
DE KRACHT VAN KEUZE
Hoe jonge professionals hun leiderschap kunnen ontwikkelen
Marita Coppes
Creatief therapeute en oprichtster van Young Leadership en Sara & Co
Dit is de ware vreugde in het leven: te worden ingezet voor een doel dat we als groots beschouwen, een natuurkracht te zijn in plaats van een koortsachtige egoïstische bundel kwalen en grieven die klaagt dat de wereld zich niet inspant om het ons naar de zin te maken. Deze woorden zijn van de schrijver George Bernard Shaw en maken inzichtelijk hoe essentieel volwassen worden is.
Jong geleerd, jong gedaan, is van groot belang in deze tijd waarin volwassen leiders hard nodig zijn. De reactie op de terroristische aanslag die 11 september 2001 van de Amerikaanse president Bush luidde echter: 'Wie niet met ons is, is tegen ons'. Hebben we hier te maken met een volwassen leider? Of is hij de exponent van een maatschappij, waarin kinderlijkheid of onvolwassenheid de boventoon voert? Wat betekent het eigenlijk, volwassen zijn? Waarom hebben we het er zo moeilijk mee om het te worden? En wat kunnen we er aan doen? Vragen waar dit artikel een antwoord op probeert te geven.
Zelf uitzoeken
In veel oude en niet-westerse culturen bestonden en bestaan er rituelen, waarin jonge vrouwen en jonge mannen door hun gemeenschap geholpen worden op een bewuste manier de overgang te ervaren van het kind-zijn naar volwassenheid. Zo vindt er in verschillende Zuid-Amerikaanse landen een groot feest plaats, wanneer een meisje voor het eerst ongesteld is. Hiermee wordt haar nieuw verworven vrouw-zijn gevierd. In veel Afrikaanse en Indiaanse inwijdingsriten halen de mannen van de stam jonge jongens weg bij hun moeders. De jongens worden op hun moed beproefd en daarna in de kring van mannen opgenomen.
In onze huidige westerse samenleving bestaan er niet meer gemarkeerde overgangsfasen naar volwassenheid. En in de vormen die er zijn - ontgroening bij studenten en in het leger - is de diepere waarde, die van wezenlijk opgenomen worden in een nieuw verbond, verloren gegaan. Of, zoals Robert Moore en Douglas Gillette, twee Amerikaanse psychologen, het verwoorden: 'Door rituelen en inwijdingen uit onze cultuur te verwijderen, zijn we de mogelijkheden kwijtgeraakt waarmee zowel mannen als vrouwen hun identiteit kunnen vinden op een diepe en levensbekrachtigende manier.' In onze samenleving lijken de diploma's die we behalen de deuren te openen naar volwassenheid. Maar als het aankomt op persoonlijke ontwikkeling en het opdoen van emotionele en sociale vaardigheden, dan moet je het als jongere vaak zelf uitzoeken, met als gevolg dat niemand echt lijkt te weten hoe tot een volwassen persoon uit te groeien.
Keuze is onze grootste kracht
Wat is nu de oorzaak van de westerse neiging tot onvolwassenheid? In Leaving My Father's House zegt Marion Woodman hierover dat het losmakingsproces (van onze ouders) draait om het besef dat wij niet van onze ouders zijn en zij niet van ons. De ontwikkeling van je zelf als individu begint bij het pijnlijke besef dat je niet voor eeuwig aanspraak kunt maken op hun rol als beschermer. Je staat er alleen voor en hebt ook alleen te leren omgaan met de erfenis die je hebt mee gekregen. Woodman noemt dit het besef van wees zijn. Omdat we de pijn van het afgesneden zijn niet willen voelen, blijven we het liefst zo lang mogelijk verbonden met onze ouders. Wat deze verbondenheid in stand houdt, is onze neiging om onze ouders de schuld te (blijven) geven van al onze tekorten en de neiging om de duistere kanten van onze moeders en vaders te beschouwen als obstakels tot groei.
