te vinden
ik ga weten waar je huis woont: ik weet je te vinden
ik weet waar je bed slaapt: ik weet je te vinden
je bent echt een Ralf: je bent echt een flikker
je doet het: als iemand iets tof doet
je moeder neukt die Amsterdamse paaltje: belediging
je kanker malle joduh moeder is een afgerachte aezel die door je opa is geneukt in de behaarde neus: belediging
jouw patta's doen niet ouw!: jij hebt echt lelijke schoenen
kaka mobilo: gara auto, lelijke auto
kaka mobila: koelkast (groot mobieltje)
kino checken: naar de film gaan
talk to my hand: je vertelt een onintressant verhaal
tap y mofo: hou je bek
tjoeri: met lippen fluitend geluid maken
tjoeri maken : hou maar op, ga maar weg
torri leggen: iets gaan jatten
trippel boem: kan niet beter
wat moet je?: wat wil je
wat zegt die klok?: hoe laat is het?
Wat space je nou, wat praat je nou?: wat klets je nou?
zak over die idi: geen mooi hoofd, gezicht maar wel een mooi lichaam