Sjonnie blijft een gebruikâh
dinsdag 3 februari 2009 om 20:31
Volbloed-Hagenees John Waldschmit (beter bekend als Haagse Sjonnie) heeft permanent een joint aan zijn lippen, pas dan wordt hij rustig. Laat de regering zijn wiet en die van andere blowers vooral niet afpakken. Sjonnie’s missie: de sociale functie van de coffeeshop moet blijven.
Door John Maes
Een Hagenees in hart en nieren, met alle clichés die daarbij horen. ADO-hooligan, schelden in plat Haags, een grote bek en een klein hartje. Haagse Sjonnie (John Waldschmit) is het allemaal. Niemand kan het woord 'kânkâh' uitspreken zoals dit Haagse icoon.
Sjonnie heeft geen kapsones, maar de geboren Schilderswijker vindt het prachtig als hij aandacht krijgt.
Want de 49-jarige Sjonnie heeft een boodschap: autoriteiten zorgen met hun repressieve maatregelen alleen maar voor een verschuiving van overlast en maken het de blower met hun heksenjacht steeds moeilijker. Sjonnie steunt daarom de Vereniging Voor Cannabis Consumenten (VVCC), een initiatief van drie Bredanaars die 40.000 handtekeningen willen ophalen om met een burgerinitiatief 'het behoud van de sociale functie van de coffeeshop' op de Haagse politieke agenda te zetten. Sjonnie helpt ze graag met zijn naamsbekendheid. "Ik heb nu eenmaal die pleuriskop", lacht hij.
Om zijn woorden kracht bij te zetten heeft Sjonnie in zijn growshop in het Laakkwartier ook een Haagse coffeeshopeigenaar uitgenodigd en de 'Green Ambassador', een iets oudere gesoigneerde heer die zich "voor de belangen van de softdrugconsument" inzet. "Consument?", schreeuwt Sjonnie, "ik ben gewoon een gebruikâh!"
Volgens Sjonnie, de Green Ambassador en de coffeeshopeigenaar worden de ongeveer 700 coffeeshopuitbaters in Nederland door wisselend lokaal beleid tegen elkaar uitgespeeld. Een verdeel-en-heerspolitiek, stellen ze. "Het water staat ons aan de lippen. Je voelt je bijna crimineel", zegt de zorgvuldig formulerende Green Ambassador, die is overgeschakeld naar dagelijks drie gram medicinaal verstrekte wiet tegen aangezichtspijn, na een zware mishandeling door een dakloze die hij onderdak had verleend.
Midden januari stelde de ministerraad een commissie van deskundigen in die het kabinet gaat adviseren over het drugsbeleid. Het is de vraag of de beloofde nieuwe drugsnota er dit jaar nog komt. Daarin zal een visie worden gegeven op het drugsbeleid en worden teruggeblikt op het gedoogbeleid van de afgelopen dertig jaar. "Het gedoogbeleid heeft bewezen dat het werkt", stelt de Green Ambassador.
Verspreid over coffeeshops in het land worden nu petitieformulieren uitgedeeld waarop bezoekers hun krabbel kunnen zetten. Ruim 10.000 zijn er nu opgehaald. Sjonnie pakt een map met petitielijsten erbij. De meeste blowers vallen in de groep 25-50. Waarmee Sjonnie maar zeggen wil dat het best meevalt met het softdruggebruik onder jongeren. De gestaag doorblowende Sjonnie wijst er fijntjes op dat zijn vrouw en zoon (die ook Sjonnie heet) geen van beiden drinken of blowen.
Ongeveer zeven gram white widow per dag verdampt hij zelf dagelijks, zo'n 22 jointjes. Noem het functioneel blowen, want zijn jointjes houden Sjonnie's agressie onder controle. In het verleden ging dat wat moeizaam, maar dat kwam door zijn alcoholverslaving, waar hij in de Parnassiakliniek voor is behandeld. "Kreeg ik geen uitkering, dan trok ik bij de sociale dienst zo de verwarming uit de muur." Een tevreden roker is immers geen onruststoker. "Als ik geen wiet heb, dan word ik ontoerekeningsvatbaar." "Maar dan pleur ik hem het huis uit", lacht zijn vrouw in onvervalst Haags.
Wat Sjonnie en zijn geregeld binnenwandelende klanten willen is simpelweg in de coffeeshop met rust gelaten worden. Sjonnie: "Een coffeeshop is een huiskamer voor mensen die het thuis niet gezellig hebben." Die sociale functie vervalt als coffeeshops afhaalloketten worden, vult de coffeeshopeigenaar aan. "En speciale rokersruimtes zijn niet bevorderlijk voor de gezelligheid."
Nog zoiets: coffeeshops waar je je met vingerafdrukken moet legitimeren, en de beruchte APV's (politieverordeningen) in Haagse wijken die blowen daar op straat onmogelijk maken. "Er wordt wel gekeken naar de hoeveelheid (maximaal 500 gram per shop, red.), en of er belasting wordt betaald, maar niet naar de kwaliteit."
