
TBS voor die reiger. Veel reigers in t nieuws de laatste tijd trouwens ;
VOOR BENNO
Dit weekend kwam alles weer boven. Ik zag hem zo zitten, Benno, mijn dwergreiger, We keken samen televisie. Als ik in slaap viel, dromend van onbereikbare vrouwen in niet bestaand ondergoed, dan wachtte Benno altijd even, tot ik met mijn hoofd opzij viel en dan gaf hij heel voorzichtig een tikje met zijn snavel. Daarna deed Benno alsof hij niets in de gaten had gehad. Benno en ik begrepen elkaar.
Toen ging Benno dood. Dat verhaal is al vele malen verteld. Hij wilde opeens niets meer, ook niet de kapucijnerschotel met stukjes chorizo. Hij stond me in een hoek van de kamer heel droevig aan te kijken en wat ik ook deed, Benno bleef daar maar staan. Hij keek niet boos, maar eerder berustend. Zijn dwergreigerleven trok waarschijnlijk als een film aan hem voorbij, maar dan zo te zien wel een verdomd lange met twee extra reclameblokken. Hij schokte soms wat. Hij huilde. En toen ging hij dood. Niet dramatisch. Dat was niks voor Benno. Hij ging liggen, deed zijn ogen dicht en stierf.
Ik had de dood van Benno inmiddels een plekje gegeven. Soms gebeurde het nog wel eens dat ik verheugd opkeek bij het onverwacht klapwieken van een duif. Benno!!! Maar vorige week hakte het er opeens goed in. Er was een Groene Reiger gesignaleerd in Amsterdam. Gekkenhuis. Meteen duizenden bebaarde vogelaars druk discussierend langs de slootkant. "Kijk kijk, hij draait zijn kop." En dat raakte me enorm. Benno, hadden ze daar ooit naar omgekeken? Nee, want die was niet groen. Overdreven gedoe. Ik werd steeds bozer. Voor ik het wist zat ik al op de fiets.
Wat een koleregebied had dat beest uitgezocht. Kon je overal landen, ging je met je reigerreet ergens in een Amsterdamse sloot zitten, een kilometer bij Gaycruise The Anal Inn vandaan. Dan had Benno meer stijl. Die maakte nooit een probleem van iemands seksuele voorkeur. Iedereen beet hij net zo hard in zijn kruis, of je nu van vrouwen of van mannen hield. Ahh, kijk, in de verte zag ik een menigte opdoemen. De bekende vogelspottersgemeenschap. Een half jaar geleden hadden tweehonderd van die korte broek baarddragers, met het vogelschuim om hun mond, een Chinese Sneeuwuil dwars door Nederland heen gespot. Waar het beestje landde, pang, meteen geklik en geouwehoer. In Brabant was hij uiteindelijk bezweken aan vermoeidheid, waarna er wilde vechtpartijen waren uitgebroken om een stuk van zijn kadaver te bemachtigen. Alleen de onderkant van zijn snaveltje is later nog teruggevonden.
Ik stopte en luisterde even mee naar het gekakel van de spotters. Er dreigde net een handgemeen. Een verwilderde man met een baard tot aan zijn riem werd in bedwang gehouden door omstanders en schreeuwde steeds: "ik zeg het je, hier en nu, de gekuifde wielewaal is wel degelijk necrofiel! Schoft dat je er bent!! Ontken het niet" Een andere vogelaar stond vlak voor hem, met zijn handen in zijn zij, uitdagend te lachen. "Jaja, we weten het allemaal zo goed, maar als meneer een witte schuinbekvink ziet zitten kwinkeleren dan staat de vogelspotpik meteen recht tegen zijn buik aan. Ontken het maar niet, Roeland". Veel beweging. Een stofwolk en geschreeuw. Het lukte de spotters net om de twee uit elkaar te houden. De Groene Reiger aan de overkant bekeek het allemaal belangstellend. Geamuseerd bijna. Ja, Meneer Groen genoot van alle aandacht, dat was wel duidelijk. Hoe anders dan Benno die nooit in de belangstelling had willen staan. Ik voelde een enorme woede opkomen en ging recht tegenover de Groene Reiger staan, met alleen de sloot nog tussen ons in. De vogelaars waren inmiddels opgehouden met knokken. Deze stilte moest tot ver in de omtrek hoorbaar zijn.
"Zo, staan we lekker" , begon ik. "Of hadden we nog extra reiger-faciliteiten willen hebben. Omdat we groen zijn. Want oh oh oh, wat zijn we groen. Nou nou, wat zijn we flink zeg. Groen en een reiger, tsjonge jonge, dat is me wat." Het beest keek me met een schuine kop aan. "Jij moet lekker zo doorgaan, Hulk Reiger. Ja, precies, lekker zo doorgaan zeg ik, met je patserkop. Kijk hem staan, loser. Je kan godverdomme nog niet eens zelf wat uit een sloot vissen, homo. Beetje in dat water loeren en dan hopen dat we je helpen. Ik dacht het niet. We laten dat snaveltje zelf maar eens wapperen. Walgelijk ben je. Ik kots van je, weet je dat, met je veren en je poten enzo, dat moeten we dan heel bijzonder vinden, maar dat een dwergreiger, mijn dwergreiger Benno, crepeerde terwijl jij een beetje je taas stond op te warmen in Tanzania, dat maakt dan niks meer uit. Nee, dan hebben we opeens even geen praatjes meer hè. Kan je je veren wel dom gaan staan wassen nu, lul van kut, maar nu weten we het even niet meer hè! Laat ik je dit zeggen: Benno was een mensenreiger. Dat was het! Een reiger met gevoel in zijn lijer. Jij bent een kermisreiger. Benno was grijs. En dat vond hij fijn. Groen…. Walgelijk! Schaam je!"
Ik pakte mijn fiets en reed weg. Doodse stilte. In de verte, vlak boven het riet, vloog een vogel weg en lachte.
# posted by Nico