[hidden=Vraag me niet waarom ik het hier neer zet. Misschien toch nog als een bevestiging dat ik het juiste heb gedaan. Misschien om mn verhaal nog een keer kwijt te zijn. Ik weet het niet...
Lees het, misschien begrijp je het dan.]
Datum. Begin juni 2007
Lopen met mn meisje, ik had al het vertrouwen in je. We voelde elkaar aan omdat we op elkaar leken.
Ik weet nog goed dat je binnen kwam. Een iel hondje van nog geen 20 kg. Er was afstand van je gedaan, de mensen konden niet met je omgaan en zoals ik van Tim kan geloven gingen die mensen ook niet echt fijn met je om gingen, je hard in je kennel duwde en je zonder weinig pardon achter lieten.
Zoals ik vaker deed als ik in de ochtend vrij was geweest, liep ik een rondje richting quarantaine. Daar zag ik je zitten. Een Hollandse Herder, teef, net een jaar oud.
Tim had me gewaarschuwd dat je doodsbang was en een beetje hondenkenner weet dat je dan voorzichtig aan moet doen. Ik keek naar je en jij naar mij, het moment dat onze blikken elkaar kruiste was ik verkocht.
We hebben je een dag met rust gelaten, om je een beetje te laten bekomen van de schrik. Iets wat zeer zeker nodig was.
Tim is wat heldhaftiger als dat ik ben dus hij ging als eerste je kennel in en lokte je mee door speels met de riem te zwaaien. Dat vond je helemaal het einde en de eerste stap was gezet. Mochten er nog een paar mooie maanden volgen.
Het ijs was gebroken en langzaam aan begonnen we toenadering te zoeken, heel voorzichtig. Eerst vanuit je buitenhok kijken wat ik aan het doen was, toen dorst je het binnenhok in te lopen, zolang ik me maar niet bewoog ging het goed.
Op een dag waagde ik de stap (we waren ongeveer een week verder). Ik ging je kennel in. Jij stond buiten om het hoekje te kijken, ik stond met een schuin oog naar je te kijken. We hielden elkaar scherp in de gaten want stel je voor dat er iets zou gebeuren wat ons niet zinde.
Langzaam aan, stapje voor stapje kwam je dichter bij. Ik bleef staan, hield je in de gaten, maar liet je gewoon je gang gaan. Beetje snuffelen hier, beetje snuffelen daar. Het ging allemaal goed. Voor het eerst kon ik je echt aanraken, zonder tralies, zonder een andere afscheiding. Mijn hand gleed langs je slanke hals naar de zijkant van je buik. Het was zo vertrouwd. Rustig gingen we verder.
Elke dag als ik op het werk was ging ik jou ’s ochtends even gedag zeggen, dan een bakkie chocomelk drinken en dan de tunnel waar jij in zat schoonmaken. Soms vloekend omdat je altijd aan het poep poot verven was geweest. Je begon me te herkennen en begroette me vrolijk als ik ’s ochtends mijn hoofd weer om het hoekje stak. Elke dag als we samen waren was een feest. Jij was mijn grote favoriet en ik jou “baas”.
Als ik in de ochtend de kennels van jouw tunnel aan het schoonmaken was en jij stond buiten omdat je op het speelveld was samen met je maatjes Spikey (Mechelse Herder) en Aaron (Hollandse Herder) hoorde ik je blaffen, je had me weer gezien. Eindeloos volgde je mijn bewegingen, elke stap die ik zette. Ik voelde je ogen prikken in mijn rug.
Weken verstreken en we werden steeds closer. Als ik even tijd had kwam ik naar je toe, stapte je kennel in en ging op mijn plekje van jouw kennel zitten. Je kwam naast me liggen en dan hadden we even een moment voor ons zelf.
Toch viel me op dat je steeds meer eenkennig werd. Ik kon nog wel bij je komen maar als je iemand nog nooit had gezien vloog je tegen de tralies op en blafte je anders dan normaal. Eerst waren het alleen mannen (ik snap het wel, je was geslagen door een man). Later ook tegen vrouwen. Je ging met de dag achter uit.
Ik zei nog tegen Manon dat je kennel gek werd maar diep in mijn hart wist ik dat het niet zo was.
Onze dagen samen bleven machtig. De 700 meter vanaf het asiel tot de weg en weer terug liepen we elke dag in mijn lunchpauze en dat was feest. Wij twee samen tegen de wereld.
