De kinderen van de Vliegenvanger
Aflevering 1: De club
Zomaar ergens in Nederland ligt het kleine dorpje Kwakernaak. Er wonen iets minder dan drieduizend mensen. Er zijn twee kerken, twee supermarkten, twee scholen, twee buurthuizen, twee speeltuinen, twee grote parken, twee kinderboerderijen, twee tennisbanen, twee voetbalvelden en een sporthal. Het dorp is verdeeld in twee wijken. De wijk Dynamo en de wijk Bladgroen. Precies tussen die wijken is het centrum met in het midden een groot plein. De bakker, de slager, de schoenmaker, de juwelier en de kruidenier hebben allemaal hun eigen winkeltje rond dat mooie plein dat genoemd is naar Sieger J. Bakkema. Midden op het plein staat een beeld van hem. Het was een kleine man met een hele grote neus. Sieger leefde aan het begin van de vorige eeuw en werd slechts 37 jaar. Toch is hij de belangrijkste en beroemdste man die ooit in Kwakernaak woonde.
In de wijk Bladgroen staat basisschool De Vliegenvanger. De meeste leerlingen van de school wonen allemaal aan de Peter Potstraat. Dit is de langste straat van het dorp met wel meer dan honderd huizen aan elke kant. Een aantal kinderen uit deze straat besluiten deze herfst samen een club op te richten. Ze noemen zichzelf ‘De kinderen van De Vliegenvanger’. Volgens Freek, een van de oprichters van de club, is het heel erg slim om de club De Vliegenvanger te noemen, omdat hun school ook zo heet. Als iemand dan vraagt waar ze naar toe gaan, dan kunnen ze eerlijk zeggen dat ze naar de Vliegenvanger gaan. Degene die het vroeg denkt dan dat ze naar school gaan, terwijl ze eigenlijk naar een geheime bijeenkomst van de club gaan. Zo zijn lastige vragen een stuk makkelijker te omzeilen.
Alle kinderen van de club wonen al jaren bij elkaar in de buurt. Ze zijn goed bevriend geraakt. Net als Freek Vrolijk zitten ook zijn zusje Mariska en zijn broertje Matthijs in de club. De familie Vrolijk woont aan het einde van de straat. Ze wonen niet in een heel erg groot huis, maar ze hebben wel een enorme tuin. De ouders van Freek, Mariska en Matthijs zijn dol op pretparken en hebben daarom een hele lange achtbaan in de achtertuin laten bouwen. Toen ze daarna nog ruimte overhadden, besloten ze dat het ook wel fijn zou zijn om een zwembad en een speeltuin erbij te hebben. Iedereen begrijpt dan wel dat de tuin van de familie Vrolijk altijd vol zit met spelende kinderen. Vader en moeder Vrolijk vinden dat niet erg. Ze vinden dat zelfs supergezellig.
Aan de overkant van de straat woont Kevin Olgers. Oorspronkelijk komt Kevin met zijn familie uit Denemarken, maar zijn vader moest voor zijn werk een aantal jaren geleden naar Nederland verhuizen. Kevin woont dan ook al vanaf zijn derde jaar in Kwakernaak en spreekt net zo vloeiend Nederlands als zijn vriendjes en vriendinnetjes. Zijn beste vriend is Freek. Kevin is een paar maandjes jonger dan Freek en zit daarom in een lagere groep op school. Toch zitten ze wel bij elkaar in dezelfde klas bij dezelfde meester.
Freek, Kevin en Matthijs spelen samen in de speeltuin bij de familie Vrolijk en denken na over de toekomst van de club. “We moeten een clublied hebben”, zegt Kevin. Freek is het daarmee eens en begint meteen maar te zingen:” De kinderen van de Vliegenvanger zijn oké. Ze leven in Kwakernaak en dansen de hoeplahé”. Plotseling rent moeder Elze Vrolijk in paniek de tuin in en gilt:” Het is tijd, het is tijd!!! Iedereen moet nu even binnen komen om te helpen met schrijven, anders zijn we nooit op tijd klaar.” Niemand begrijpt echt waar mevrouw Vrolijk het over heeft, maar toch vliegt iedereen naar binnen om te kijken wat er aan de hand is. Mevrouw Vrolijk is anders nooit zo in paniek.
binnenkort aflevering 2
