Het 'ware gezicht' van de dalai lama
In het Westen wordt de dalai lama gezien als een wijze heilige, en wordt deze Nobelprijswinnaar in één adem genoemd met Mahatma Gandhi en Martin Luther King. Onterecht, zegt een groeiende groep Tibetaanse critici. Voorman Kundeling Rinpoche legt uit waarom de wereld zich decennialang ’een rad voor ogen heeft laten draaien door deze spirituele despoot’.
Er is een mythe gecreëerd die in het Westen al decennia collectief wordt geloofd. Tibet was volgens deze mythe het land van de heilige dalai lama. Voordat de Chinezen er binnenvielen was dit spirituele vredesrijk het toonbeeld van liefde en harmonie. Tibetanen waren niet bedorven door materialisme, en leefden nog volgens spirituele waarden. Tibet was een paradijselijk Shangri-La. In 1959 hebben de Chinezen dit spirituele rijk van de kaart geveegd. Vanuit zijn ballingsoord streeft de dalai lama op zeldzaam hoogstaande wijze een vrij Tibet na.
„Het is één grote leugen”, zegt Kundeling Rinpoche, een hoge Tibetaanse geestelijke die op reis door Europa dinsdag in Nederland aankwam. „Voordat de Chinezen kwamen, was Tibet een feodale theocratie. De staat gaf lijfstraffen, vergold met de zweep en hakte voor kleine vergrijpen handen af. En denk maar niet dat je ergens kon klagen.” Het land was in bezit van een kleine elite van adel en geestelijkheid, samen vijf procent van de bevolking. Slavernij en lijfeigenschap waren normaal. Er was tekort aan zo ongeveer alles. De inval van de Chinezen kostte de elite haar macht, maar voor het grootste deel van de bevolking betekende het een grote vooruitgang, zegt Kundeling. „De Chinezen hebben de gewone Tibetanen rechtvaardigheid en welvaart gebracht.”
„De dalai lama had in Tibet alleen macht over de hoofdstad Lhasa en een relatief klein gebied eromheen. Hij was niet de leider van alle Tibetanen. Dat idee ontstond pas in ballingschap. Voor een ’vrij Tibet’ was het beeld van een verenigd volk nodig, niet van een kleine, uiterst diverse groep vluchtelingen. Gesteund door de inlichtingendienst CIA, die erin een kans zag het communistische China te bestrijden, werd het beeld van een eensgezind volk van vredelievende Tibetanen onder leiding van een heilige geconstrueerd.”
Niet alleen anticommunistisch rechts maar ook maatschappijkritisch links kon zich in dit beeld vinden. Links smolt voor het niet-materialistische spirituele imago van Tibet. Nog steeds moeten de westerse ’Tibet supportgroepen’ niks hebben van het beeld dat Kundeling schetst.
„Toen Nixon in 1975 zijn koers veranderde en bij de Chinese leider Mao op bezoek ging, zag je de dalai lama prompt zijn beleid herzien. Met minder steun uit de VS werd het doel aangepast, van onafhankelijkheid naar autonomie.” Volgens Kundeling kan de dalai lama maar beter nooit meer naar Tibet terugkeren. „Het zou maar narigheid geven. Weliswaar zal hij er best aanhang hebben bij de slecht geïnformeerde laag opgeleide Tibetanen die ook in de mythe geloven dat ’zijne heiligheid’ onfeilbaar en verlicht is. Zij beseffen niet dat ze het nu veel beter hebben, inclusief het recht om hun eigen godsdienst uit te oefenen. Met de dalai lama aan het roer verdwijnt die zekerheid.”
Tibetaanse boeddhisten houden er een heel pantheon aan goden op na, die in het dagelijks leven en op het spirituele pad dienstbaar kunnen zijn. Kundeling Rinpoche is een aanhanger van Dorje Shugden, een godheid wiens verering in 1996 door de dalai lama in de ban is gedaan. Het lijkt er echter op dat hij hiermee zijn hand heeft overspeeld.