Ondanks dat je slechter werd tegenover vreemde hoopte ik stiekem dat er een baas zou komen voor je. Één die wist hoe je met een beschadigde hond om moest gaan, elke dag bleef ik hopen en energie in je steken. Je laten zien dat niet iedereen zo was.
Er is een dag geweest dat je door een ander persoon dan Tim of mij naar buiten werd gebracht. Die heb je gebeten. Niet hard maar toch, je hebt het gedaan. Ondanks dat ik er niet bij geweest ben weet ik zeker dat die man niks deed. Toch voelde het als een schok voor me. Ik wist dat je het kon en als je de kans zou krijgen je het zou doen. Natuurlijk hoopte ik het niet maar het is gebeurd.
Op een middag kwam een vrijwilliger om wat ik hoorde een labrador pup te halen die we hadden zitten. Ze was niet op de hoogte gebracht dat die was geplaatst (ze kwam in een impuls) en heeft jou toen meegenomen, zonder dat ik het wist.
Gezien de achtergrond van die dame wist ik ook dat je terug zou komen, het was niet de juiste baas.
Ik kon wel janken dat je weg was maar aan de andere kant, misschien zou het goed gaan en had mijn intuïtie ongelijk. De tijd zou het me leren.
Ik maakte met collega’s grapjes over binnen hoe veel dagen je terug zou zijn. Ik had 3 gezegd.
Met gebogen hoofd en in de war van de plotselinge scheiding van onze wegen ben ik naar huis gegaan en heb eerst een uur zitten janken.
De volgende dag, toen ik weer op de opvang was en mijn ochtend sigaret ging roken zag ik in mijn ooghoeken die gekke te grote oren van je. Je was er weer.
Nadat ik je natuurlijk helemaal happy had begroet ben ik verhaal gaan halen, wat was er gebeurt, dat wilde ik weten.
Je had een ander hondje gebeten en bleek niet goed in dat huis te passen.
Onze dagen samen verstreken weer zoals dat het was, de 700 meter, de stiekeme kennel bezoekjes. We waren weer samen.
Toch wilde ik eens weten hoe het was om van die 700 meter af te gaan en echt het dorp in te gaan met je. Net zoals ik een week of 3 ervoor met Aaron had gedaan.
Ik had toestemming van de beheerster en op een zaterdag 2 juni was het zo ver. Samen met vriend lief zouden we gaan lopen. Een kilometer of 5 heen en terug. Langs het water, mensen, fietsers. We gingen van alles doen.
Ik deed je tuig om, controleerde of alles goed zat en daar gingen we. Met zijn drieën, zoals ik nog steeds droom om er later bij te lopen.
De 700 meter naar de weg ging aardig, er kwam iemand langs op de scooter die je niet mocht (een hele dominante man die je al eens hard handig had gecorrigeerd) en je hing in de riem. Goed dat tot daar aan toe, we gingen verder. Aan de riem was je Bambi, alles was interessant tot dat de eerste fietsers kwamen. Weer hing je in de riem. Je viel ze gewoon aan. Goed, jacht instinct, kan gebeuren, niet goed gesocialiseerd. Kinderen liepen langs, weer viel je ze aan.
Elke stap die we verder liepen werd slechter, je viel alles aan wat maar bewoog. Op het einde kon vriend lief me niet eens meer vast pakken want je stond er tussen. Ik heb hem vertelt dat hij maar beter een stukje verder van me vandaan kon lopen want ik vertrouwde je gewoon niet.
We hebben die 5 kilometer niet vol gemaakt. Na 2 zijn we omgekeerd en weer terug gegaan. Ik dorst niet verder met je. Je was niet te vertrouwen.
Terug op de opvang heb ik je in je kennel gezet. De observatie punten doorgenomen met de beheerster en de moeilijkste beslissing gemaakt die er gevoelsmatig voor mij te maken was.
Ik heb de knoop doorgehakt en mijn baas verteld dat ze je moest laten inslapen.
Ik ben er zelf niet bij geweest, ik was die week op vakantie. Mijn baas wilde je ook die week niet laten wachten. Ik was er niet en je was er geestelijk slecht aan toe. Het zou dier onvriendelijk zijn om je een week in je kennel te laten zitten.
8 Juni is het gebeurd. Ik liep in Brussel en kreeg een onwijs vaag gevoel in mijn buik, ik wist het. Ondanks dat we zo ver van elkaar vandaan waren. Mijn meisje was er niet meer.
