Betrokken.
Vertrokken.
Ben ik even.
Aan het mokken.
Over morgen.
En de dag erna.
Op zoek naar woorden.
Tracht ik te beloven.
Dat ik niet meer verder kan.
Het leven heeft zich omgedraaid.
De tekens aan de wand.
Het water lijkt weer stil.
De storm woedt lanzaam voort.
Waarom ik weet is slechts vergeten.
Ik ben niet wijs.
Slechts het ijs.
Dat breekt.
Wanneer ik tracht te vissen.
Of het wel mag.
Ben ik even vrij.
Op een dag.
Gewoon.
Omdat het mogelijk is.
Waar zijn wij gebleven.
Hoe heeft het zover kunnen komen.
Alls is me ontnomen.
Het is niet eens instinct.
Dat over is gebleven.
Geschreven in het heden.
Vecht ik tegen mijn verleden.
De trauma's zitten te diep.
Maar ik weet dat ik ben ziek.
Waardoor ik niet kan spreken.
Over het meest vreselijke.
Uit het verleden.
Zonder geschillen in het donker ben ik donkerder dan donker.
Laat ik alles verdwijnen en verschijnen in het donker.
Donkerder dan de donkerste dondersteen ga ik heen.
En op mijn trip neem ik jullie allen mee.
Naar de diepse spelonken van het diepste dal.
Zal ik vreten tot jij er van lusten zal.
Psychiatric,
Psychotic,
Psychopatic,
Pephatic,
Little man,
Darkness will,
Strike on them,
On Hell,
On well,
And always,
Untill the end.
De maan die lijkt te versmelten.
Met de aarde op den duur.
Wanneer iedereen staat te smachten.
Is het leven niet meer duur.
Zure appels in de regen.
Mensen in de maatschappij.
Telkens lijkt het weer verzwegen.
Het lot, de toekomst, de hoop van allerlij.
Zonder water is het vuur gedoofd.
Mensen vragen zich samen af.
Is de appel rot of zijn we nu.
Aan het werken aan ons eigen graf.
Als alles samen is gekomen.
En ik nog het meest.
Alleen dan durft men te dromen.
Van een welkom afscheidsfeest.
Versleten kleren die ik was.
Het lijkt zo zinloos.
En toch heelt het de kleuren.
De scheuren zullen niet meer herstellen.
Slechts de kleuren tellen helpt mij.
De kleuren vervagen op den duur.
En op den duur zijn de scheuren zo diep.
Dat ik alleen nog maar nieuwe kleren wil hebben.
Manisch:
Wanneer een mens manisch is.
Ik zie het elke keer.
Alsof de straten samen komen.
Allemaal in een hogere sfeer.
Euforie op den top.
Van de berg bovenop.
De ramen zemen is niet aan mij besteed.
Ik streef mijn spiritualiteit voorbij.
En eet van de zevende hemel.
Vliegend beleef ik het moment.
Dat alles mij komt toe gesneld.
Vliegend beleef ik alle dromen.
Die nooit meer zullen komen.
Voordat ik het opnieuw beleef.
Beef ik en streef ik en leef ik.
Opnieuw begin ik, en opnieuw zal ik zingen.
Totdat alles een is met mij.
Zal ik hem de rug toekeren.
Mijn mijn is mijn domein.
Ik ga als een trein en ik ben nogal blij.
Alleen weet ik niet precies wat ik bedoel.
Gelukkig ben ik nog altijd te vrede.
Vrede op aarde is een slecht gegeven.
De strijd die voortkomt uit een moord.
Zorgt voor een streven naar een ander oord.
Vluchtwegen.
Intuitie.
Brengt mij in een positie.
Van inspiratie en creativiteit.
Intuitie.
Is geen positieve energie.
Die vanzelf in mij blijft.
Intuitie.
Inspiratie.
Creativiteit.
Sleutelwoorden die leiden tot lijden.
En een lijdensweg die niet te vermijden is.
Wanneer de weg een snelweg lijkt.
Ben ik snel weg geweest en beslist.
Niet langer een dinosaurus met wiet.
Enkel en alleen het verdriet is er niet.
Wanneer ik bouw op palen in het water is er niets.
En minder dan dat is er simpelweg niet.
Mijn gedichten gaan (n)ergens over.
En ben je het daar niet mee eens dan is dat triest.
Enkel en alleen de winnaar verliest.
Van de liefdevolle looser die een hoofd heeft als een vergiet.
Zonder dat stil ik alle tijd.
Met het doden van mijzelf op den duur vermijd.
Ik het tijdelijke strijden met meiden en vermijden.
Van noodzakelijk kwaad, de daad die is onvergeefelijk.
Onstreefbaar, onontneembaar en onontkombaar.
Komkommertijd geen gemaar.
Het gebaar is tijdelijk slecht.
En mijn gedichten zijn.
Hopelijk nog steeds echt.
Ik eet mijn walnoot, zelf gepeld.
Ik pel mijn vruchten, zonder vrees voor mezelf.
Ik eet mijn walnoot, hij smaakt naar meer.
Ik neem genoegen met minder, want teveel is snel geleerd.
Ik luister muziek en teken met bloed.
Ik illustreer rode buffels op een muur van zwart roet.
Blij met de dingen die maken deze dag, al is het maar kleinzerig als een pasgeboren lach.
Ik schaam me dood, soms, meestal maak ik lol, al is zwart een kleur die dieper gaat dan een gemiddeld konijnenhol.
Eureka gevoelens sluit ik uit, liever blijf ik scherp en alert op momenten dat de illusie der waanzin erin sluipt.
Helemaal af ben ik nog niet, al weet ik niet precies wat ik daarmee bedoel.
Misschien is het een soortgelijke illusie die ik nu even niet voel, als het konijnenhol.
Paradoxaal, tegenstrijdig, woorden die bekend aanvoelen en klinken.
Hoelang zal deze prachtig aangelegde tuin nog stinken?
Ik zoek het hem zich niet in de briljantie van de text.
Spacy, betekenisloos recht waar ik voor vecht.
Belangeloos vol vreugde en geluk, schrijf het met letters op je buik en breng jezelf van stuk.
Keer op keer want dat doe je graag; flirten met de duivel als de stenen duwen in je maag.