Het Tibetaanse boeddhisme bestaat uit vier hoofdstromingen met vele substromingen, en iedere stroming heeft zijn eigen leermeester aan het hoofd, die volgens het geloof door de tijd heen incarneert van de een in de ander. Zo is de huidige, dertiende Kundeling Rinpoche tegenwoordig gereïncarneerd in Lobsang Yeshi Jample Gyatso (49), die nu in Nederland is. Zijn subgroep is deel van de hoofdgroep van de Gelugpa’s (Geelkappen), waartoe ook de dalai lama behoort. Speciaal Gelugpa’s vereren traditioneel de nu verbannen beschermgod Dorje Shugden. De duizenden monniken en honderdduizenden burgers die Shugden als hun favoriet zien, leggen zich niet zomaar bij het verbod neer.
De dalai lama zegt door zijn orakel op het gevaar van Shugden te zijn gewezen. En overleden leermeesters, die bij leven ook Shugden aanbaden, zouden hem in zijn dromen voor deze ’demon’ hebben gewaarschuwd. Shugden zou geen beschermende god maar een ’boze geest’ zijn, die met man en macht bestreden moet worden. Na herhaaldelijk aandringen van zijn orakel besloot de dalai lama in te grijpen met een dringend advies aan zijn achterban.
Tenminste, zo luidt de officiële uitleg. Volgens Kundeling zocht de dalai lama vooral een zondebok voor zijn falend beleid – een Vrij Tibet. „Hij gebruikt het idee van oecumene om zijn twijfelende achterban aaneen te smeden. Speciaal de volgelingen van Shugden moesten daar nooit wat van hebben. Die hadden hun eigen cultus, en zwoeren daarbij, voor zichzelf dan. Het conflict daarover is eigenlijk al honderden jaren oud, maar leed een slapend bestaan. De dalai lama heeft het weer tot leven gewekt. Hij propageert een mix van stromingen, waarbij hij zichzelf boven allen plaatst. In jullie taal: hij wil katholieken en protestanten elkaars gewoonten laten overnemen, hij wil nasi en spaghetti mengen. Omdat volgelingen van Shugden daar niet op zitten te wachten, moesten zij in de ban.”
Kundeling vindt het tijd dat mensen in het Westen eindelijk hun ogen openen voor de situatie. Een paar maanden geleden hingen er in Tibetaanse vluchtelingencentra in India overal briefjes die aanhangers van Shugden de toegang ontzegden tot de plaatselijke ’overheidsgebouwen’, ziekenhuizen, winkels en tempels. Nadat een Franse tv-zender de beelden over deze toestand van apartheid uitgezonden had, distantieerde de dalai lama zich ervan. Zijn volgelingen zouden wat al te enthousiast hebben gehandeld.
Kundeling weerspreekt deze lezing. „Het is de manier waarop de dalai lama te werk gaat. Het is een berekenende, keiharde man. Hij stookt intern de zaak op, maar zodra de buitenwereld er lucht van krijgt, speelt hij de vermoorde onschuld. Voor de Olympische Spelen zette hij zijn achterban aan tot rellen in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa, maar toen er doden vielen, deed hij net alsof hij er niks mee te maken had, en riep hij op tot vreedzaamheid.
Er verschenen in de media foto’s van Chinese soldaten die zich als monnik verkleedden en zich misdroegen. Het waren foto’s van een filmopname van jaren geleden, verspreid door His Holiness’ ministerie van propaganda in zijn ballingsoord Dharamsala.”
„De dalai lama dreigde zelfs met aftreden vanwege de rellen in Lhasa – een gotspe. Nóóit zal hij afstand doen van de macht. Hij spreekt met dubbele tong. En zijn volgelingen schuwen leugen noch geweld om de nu verenigde Shugden-aanhangers te belagen. Op YouTube staan de getuigenissen hiervan. Hele families zijn Dharamsala ontvlucht voor de overijverige en gewelddadige volgelingen van de dalai lama. Zij handelen in opdracht van hem, dat kán gewoon niet anders.”