Als ik er nu verstandelijk op terug kijk is het echt het beste geweest voor je maar emotioneel gezien…
![[img width=640 height=480]https://album.partyflock.nl/14006385.jpg[/img]](https://album.partyflock.nl/14006385.jpg)
15 maart 2006 - 8 juni 2007
Datum. Begin juni 2007
Lopen met mn meisje, ik had al het vertrouwen in je. We voelde elkaar aan omdat we op elkaar leken.
Ik weet nog goed dat je binnen kwam. Een iel hondje van nog geen 20 kg. Er was afstand van je gedaan, de mensen konden niet met je omgaan en zoals ik van Tim kan geloven gingen die mensen ook niet echt fijn met je om gingen, je hard in je kennel duwde en je zonder weinig pardon achter lieten.
Zoals ik vaker deed als ik in de ochtend vrij was geweest, liep ik een rondje richting quarantaine. Daar zag ik je zitten. Een Hollandse Herder, teef, net een jaar oud.
Tim had me gewaarschuwd dat je doodsbang was en een beetje hondenkenner weet dat je dan voorzichtig aan moet doen. Ik keek naar je en jij naar mij, het moment dat onze blikken elkaar kruiste was ik verkocht.
We hebben je een dag met rust gelaten, om je een beetje te laten bekomen van de schrik. Iets wat zeer zeker nodig was.
Tim is wat heldhaftiger als dat ik ben dus hij ging als eerste je kennel in en lokte je mee door speels met de riem te zwaaien. Dat vond je helemaal het einde en de eerste stap was gezet. Mochten er nog een paar mooie maanden volgen.
Het ijs was gebroken en langzaam aan begonnen we toenadering te zoeken, heel voorzichtig. Eerst vanuit je buitenhok kijken wat ik aan het doen was, toen dorst je het binnenhok in te lopen, zolang ik me maar niet bewoog ging het goed.
Op een dag waagde ik de stap (we waren ongeveer een week verder). Ik ging je kennel in. Jij stond buiten om het hoekje te kijken, ik stond met een schuin oog naar je te kijken. We hielden elkaar scherp in de gaten want stel je voor dat er iets zou gebeuren wat ons niet zinde.
Langzaam aan, stapje voor stapje kwam je dichter bij. Ik bleef staan, hield je in de gaten, maar liet je gewoon je gang gaan. Beetje snuffelen hier, beetje snuffelen daar. Het ging allemaal goed. Voor het eerst kon ik je echt aanraken, zonder tralies, zonder een andere afscheiding. Mijn hand gleed langs je slanke hals naar de zijkant van je buik. Het was zo vertrouwd. Rustig gingen we verder.
Elke dag als ik op het werk was ging ik jou ’s ochtends even gedag zeggen, dan een bakkie chocomelk drinken en dan de tunnel waar jij in zat schoonmaken. Soms vloekend omdat je altijd aan het poep poot verven was geweest. Je begon me te herkennen en begroette me vrolijk als ik ’s ochtends mijn hoofd weer om het hoekje stak. Elke dag als we samen waren was een feest. Jij was mijn grote favoriet en ik jou “baas”.
Als ik in de ochtend de kennels van jouw tunnel aan het schoonmaken was en jij stond buiten omdat je op het speelveld was samen met je maatjes Spikey (Mechelse Herder) en Aaron (Hollandse Herder) hoorde ik je blaffen, je had me weer gezien. Eindeloos volgde je mijn bewegingen, elke stap die ik zette. Ik voelde je ogen prikken in mijn rug.
Weken verstreken en we werden steeds closer. Als ik even tijd had kwam ik naar je toe, stapte je kennel in en ging op mijn plekje van jouw kennel zitten. Je kwam naast me liggen en dan hadden we even een moment voor ons zelf.
Toch viel me op dat je steeds meer eenkennig werd. Ik kon nog wel bij je komen maar als je iemand nog nooit had gezien vloog je tegen de tralies op en blafte je anders dan normaal. Eerst waren het alleen mannen (ik snap het wel, je was geslagen door een man). Later ook tegen vrouwen. Je ging met de dag achter uit.
Ik zei nog tegen Manon dat je kennel gek werd maar diep in mijn hart wist ik dat het niet zo was.
Onze dagen samen bleven machtig. De 700 meter vanaf het asiel tot de weg en weer terug liepen we elke dag in mijn lunchpauze en dat was feest. Wij twee samen tegen de wereld.
Ondanks dat je slechter werd tegenover vreemde hoopte ik stiekem dat er een baas zou komen voor je. Één die wist hoe je met een beschadigde hond om moest gaan, elke dag bleef ik hopen en energie in je steken. Je laten zien dat niet iedereen zo was.
