A Accepteert je zoals je bent.
B Beschaamd nooit je vertrouwen.
C Camoufleert je fouten.
D Dolt met je.
E Ergert zich niet aan je gedrag.
F Feest met je mee.
G Geeft je zijn schouder.
H Houd onvoorwaardelijk van je.
I Is er altijd voor jou.
J Jankt met je mee.
K Kan alles van je verdragen.
L Laat je nooit in de kou staan.
M Moet je koesteren.
N Naait je niet.
O Overlegd met je.
P Put ook energie uit jou.
Q Qua alles.
R Raapt je op als je weer eens bent gevallen.
S Schreeuwt tegen je als het nodig is.
T Twijfelt ook nooit aan jou.
U Uit zich bij jou.
V Vraagt.......Biertje??
W Wijst je op een buitenkansje.
X Xylifresh 100, als je uit je mond stinkt.
Y Yogaat zelfs met je.
Z Zwijgt op het juiste moment.
[albumelement=82483509]
{element is niet toegankelijk}