„Alles wat de dalai lama zegt, gaat er in het Westen in als koek. Omdat jullie bang zijn voor ’de Chinezen’, in hen een groot gevaar zien, nu niet meer om hun communisme, maar om het vervuilende consumentisme van deze opkomende wereldmacht.” Volgens Kundeling moeten de dalai- lamagezinde Tibetanen en hun westerse vrienden hun ongenuanceerde beeld van China nodig bijstellen. Omdat hij dit zegt, wordt hij ’een spion voor China’ genoemd. Kundeling heeft bij het hooggerechtshof in New Delhi een klacht ingediend tegen de dalai lama. „Een klacht tegen het schenden van het recht op godsdienstvrijheid. Het gerechtshof heeft de zaak in behandeling genomen, de eerste overwinning.”
De dalai lama moet vooral nooit als leider naar Tibet terugkeren, hoopt Kundeling voor zijn volk. „Je moet er toch niet aan denken dat hij een land zou krijgen waar hij de machtigste is. Dan krijg je taliban-achtige toestanden. Denk niet dat boeddhisten daartoe niet in staat zijn. Zie Burma, dat is een dictatuur geleid door mensen die zich boeddhist noemen.”
Zelf zal Kundeling de rest van zijn leven in India blijven, de bakermat van het boeddhisme. „In India is het boeddhisme een reliek geworden, zijn de heilige plaatsen musea. Ik wil er werken aan een revival, niet van de boeddhistisch religie in mijn variant. Maar wel omdat het waardevol is de mooiste waarden van het boeddhisme onder ogen te zien: geweldloosheid en tolerantie.”
http://www.trouw.nl/religie-filosofie/article2101591.ece/Het__ware_gezicht__van_de_dalai_lama.html?all=true
In het Westen wordt de dalai lama gezien als een wijze heilige, en wordt deze Nobelprijswinnaar in één adem genoemd met Mahatma Gandhi en Martin Luther King. Onterecht, zegt een groeiende groep Tibetaanse critici. Voorman Kundeling Rinpoche legt uit waarom de wereld zich decennialang ’een rad voor ogen heeft laten draaien door deze spirituele despoot’.
Er is een mythe gecreëerd die in het Westen al decennia collectief wordt geloofd. Tibet was volgens deze mythe het land van de heilige dalai lama. Voordat de Chinezen er binnenvielen was dit spirituele vredesrijk het toonbeeld van liefde en harmonie. Tibetanen waren niet bedorven door materialisme, en leefden nog volgens spirituele waarden. Tibet was een paradijselijk Shangri-La. In 1959 hebben de Chinezen dit spirituele rijk van de kaart geveegd. Vanuit zijn ballingsoord streeft de dalai lama op zeldzaam hoogstaande wijze een vrij Tibet na.
„Het is één grote leugen”, zegt Kundeling Rinpoche, een hoge Tibetaanse geestelijke die op reis door Europa dinsdag in Nederland aankwam. „Voordat de Chinezen kwamen, was Tibet een feodale theocratie. De staat gaf lijfstraffen, vergold met de zweep en hakte voor kleine vergrijpen handen af. En denk maar niet dat je ergens kon klagen.” Het land was in bezit van een kleine elite van adel en geestelijkheid, samen vijf procent van de bevolking. Slavernij en lijfeigenschap waren normaal. Er was tekort aan zo ongeveer alles. De inval van de Chinezen kostte de elite haar macht, maar voor het grootste deel van de bevolking betekende het een grote vooruitgang, zegt Kundeling. „De Chinezen hebben de gewone Tibetanen rechtvaardigheid en welvaart gebracht.”