Er is een dag geweest dat je door een ander persoon dan Tim of mij naar buiten werd gebracht. Die heb je gebeten. Niet hard maar toch, je hebt het gedaan. Ondanks dat ik er niet bij geweest ben weet ik zeker dat die man niks deed. Toch voelde het als een schok voor me. Ik wist dat je het kon en als je de kans zou krijgen je het zou doen. Natuurlijk hoopte ik het niet maar het is gebeurd.
Op een middag kwam een vrijwilliger om wat ik hoorde een labrador pup te halen die we hadden zitten. Ze was niet op de hoogte gebracht dat die was geplaatst (ze kwam in een impuls) en heeft jou toen meegenomen, zonder dat ik het wist.
Gezien de achtergrond van die dame wist ik ook dat je terug zou komen, het was niet de juiste baas.
Ik kon wel janken dat je weg was maar aan de andere kant, misschien zou het goed gaan en had mijn intuïtie ongelijk. De tijd zou het me leren.
Ik maakte met collega’s grapjes over binnen hoe veel dagen je terug zou zijn. Ik had 3 gezegd.
Met gebogen hoofd en in de war van de plotselinge scheiding van onze wegen ben ik naar huis gegaan en heb eerst een uur zitten janken.
De volgende dag, toen ik weer op de opvang was en mijn ochtend sigaret ging roken zag ik in mijn ooghoeken die gekke te grote oren van je. Je was er weer.
Nadat ik je natuurlijk helemaal happy had begroet ben ik verhaal gaan halen, wat was er gebeurt, dat wilde ik weten.
Je had een ander hondje gebeten en bleek niet goed in dat huis te passen.
Onze dagen samen verstreken weer zoals dat het was, de 700 meter, de stiekeme kennel bezoekjes. We waren weer samen.
Toch wilde ik eens weten hoe het was om van die 700 meter af te gaan en echt het dorp in te gaan met je. Net zoals ik een week of 3 ervoor met Aaron had gedaan.
Ik had toestemming van de beheerster en op een zaterdag 2 juni was het zo ver. Samen met vriend lief zouden we gaan lopen. Een kilometer of 5 heen en terug. Langs het water, mensen, fietsers. We gingen van alles doen.
Ik deed je tuig om, controleerde of alles goed zat en daar gingen we. Met zijn drieën, zoals ik nog steeds droom om er later bij te lopen.
De 700 meter naar de weg ging aardig, er kwam iemand langs op de scooter die je niet mocht (een hele dominante man die je al eens hard handig had gecorrigeerd) en je hing in de riem. Goed dat tot daar aan toe, we gingen verder. Aan de riem was je Bambi, alles was interessant tot dat de eerste fietsers kwamen. Weer hing je in de riem. Je viel ze gewoon aan. Goed, jacht instinct, kan gebeuren, niet goed gesocialiseerd. Kinderen liepen langs, weer viel je ze aan.
Elke stap die we verder liepen werd slechter, je viel alles aan wat maar bewoog. Op het einde kon vriend lief me niet eens meer vast pakken want je stond er tussen. Ik heb hem vertelt dat hij maar beter een stukje verder van me vandaan kon lopen want ik vertrouwde je gewoon niet.
We hebben die 5 kilometer niet vol gemaakt. Na 2 zijn we omgekeerd en weer terug gegaan. Ik dorst niet verder met je. Je was niet te vertrouwen.
Terug op de opvang heb ik je in je kennel gezet. De observatie punten doorgenomen met de beheerster en de moeilijkste beslissing gemaakt die er gevoelsmatig voor mij te maken was.
Ik heb de knoop doorgehakt en mijn baas verteld dat ze je moest laten inslapen.
Ik ben er zelf niet bij geweest, ik was die week op vakantie. Mijn baas wilde je ook die week niet laten wachten. Ik was er niet en je was er geestelijk slecht aan toe. Het zou dier onvriendelijk zijn om je een week in je kennel te laten zitten.
8 Juni is het gebeurd. Ik liep in Brussel en kreeg een onwijs vaag gevoel in mijn buik, ik wist het. Ondanks dat we zo ver van elkaar vandaan waren. Mijn meisje was er niet meer.
Als ik er nu verstandelijk op terug kijk is het echt het beste geweest voor je maar emotioneel gezien…
![[img width=640 height=480]https://album.partyflock.nl/14006385.jpg[/img]](https://album.partyflock.nl/14006385.jpg)
15 maart 2006 - 8 juni 2007
[/hidden]












