deur open)
- Wat kom je doen?
- Ik heb benzine
- Hoezo?
- Voor je vliegtuig.
- Nou en?
- Kun je weer verder.
- En dan?
- Lekker vliegen. Met de mensen.
- Ik zie daar niet zoveel in. Wat heb je nog meer.
- Alleen benzine
- Geen sigaretten?
- Nee.
- Koffie dan?
- Nee, alleen benzine
- Sorry, geen interesse. (deur dicht. Even later
He, sta je daar nou nog?
- Ja, ik moet van die benzine af.
- Wat kost het?
- Het is op rekening.
- Dat maakt mij niet uit. Ik vraag je wat het kost.
- Je moet zo verder. Je vliegt toch zo terug naar Amsterdam?
- Ja en?
- Nou, dan heb je mijn benzine nodig.
- En als ik nou zeg dat ik het ergens anders goedkoper kan krijgen?
- Niet op dit vliegveld.
- Lekker is dat. Dus ik ben min of meer verplicht bij jou m’n benzine te kopen?
- Ja
- Wie is je baas?
- De directeur van het vliegveld
- Kan ik die spreken?
(wat later)
- Wat is er aan de hand?
- Deze meneer wil geen benzine.
- Mijnheer, wij ontvangen hier dagelijks vijfhonderd vliegtuigen en het is iedere keer dit gedonder. U moet nu ophouden. U krijgt benzine en daarna moet u wegwezen. Van mijn vliegveld af.
- Ik betaal geen cent
- Mijnheer ik weet het goed gemaakt. Ik ben nogal een kundig tekenaar en ik ben vooral erg goed in het tekenen van paarden. Ik teken voor u een paard en dan houden we er verder over op.
- Een paard
- Paarden zijn moeilijk om te tekenen, ik ken weinig tekenaars die goed een paard kunnen tekenen en al helemaal geen tekenaars die EN een goed paard kunnen tekenen EN een luchthaven runnen. Daar mag u wel enig respect voor hebben want dat is geen sinecure.
- Kunt u ook giraffen
- Een giraf is gewoon een paard met een lange nek, dus dat is geen probleem. Alstublieft.
- Dank u wel
- En nou wegwezen met je vliegtuig
- Wat kom je doen?
- Ik heb benzine
- Hoezo?
- Voor je vliegtuig.
- Nou en?
- Kun je weer verder.
- En dan?
- Lekker vliegen. Met de mensen.
- Ik zie daar niet zoveel in. Wat heb je nog meer.
- Alleen benzine
- Geen sigaretten?
- Nee.
- Koffie dan?
- Nee, alleen benzine
- Sorry, geen interesse. (deur dicht. Even later
He, sta je daar nou nog? - Ja, ik moet van die benzine af.
- Wat kost het?
- Het is op rekening.
- Dat maakt mij niet uit. Ik vraag je wat het kost.
- Je moet zo verder. Je vliegt toch zo terug naar Amsterdam?
- Ja en?
- Nou, dan heb je mijn benzine nodig.
- En als ik nou zeg dat ik het ergens anders goedkoper kan krijgen?
- Niet op dit vliegveld.
- Lekker is dat. Dus ik ben min of meer verplicht bij jou m’n benzine te kopen?
- Ja
- Wie is je baas?
- De directeur van het vliegveld
- Kan ik die spreken?
(wat later)
- Wat is er aan de hand?
- Deze meneer wil geen benzine.
- Mijnheer, wij ontvangen hier dagelijks vijfhonderd vliegtuigen en het is iedere keer dit gedonder. U moet nu ophouden. U krijgt benzine en daarna moet u wegwezen. Van mijn vliegveld af.
- Ik betaal geen cent
- Mijnheer ik weet het goed gemaakt. Ik ben nogal een kundig tekenaar en ik ben vooral erg goed in het tekenen van paarden. Ik teken voor u een paard en dan houden we er verder over op.
- Een paard
- Paarden zijn moeilijk om te tekenen, ik ken weinig tekenaars die goed een paard kunnen tekenen en al helemaal geen tekenaars die EN een goed paard kunnen tekenen EN een luchthaven runnen. Daar mag u wel enig respect voor hebben want dat is geen sinecure.
- Kunt u ook giraffen
- Een giraf is gewoon een paard met een lange nek, dus dat is geen probleem. Alstublieft.
- Dank u wel
- En nou wegwezen met je vliegtuig
