Partyflock
 
Profiel · 2791
­ Nederland
Profielafbeelding · Jogan
Mn pa en ik
donateur
Deze gebruiker is al geruime tijd niet meer langsgeweest en staat derhalve op non-actief.
NaamJochem
WoonplaatsUtrecht (Utrecht)
LandNederland
BeroepAvonturier /­ Student
Geboortedatum
Leeftijd40
Geslachtman
Geaardheidhetero
Relatieja
Favoriete genresclub, electro, house, lounge, minimal, progressive trance, reggaeton, tech house, techno
Lid sinds2 mei 2002 21:39
Statusinactief
Laatst hier22 maart 2013 15:58
Laatste aanpassingzondag 9 september 2007 om 14:06
'Futurist musicians must continually enlarge and enrich the field of sounds. This corresponds to a need in our sensibility. We note, in fact, in the composers of genius, a tendency towards the most complicated dissonances. As these move further and further away from pure sound, they almost achieve noise-sound. This need and this tendency cannot be satisfied except by the adding and the substitution of noises for sounds.' [Russolo, 1913]

‘Dance music, as I define it, is rhythm-machine music. The machines augment bodily thought. They allow the drummer to become a superhuman percussionist. They allow you to play lots of different tones and lots of different rhytms that you wouldn’t be able to play normally. It’s about opening out a new kind of physical interface' [Kodwo Eshun in Modulations, 2000].

Alles wat er nu nog zou kunnen gebeuren, zou hij moeten aangrijpen met deze hartstocht, of het leven een enorme vrouw was, van wie zelfs de zweetlucht in werkelijk viriele mannen niet anders dan een onoverwinnelijke extase ontketende. Niet één enkele maal, maar altijd opnieuw, zonder te rusten. Nooit meer slapen. [W.F Hermans][/i][/center]

Bezie de kudde die aan je voorbijgaat: zij weet niet van gisteren, wat vandaag is, ze dartelt rond, vreet, rust, verteert, dartelt verder, en zo van de ochtend tot de avond, dag aan dag, in haar lust en onlust kort aangelijnd aan de pin van het ogenblik en daardoor niet zwaarmoedig en niet verveeld.
Deze aanblik treft de mens pijnlijk, omdat hij hoog opgeeft van zijn mens-zijn en toch het dier om zijn geluk benijdt - want dat wil hij eigenlijk, net als het dier niet verveeld en zonder zorgen leven. Maar zijn willen is vruchteloos, omdat het niet als een dier wil leven.
De mens vraagt het dier: waarom vertel je me niet over je geluk en staar je me slechts aan? Het dier wil ook wel antwoorden: dat komt omdat ik alles meteen vergeet wat ik wil zeggen - maar dan vergeet het dit antwoord ook en zwijgt, zodat de mens zich erover verwondert. [Nietzsche]