Volwassen worden begint met de keuze om volwassen te worden. Het betekent niet dat je ophoudt kind te zijn, maar dat je verantwoordelijk- heid neemt over kinderlijke delen in jezelf. Dat gaat niet vanzelf. Er is een besluit nodig om die verantwoordelijkheid te willen dragen, om naar jezelf te willen kijken en van jezelf te willen leren. 'Keuze is onze grootste kracht', zo stelt Carolyn Myss in haar boek Sacred Contracts. De kracht van keuze is groter dan de kracht van liefde, omdat je eerst de keuze moet maken een liefdevol persoon te worden en het daarna pas kunt zijn. Volwassen worden betekent de keuze maken om te groeien. En groeien is niets anders dan jezelf toestaan te leren van jezelf.
Marinus Knoope, schrijver van De Creatiespiraal, verwoordde dit prachtig in een interview in de Ode: 'De meeste mensen willen van hun emoties af. Maar je moet er juist aan. Wie schuldgevoel kan dragen, kan verantwoordelijkheid dragen. Verantwoordelijke mensen moeten zich schuldig kunnen voelen zonder te jammeren ik voel me zo schuldig. Het toelaten van het gevoel dat je in de steek wordt gelaten, maakt je zelfstandig. De adelaar gooit zijn jongen uit het nest. Maar als het ons overkomt, gaan we naar het Riagg. Toch kun je pas zelfstandig zijn als je in de steek gelaten kunt worden'.
We zien hoe een heel volk uit zijn nest is gegooid tijdens de aanslag van 11 september. Tot de aanslag waren de Amerikanen ervan overtuigd dat zij veilig waren in het almachtige Amerika. De aanslag verstoorde ruw hun (Amerikaanse) droom. President Bush zegt toe het kwaad te bestrijden en belooft hiermee de situatie weer terug te brengen zoals zij was. Mensen willen hem graag geloven, omdat ze door anderen verlost willen worden van het kwaad. Ze wensen onschuldig te blijven, verzorgd te worden en beschermd te worden. Maar zolang anderen - ouders, machthebbers, en het kwaad' - verantwoordelijk blijven voor (innerlijke) beperking en tekort, ben je niet zelf in staat verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen groei. Je blijft onvolwassen.
Volwassen worden
Het besluit om volwassen te worden begint er dus mee naar jezelf en je eigen leven te kijken Maar hoe leer je inzicht te krijgen in je eigen groei- en ontwikkelingsproces? We kunnen drie manieren of verklaringsniveaus onderscheiden om naar jezelf en je eigen leven te kijken: het letterlijke niveau, het psychologische niveau en het mythologische of symbolische niveau:
1) Het letterlijke niveau interpreteert ervaringen aan de hand van wat er aan de oppervlakte te zien is. Alleen zichtbare feiten bestaan en op basis van die feiten worden conclusies getrokken. Deze verklaring op het niveau van gebeurtenissen, wie doet wat tegen wie, leidt tot een reactieve houding. Toen het World Trade Center was aangevallen, beloofde president Bush de Amerikanen, op basis van de feiten dat twee vliegtuigen het WTC hadden doen instorten, dat deze daad gewroken zou worden en de op dat moment nog onbekende daders gestraft.
2) Op het psychologische niveau worden ervaringen geïnterpreteerd aan de hand van 'het waarom'. Op welke manier zijn gebeurtenissen met elkaar verbonden, wat zijn oorzaken en wat gevolgen? Op het psychologische niveau zit ook de identificatie met personen in de omgeving die verantwoordelijk zijn voor problemen: de afwezige vader, de dwingende moeder. In het geval van de aanslag op het WTC wordt Bin Laden geïdentificeerd met het kwaad. Hij is de veroorzaker van de wond die Amerika is toegebracht en moet daarom worden gestraft. Als hij is gedood en en alles wat met hem verband houdt, zoals het fundamentalisme en het terrorisme, is uitgeroeid, dan is het kwaad uitgeroeid. Tegelijkertijd verpersoonlijkt Bush voor Bin Laden en zijn aanhangers het westerse kwaad dat met alle middelen moet worden bestreden. Deze manier van kijken heeft enorme gevolgen, omdat George W. Bush en Osama Bin Laden elkaar te vuur en te zwaard blijven bestrijden, zonder verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen reactie op andermans gedrag.