„De dalai lama had in Tibet alleen macht over de hoofdstad Lhasa en een relatief klein gebied eromheen. Hij was niet de leider van alle Tibetanen. Dat idee ontstond pas in ballingschap. Voor een ’vrij Tibet’ was het beeld van een verenigd volk nodig, niet van een kleine, uiterst diverse groep vluchtelingen. Gesteund door de inlichtingendienst CIA, die erin een kans zag het communistische China te bestrijden, werd het beeld van een eensgezind volk van vredelievende Tibetanen onder leiding van een heilige geconstrueerd.”
Niet alleen anticommunistisch rechts maar ook maatschappijkritisch links kon zich in dit beeld vinden. Links smolt voor het niet-materialistische spirituele imago van Tibet. Nog steeds moeten de westerse ’Tibet supportgroepen’ niks hebben van het beeld dat Kundeling schetst.
„Toen Nixon in 1975 zijn koers veranderde en bij de Chinese leider Mao op bezoek ging, zag je de dalai lama prompt zijn beleid herzien. Met minder steun uit de VS werd het doel aangepast, van onafhankelijkheid naar autonomie.” Volgens Kundeling kan de dalai lama maar beter nooit meer naar Tibet terugkeren. „Het zou maar narigheid geven. Weliswaar zal hij er best aanhang hebben bij de slecht geïnformeerde laag opgeleide Tibetanen die ook in de mythe geloven dat ’zijne heiligheid’ onfeilbaar en verlicht is. Zij beseffen niet dat ze het nu veel beter hebben, inclusief het recht om hun eigen godsdienst uit te oefenen. Met de dalai lama aan het roer verdwijnt die zekerheid.”
Tibetaanse boeddhisten houden er een heel pantheon aan goden op na, die in het dagelijks leven en op het spirituele pad dienstbaar kunnen zijn. Kundeling Rinpoche is een aanhanger van Dorje Shugden, een godheid wiens verering in 1996 door de dalai lama in de ban is gedaan. Het lijkt er echter op dat hij hiermee zijn hand heeft overspeeld.
Het Tibetaanse boeddhisme bestaat uit vier hoofdstromingen met vele substromingen, en iedere stroming heeft zijn eigen leermeester aan het hoofd, die volgens het geloof door de tijd heen incarneert van de een in de ander. Zo is de huidige, dertiende Kundeling Rinpoche tegenwoordig gereïncarneerd in Lobsang Yeshi Jample Gyatso (49), die nu in Nederland is. Zijn subgroep is deel van de hoofdgroep van de Gelugpa’s (Geelkappen), waartoe ook de dalai lama behoort. Speciaal Gelugpa’s vereren traditioneel de nu verbannen beschermgod Dorje Shugden. De duizenden monniken en honderdduizenden burgers die Shugden als hun favoriet zien, leggen zich niet zomaar bij het verbod neer.
De dalai lama zegt door zijn orakel op het gevaar van Shugden te zijn gewezen. En overleden leermeesters, die bij leven ook Shugden aanbaden, zouden hem in zijn dromen voor deze ’demon’ hebben gewaarschuwd. Shugden zou geen beschermende god maar een ’boze geest’ zijn, die met man en macht bestreden moet worden. Na herhaaldelijk aandringen van zijn orakel besloot de dalai lama in te grijpen met een dringend advies aan zijn achterban.
Tenminste, zo luidt de officiële uitleg. Volgens Kundeling zocht de dalai lama vooral een zondebok voor zijn falend beleid – een Vrij Tibet. „Hij gebruikt het idee van oecumene om zijn twijfelende achterban aaneen te smeden. Speciaal de volgelingen van Shugden moesten daar nooit wat van hebben. Die hadden hun eigen cultus, en zwoeren daarbij, voor zichzelf dan. Het conflict daarover is eigenlijk al honderden jaren oud, maar leed een slapend bestaan. De dalai lama heeft het weer tot leven gewekt. Hij propageert een mix van stromingen, waarbij hij zichzelf boven allen plaatst. In jullie taal: hij wil katholieken en protestanten elkaars gewoonten laten overnemen, hij wil nasi en spaghetti mengen. Omdat volgelingen van Shugden daar niet op zitten te wachten, moesten zij in de ban.”
