Partyflock
 
­ Nederland

Supermarktdrama

door , gepubliceerd op
Supermarktdrama
1 december 2007
Hoog op getrokken joggingbroeken die tot in hun naad vast zit. Twee paar foeilelijke berenstampers (lees: uggs), waarvan je je afvraagt of het geen dood konijn is. Een gezicht dat op verwarring en irritatie duidt. Diepe zucht; het is weer zo ver. Winkeltijd voor de Gooise vrouwen.

Populaire ringtones gillend in veel te grote tassen. Heftig bellend met de moeder over hoe het er op het hockeyveld wel niet aan toe ging. De scheids was zó partijdig; dat niemand daar niets van zei? Nou, ze zou daar dan wel even een brief over schrijven naar de commissie. Alsof die commissie daar wat aan zou doen. De wedstrijd is geweest, get a grip and get over it. Had ze al gehoord dat de overbuurman vreemd is gegaan met de zuster van zijn vrouw. Of dat de aupair van een goeie vriendin geld had gestolen en nu op de eerste beste trein naar Verweggiestan zat. Maar het ergste was dan wel de zwangerschap van een klasgenootje van haar oudste zoon. Als Jan-Willem daar maar niks mee te maken had. Om er niet aan te moeten denken dat kind nog eens over de vloer te krijgen. Zwanger zijn zonder getrouwd te zijn is en blijft een taboe, ook in de rijke lui’s wereld. Luidkeels worden de meest genante dingen besproken, maar het moet gehoord worden.

Alsof het geld serieus op hun rug groeit, zo worden de karren gevuld. Schreeuwende kinderen die de kar uit willen, dan weer in, dan weer uit. Zodat ze daarna kunnen worden afgeblaft door hun moeder. Respect hoe die kinderen hun ouders uit de tent kunnen lokken. Net zo lang doorgaan tot andere klanten zich kapot ergeren. Nog net niet zelf willen uithalen of de ouders er zelfs op willen aanspreken. Al heb ik soms wel moeite om me in te houden. De opvoeding is niet meer zoals het geweest is. Maar ik als voorbeeldkind? Helaas niet iedereen is zo gezegend.

Uiteindelijk komen we dan uit bij de kassa, wat waarschijnlijk niet de laatste alinea zal zijn van dit verhaal. ELLENLANGE RIJEN!! De schrik van elke boodschapdoener – heerlijk zo dubbelzinnig - of winkelaar? Klant? Consument om het netjes te houden. Er staat toch duidelijk ‘drie in de rij, kassa erbij’. Overtuigd van het feit dat ze op hun wenken bediend worden en dat de winkel hier wel aan kan voldoen, wordt er geroepen(lees: gevraagd/geklaagd/gezeikt) om een kassa erbij. Mocht dat nou net niet zo zijn, want er is personeelstekort (zo wordt dat dan netjes gezegd). Met andere woorden: ‘U wacht maar, we doen keihard ons best. We zwoegen hier ons het apenzuur en jullie maar klagen.’ Mijn schouders zakken ineen, het wachten deert niet zo. Maar ik word bijna depressief van de uit de boom gevallen mensen. Vergeet ik zelf bijna sigaretten te halen in alle drama. Staat er toch een rij van hier tot Tokio, terwijl ik meende daar nou net vanaf te zijn. Alles wat fout is gegaan bij de caissières aan de kassa’s wordt nog even ingewreven bij de ‘informatiebalie’. “Ik ben nu de laatste drie keer achtereen terug moeten komen, omdat de caissière het verkeerd heeft gedaanâ€, wordt er op een rottoon geblaft. “Het spijt ons mevrouw. Maar goed, we werken ook met mensen en fouten maken is menselijk†Onbegrip en egoïsme, das het enige wat er uit de klant komt. Zolang ze zelf niet met de shit zitten is alles best. Eindelijk ben ik aan de beurt voor mijn geliefde sigaretten. “Mevrouw!! Ik wil de bedrijfsleider spreken!!†Galmt er dwars door mijn vraag heen. “Verdomme mensch! Hou toch je koker! Op dit moment ben ik aan de beurt en net als de rest wacht je op je beurt. Verwend viswijf dat je bent†laat ik onbehouwen uit mijn mond storten. Een grijns verschijnt op het gezicht van de balie caissière.
Het is stil. Doodstil. Zo stil dat je bijna een zakje chips kan horen kraken aan de andere kant van de winkel. Ik vervolg mijn vraag en krijg wat ik wil. Reken rustig af en stop irritant langzaam mijn pinpas weg. Ik voel de woede van de beledigde vrouw branden, maar dat doet me weinig. Voldaan loop ik weg, hoor nog wat woorden vallen over de jeugd van tegenwoordig. Maar die grijns... ja die grijns maakte mijn hele dag weer goed.

331 opmerkingen

Eindelijk ben ik aan de beurt voor mijn geliefde sigaretten. “Mevrouw!! Ik wil de bedrijfsleider spreken!!” Galmt er dwars door mijn vraag heen. “Verdomme mensch! Hou toch je koker! Op dit moment ben ik aan de beurt en net als de rest wacht je op je beurt. Verwend viswijf dat je bent” laat ik onbehouwen uit mijn mond storten. Een grijns verschijnt op het gezicht van de balie caissière.
Het is stil. Doodstil. Zo stil dat je bijna een zakje chips kan horen kraken aan de andere kant van de winkel. Ik vervolg mijn vraag en krijg wat ik wil. Reken rustig af en stop irritant langzaam mijn pinpas weg. Ik voel de woede van de beledigde vrouw branden, maar dat doet me weinig. Voldaan loop ik weg, hoor nog wat woorden vallen over de jeugd van tegenwoordig. Maar die grijns... ja die grijns maakte mijn hele dag weer goed.

Whahahahahahahahhahahahahahahahaaaa :roflol:

GEWELDIG !!!!!!!!!

Jah echt heb zelf ook al es zoiets gehad :yes:

Alleen kreeg ik (helaas) zelf een kop als een boeier :$ :$

En dat haalde net ff de voldoening een beetje weg :/

Maar ik vind em meesterlijk :cheer:
mooie column,
werk zelf in een supermarkt en weet precies wat je met dit verhaal bedoeld, kan het zo voor me zien:D
minpunt is dat je als kassiere weinig tot niets mag zeggen, want ja, klant is koning! heerlijk zijn dan de klanten die wel hun mond opentrekken, maakt je dag goed (H)