Mythologie als ontwikkelingsweg
3) Het mythologische niveau interpreteert gebeurtenissen en ervaringen aan de hand van archetypen. Archetypen zijn in feite motieven of energiepatronen die overal, in verhalen, in dromen en fantasieën van mensen, in de hele wereld steeds opnieuw opduiken. Deze onderliggende energiepatronen kunnen in het collectief bewustzijn van de wereld aan de oppervlakte komen en daarmee een signalerende functie hebben. Het archetypische gevecht tussen goed en kwaad is herkenbaar omdat iedereen ermee worstelt. En ook hier gaat het om het maken van een keuze: je kunt Bin Laden bevechten, maar je kunt je ook afvragen wat hij de westerse wereld heeft te melden. Wat heeft hij ons te zeggen met alles wat hij vertegenwoordigt én wat doet dat met ons? In veel sprookjes, mythen en verhalen onthullen de kwade tegenstanders belangrijke informatie aan de held en dagen zij de held uit om te groeien en volwassen te worden. De beperking en tegenstand die het kwaad opwerpt, maakt dat de held inventief wordt, bondgenoten sluit en naar zijn intuïtie en hart leert luisteren.
In het mythologische perspectief vertegenwoordigt Bin Laden het archetype van de Vernietiger. De Vernietiger sloopt bestaande systemen en structuren zodat er nieuwe dingen kunnen worden worden geboren. In die zin wordt slopen tot ruimte scheppen. In de woorden van Caroline Myss: 'De impuls om te vernietigen en weer op te bouwen is archetypisch; we zitten vast aan die cyclus en daarin ligt het leerproces'. Dit laatste punt is van cruciaal belang, en wordt in Amerika weerspiegeld in de discussie over wat er met Ground Zero moet gebeuren. Wordt datgene wat er was letterlijk weer teruggebracht alsof er nooit iets gebeurd is? Of komt er op de plek van de torens een symbool voor het (leer)proces dat het Amerikaanse volk door het verliezen van hun onschuld heeft doorgemaakt?
De winst van het mythologisch begrippenkader is dat het je de mogelijkheid geeft om op een ander niveau naar gebeurtenissen en relaties in je leven te kijken en op basis daarvan keuzes te maken. Je kunt (negatieve) ervaringen als willekeurig en tegenspoed zien, of als zegeningen die een deel zijn van een (groter) plan waarin je jouw eigen keuzes hebt te maken. Wanneer je in staat bent de archetypische energiepatronen in je eigen leven te identificeren, dan kun je een bredere kijk ontwikkelen op de zin en het doel van je ervaringen en relaties.
Not to have your own vision, is to live somebody else's
In ons huidige onderwijssysteem wordt dit mythologische groeiproces veelal ondergeschikt gemaakt aan het aanleren van vaardigheden en het tot je nemen van kennis. Robert Greenleaf, de grondlegger van het concept Servant Leadership, zegt hierover het volgende: 'Doordat veel jonge mensen tegenwoordig extreem lang naar school gaan, is het voor hen niet mogelijk om normaal in de samenleving te participeren als ze daar klaar voor zijn. En gezien het overwegend abstracte en analytische karakter van het onderwijs is het niet verwonderlijk dat mensen gepreoccupeerd zijn met kritiek en dat niet veel gedachten worden gewijd aan de vraag 'wat kan IK doen?'. Het gevaar is dat we de analyticus te veel horen en de kunstenaar te weinig.' Met de vraag wat kan IK doen?' zijn we terug bij het belang van de keuze. Volwassen worden begint met de keuze om verantwoordelijkheid te nemen voor je zelf. Leiderschap is het maken van de keuze je eigen leiderschap op je te nemen.