Sjonnie concludeert: "Blowen is goed, maar niet voor de jeugd. En wie ik in mijn shop met een pilletje zie, die stomp ik de hele wijk door. Moet je nog een bakkie? Nu kan het nog, straks mag ook dat niet meer."
dinsdag 3 februari 2009 om 20:31
Volbloed-Hagenees John Waldschmit (beter bekend als Haagse Sjonnie) heeft permanent een joint aan zijn lippen, pas dan wordt hij rustig. Laat de regering zijn wiet en die van andere blowers vooral niet afpakken. Sjonnie’s missie: de sociale functie van de coffeeshop moet blijven.
Door John Maes
Een Hagenees in hart en nieren, met alle clichés die daarbij horen. ADO-hooligan, schelden in plat Haags, een grote bek en een klein hartje. Haagse Sjonnie (John Waldschmit) is het allemaal. Niemand kan het woord 'kânkâh' uitspreken zoals dit Haagse icoon.
Sjonnie heeft geen kapsones, maar de geboren Schilderswijker vindt het prachtig als hij aandacht krijgt.
Want de 49-jarige Sjonnie heeft een boodschap: autoriteiten zorgen met hun repressieve maatregelen alleen maar voor een verschuiving van overlast en maken het de blower met hun heksenjacht steeds moeilijker. Sjonnie steunt daarom de Vereniging Voor Cannabis Consumenten (VVCC), een initiatief van drie Bredanaars die 40.000 handtekeningen willen ophalen om met een burgerinitiatief 'het behoud van de sociale functie van de coffeeshop' op de Haagse politieke agenda te zetten. Sjonnie helpt ze graag met zijn naamsbekendheid. "Ik heb nu eenmaal die pleuriskop", lacht hij.
Om zijn woorden kracht bij te zetten heeft Sjonnie in zijn growshop in het Laakkwartier ook een Haagse coffeeshopeigenaar uitgenodigd en de 'Green Ambassador', een iets oudere gesoigneerde heer die zich "voor de belangen van de softdrugconsument" inzet. "Consument?", schreeuwt Sjonnie, "ik ben gewoon een gebruikâh!"
Volgens Sjonnie, de Green Ambassador en de coffeeshopeigenaar worden de ongeveer 700 coffeeshopuitbaters in Nederland door wisselend lokaal beleid tegen elkaar uitgespeeld. Een verdeel-en-heerspolitiek, stellen ze. "Het water staat ons aan de lippen. Je voelt je bijna crimineel", zegt de zorgvuldig formulerende Green Ambassador, die is overgeschakeld naar dagelijks drie gram medicinaal verstrekte wiet tegen aangezichtspijn, na een zware mishandeling door een dakloze die hij onderdak had verleend.
Midden januari stelde de ministerraad een commissie van deskundigen in die het kabinet gaat adviseren over het drugsbeleid. Het is de vraag of de beloofde nieuwe drugsnota er dit jaar nog komt. Daarin zal een visie worden gegeven op het drugsbeleid en worden teruggeblikt op het gedoogbeleid van de afgelopen dertig jaar. "Het gedoogbeleid heeft bewezen dat het werkt", stelt de Green Ambassador.
Verspreid over coffeeshops in het land worden nu petitieformulieren uitgedeeld waarop bezoekers hun krabbel kunnen zetten. Ruim 10.000 zijn er nu opgehaald. Sjonnie pakt een map met petitielijsten erbij. De meeste blowers vallen in de groep 25-50. Waarmee Sjonnie maar zeggen wil dat het best meevalt met het softdruggebruik onder jongeren. De gestaag doorblowende Sjonnie wijst er fijntjes op dat zijn vrouw en zoon (die ook Sjonnie heet) geen van beiden drinken of blowen.
Ongeveer zeven gram white widow per dag verdampt hij zelf dagelijks, zo'n 22 jointjes. Noem het functioneel blowen, want zijn jointjes houden Sjonnie's agressie onder controle. In het verleden ging dat wat moeizaam, maar dat kwam door zijn alcoholverslaving, waar hij in de Parnassiakliniek voor is behandeld. "Kreeg ik geen uitkering, dan trok ik bij de sociale dienst zo de verwarming uit de muur." Een tevreden roker is immers geen onruststoker. "Als ik geen wiet heb, dan word ik ontoerekeningsvatbaar." "Maar dan pleur ik hem het huis uit", lacht zijn vrouw in onvervalst Haags.
Wat Sjonnie en zijn geregeld binnenwandelende klanten willen is simpelweg in de coffeeshop met rust gelaten worden. Sjonnie: "Een coffeeshop is een huiskamer voor mensen die het thuis niet gezellig hebben." Die sociale functie vervalt als coffeeshops afhaalloketten worden, vult de coffeeshopeigenaar aan. "En speciale rokersruimtes zijn niet bevorderlijk voor de gezelligheid."
Nog zoiets: coffeeshops waar je je met vingerafdrukken moet legitimeren, en de beruchte APV's (politieverordeningen) in Haagse wijken die blowen daar op straat onmogelijk maken. "Er wordt wel gekeken naar de hoeveelheid (maximaal 500 gram per shop, red.), en of er belasting wordt betaald, maar niet naar de kwaliteit."
Sjonnie concludeert: "Blowen is goed, maar niet voor de jeugd. En wie ik in mijn shop met een pilletje zie, die stomp ik de hele wijk door. Moet je nog een bakkie? Nu kan het nog, straks mag ook dat niet meer."