DJ & Producer - Meubelmakert, Petomaan, Rotjong, Full-Time Jan Smit hater, ere lid van de AZB ( de Anti Zuurkool Brigade ), Ninja, Power Ranger, Kapsalon verslinder, Stalker, Draken besturdert
hey gast, kijk is ff rond als je wilt ( of niet )
je ken een berichtje sturen of wat dan ook
Het lullen van een Rotterdammert
Er zijn geen unieke kenmerken die het Rotterdams uniek onderscheiden van andere Hollandse dialecten; het is de mengeling van kenmerken die een spreker uiteindelijk tot typisch Rotterdams maken. Als typisch Rotterdamse woorden worden bijvoorbeeld regelmatig kroten (voor bieten), "koeietiet" voor uierboord, "z'n eigen" (ze aaige) voor zichzelf en tinteldoosje (voor het telefoonbotje) genoemd, maar deze woorden zijn ook elders in het Zuid-Hollands bekend. Opmerkelijk is wel dat er tussen Rotterdam-boven-de-rivier en Rotterdam-Zuid ook verschillen zijn. Zo spreekt men "op zuid" van een jut en boven de rivier van een juut, in beide gevallen wordt een politieagent bedoeld.
Fonologisch kunnen we de volgende kenmerken noemen. De oo en ee worden nadrukkelijk tot vallende tweeklanken oou en eej, de korte a verdonkert richting een oh-achtige klank. Een ei wordt gewoonlijk een aai. Zowel het verkleinwoord als het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud hebben [ie] in plaats van je: plankie (=plankje), hebbie (= heb je), loop ie (=loop je). Alleen na een klinker vinden we deze verandering niet: ga je (en niet ga-ie). De eind-r wordt niet gerold, de begin-r wordt gebrouwd (zie ook uitspraak van de r). Vaak wordt de "r" aan het eind van een woord niet gesproken.
Morfologisch vinden we in sommige variëteiten van het Rotterdams: werkwoordsvormen als ik hebt en ik doet komen veel voor. In andere variëteiten vinden we juist vormen als hij heb en hij doe (da nie). De -t voor de eerste persoon enkelvoud is wellicht een voorbeeld van hypercorrectie. Het feit dat dit kenmerk als typisch Rotterdams geldt is mogelijk een indirecte invloed van de standaardtaal: omdat het Rotterdamse hij heb als "fout" gold, deed men volgens deze theorie zijn best zo correct mogelijk te spreken en maakte dan ook ik heb tot ik hebt. Andere voorbeelden zijn "kennen" in plaats van "kunnen" en "wou" in plaats van "wilde".
Een syntactisch kenmerk is dat het persoonlijk voornaamwoord zich soms in het werkwoord wringt: loop-tie-de in plaats van loopte die. Vooral jongere sprekers van het Rotterdams zijn overigens niet meer bekend met dit fenomeen.
De meest kenmerkende eigenschap, en tegelijkertijd waarschijnlijk de slechtst onderzochte, is ongetwijfeld de zinsmelodie of intonatie.
Mixezzz
TRACKZZZZ
Ben weer bezig met wat nieuwe tracks, je ziet het voor de rest zelf wel
NEW -----> Apollo 440 Feat. DJ Exomni - Ain't Talking About A Criminal <-----NEW