Op dit moment kampen veel bedrijven met het probleem hoe ze jonge mensen kunnen behouden. Het levenslang dienen van een bedrijf is er niet meer bij. Jonge mensen zijn ongedurig, gaan weg zodra het moeilijk wordt en dat kan ook, omdat er meer dan genoeg mogelijkheden zijn. De generatie voor hen had niet veel keus, omdat de kerk, het ouderlijk huis, de werkloosheid en de zwaar wegende normen en waarden in zekere zin de weg bepaalden. Deze generatie bestond uit vechters, die door een gebrek aan keuzes, keuzes hebben moeten maken en deze keuzes moesten bevechten.
In tegenstelling tot hun ouders komen de jonge mensen van nu om in de hoeveelheid aan keuzes. Je kunt kiezen wat je wilt geloven, kiezen hoe je persoonlijke leven eruit ziet en professioneel kun je ook alle kanten uit.
Het maken van keuzes en het belang daarvan, is voor de huidige generatie jongeren dé uitdaging. Want het kunnen maken van keuzes heeft alles te maken met het vrijwillig aanvaarden van beperkingen. Volwassen worden is de ontwikkelingsweg van onvrijwillige beperking naar vrijwillige beperking. Onvrijwillige beperking wordt door anderen opgelegd en vrijwillige beperking komt van binnenuit, en houdt rekening met de vraag wie ben ik, en wat heb ik te doen?'Als je weet wie je bent en wat je te doen hebt, weet je ook wie je niet bent en wat je moet laten. De vraag wat heb ik te doen? is niet te beantwoorden op basis van oppervlakkige gebeurtenissen en feiten, noch op basis van wat je hebt meegekregen van huis uit. Zolang je je leven bekijkt vanuit het letterlijke en psychologische niveau, blijf je reactief in je keuzes. De dingen die in je leven gebeuren, vormen de input voor je keuzes, niet de vragen Wie ben ik? en Wat heb ik te doen?'
Deze vragen naar je persoonlijke missie worden gesteld en beantwoord op het mythologisch niveau. Caroline Myss stelt dat we onze missie niet kunnen formuleren aan de hand van ons uiterlijk leven, omdat ons (levens)doel niet bestaat uit een carrière, een hobby of een romantische relatie. Je missie combineert je persoonlijke, spirituele en professionele kracht. De manier om deze krachten aan te spreken is te besluiten om je perspectief te verbreden, om verder te gaan dan je kunt zien en om de symbolische betekenissen van je ervaringen toe te laten. De missie en visie vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van jonge mensen. In deze tijd kunnen professionele ontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling niet meer los van elkaar worden gezien. Persoonlijke ontwikkeling is immers de motor voor professionele ontwikkeling. Het helder formuleren van een missie en visie betekent voor jonge mensen dat zij zowel privé als in hun werk keuzes gaan maken op basis van wie ze zelf zijn met als resultaat dat ze hun potentieel effectief kunnen inzetten. Het formuleren van een eigen missie en visie vormt de basis, want, zo stelt Laurie Beth Jones in haar boek The Path: 'not to have your own vision, is to live somebody else's'.
Geraadpleegde literatuur
Robert Bly & Marion Woodman, The Maiden King, Henry Hold & Co, 1998.
Robert Greenleaf, Servant Leadership.
Larry Spears, Insights on Leadership, John Wiley 1998.
Laurie Beth Jones, The Path. Hyperion, 1996.
Marinus Knoope, in Ode, juli/augustus 2001.
Robert Moore & Douglas Gillette, King, Warrior, Magician, Lover. Harper Collins, 1990.
Caroline Myss, Sacred Contracts. Harmony Books, 2001.
Peter Senge, Het nieuwe werk van de leider. Academic Service, 1995.
Marion Woodman et al, Leaving my Father's House. Shambala, 1992.