Kundeling vindt het tijd dat mensen in het Westen eindelijk hun ogen openen voor de situatie. Een paar maanden geleden hingen er in Tibetaanse vluchtelingencentra in India overal briefjes die aanhangers van Shugden de toegang ontzegden tot de plaatselijke ’overheidsgebouwen’, ziekenhuizen, winkels en tempels. Nadat een Franse tv-zender de beelden over deze toestand van apartheid uitgezonden had, distantieerde de dalai lama zich ervan. Zijn volgelingen zouden wat al te enthousiast hebben gehandeld.
Kundeling weerspreekt deze lezing. „Het is de manier waarop de dalai lama te werk gaat. Het is een berekenende, keiharde man. Hij stookt intern de zaak op, maar zodra de buitenwereld er lucht van krijgt, speelt hij de vermoorde onschuld. Voor de Olympische Spelen zette hij zijn achterban aan tot rellen in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa, maar toen er doden vielen, deed hij net alsof hij er niks mee te maken had, en riep hij op tot vreedzaamheid.
Er verschenen in de media foto’s van Chinese soldaten die zich als monnik verkleedden en zich misdroegen. Het waren foto’s van een filmopname van jaren geleden, verspreid door His Holiness’ ministerie van propaganda in zijn ballingsoord Dharamsala.”
„De dalai lama dreigde zelfs met aftreden vanwege de rellen in Lhasa – een gotspe. Nóóit zal hij afstand doen van de macht. Hij spreekt met dubbele tong. En zijn volgelingen schuwen leugen noch geweld om de nu verenigde Shugden-aanhangers te belagen. Op YouTube staan de getuigenissen hiervan. Hele families zijn Dharamsala ontvlucht voor de overijverige en gewelddadige volgelingen van de dalai lama. Zij handelen in opdracht van hem, dat kán gewoon niet anders.”
„Alles wat de dalai lama zegt, gaat er in het Westen in als koek. Omdat jullie bang zijn voor ’de Chinezen’, in hen een groot gevaar zien, nu niet meer om hun communisme, maar om het vervuilende consumentisme van deze opkomende wereldmacht.” Volgens Kundeling moeten de dalai- lamagezinde Tibetanen en hun westerse vrienden hun ongenuanceerde beeld van China nodig bijstellen. Omdat hij dit zegt, wordt hij ’een spion voor China’ genoemd. Kundeling heeft bij het hooggerechtshof in New Delhi een klacht ingediend tegen de dalai lama. „Een klacht tegen het schenden van het recht op godsdienstvrijheid. Het gerechtshof heeft de zaak in behandeling genomen, de eerste overwinning.”
De dalai lama moet vooral nooit als leider naar Tibet terugkeren, hoopt Kundeling voor zijn volk. „Je moet er toch niet aan denken dat hij een land zou krijgen waar hij de machtigste is. Dan krijg je taliban-achtige toestanden. Denk niet dat boeddhisten daartoe niet in staat zijn. Zie Burma, dat is een dictatuur geleid door mensen die zich boeddhist noemen.”
Zelf zal Kundeling de rest van zijn leven in India blijven, de bakermat van het boeddhisme. „In India is het boeddhisme een reliek geworden, zijn de heilige plaatsen musea. Ik wil er werken aan een revival, niet van de boeddhistisch religie in mijn variant. Maar wel omdat het waardevol is de mooiste waarden van het boeddhisme onder ogen te zien: geweldloosheid en tolerantie.”
http://www.trouw.nl/religie-filosofie/article2101591.ece/Het__ware_gezicht__van_de_dalai_lama.html?all=true