Portishead - Third
anoniem gepubliceerd op , waardering: 90/100

Artiest | Portishead ![]() |
Goed nieuws voor liefhebbers van trip-hop muziek! Na jaren van stilte is Portishead dan eindelijk weer terug!
Genre: Trip-Hop/Pop/Rock Goed nieuws voor liefhebbers van trip-hop muziek! Na jaren van stilte is Portishead dan eindelijk weer terug! Dat zal de grote schare fans erg tevreden stemmen. De groep – die vaak in één adem met Massive Attack en Tricky genoemd wordt als het gaat om de zogeheten trip-hop sound – stootte in 1994 in één keer naar de top met het album “Dummy” dat onder andere de klassiekers “Sour Times” en “Glory Box” zou voortbrengen. Geoff Barrow is de stuwende kracht achter Portishead. Begin jaren ’90 bedient hij de opnameapparatuur bij de opnames van het debuutalbum van trip-hop grondleggers Massive Attack. Via hen komt hij in contact met de echtgenoot van Neneh Cherry en kan hij de muziek schrijven voor haar nummer “Somedays”. Barrow werkt verder aan remixen van Primal Scream, Paul Weller en Depeche Mode en produceert voor Tricky. In 1991 ontmoet Barrow pubzangeres Beth Gibbons. Barrow wilde altijd al een soundtrack maken en in plaats van een kans af te wachten, besluit hij meteen ook zelf de film te maken. Zowel Barrow als Gibbons acteren in de film. De naam Portishead komt van het plaatsje vlakbij Bristol waar Barrow zijn jeugd heeft doorgebracht. Toen Barrow voor Massive Attack werkte, werd hij 'the lad from Portishead’ genoemd, en zo kwam hij op het idee voor de groepsnaam. Samen met een aantal gastmuzikanten, onder wie Adrian Utley en Dave McDonald, gaat Portishead de studio in. Het resultaat is atmosferisch met Gibbons’ ijle stem. Lome beats nodigen uit om achteruit te leunen, maar de spooky samples en sluimerend aanwezige orgel brengen de luisteraar steeds terug naar het puntje van zijn stoel. Het geheel herinnert aan een soundtrack. Na het grote succes van debuutalbum “Dummy” verschijnt vervolgens in 1997 het titelloze tweede album van Portishead, simpelweg “Portishead” genaamd. “All Mine” is de meest gedraaide single van dat album, maar wordt uiteindelijk niet zo succesvol als diverse andere singles van het debuutalbum. Nog voor de release van “Portishead” speelt de band in de Roseland Ballroom in New York. Het optreden – het enige met een viool- en kopersectie – zou in 1998 als audio CD en in 2001 als DVD video verschijnen. Anno 2008 bestaat de uit Bristol formatie in basis nog altijd uit het drietal Geoff Barrow, Adrian Utley en zangeres Beth Gibbons. “Third” is het vierde album van deze succesvolle formatie – wanneer we ook het album “Roseland NYC Live” meerekenen – en is de eerste Portishead langspeler sinds 1998. In maart en april tourde de groep al door de UK en Europa en deed onder andere de Heineken Music Hall in Amsterdam aan. “Third” is avontuurlijker dan de debuutplaat “Dummy” (1994) of opvolger “Portishead” (1997), aldus de Britse trip-hop act. Volgens Portishead is “Third” ‘de oudere broer of zus’ van haar voorgangers. Ondanks een gapend gat van elf jaar tussen de release van “Portishead“ en “Third“, is er nooit sprake van geweest dat het over zou zijn met de band. “Er was nooit géén Portishead. We hadden alleen weinig ideeën en gingen verder met verschillende dingen. Portishead was er altijd.” De band leunt bij de nieuwe plaat onder meer op invloeden van Can, The Silver Apples, Joy Division, Human League en Ohm, zo lezen we in de persinformatie. Op “Third” is het Portishead geluid dus verder doorontwikkeld zonder haar unieke signatuur te verliezen. Het album begint ijzersterk met het energieke “Silence”, dat helemaal niet zo stil van karakter is als de titel doet vermoeden. Schitterende gitaren en strijkers worden met een lo-fi drumpartij gecombineerd en die fantastische, unieke stem van Beth Gibbons. Het is het vertrekpunt van een nieuwe plaat die nog veel meer moois te bieden heeft. De eerste vier tracks op “Third” zijn al direct een vol schot in de roos en die zeer goede start wordt, ondanks enkele iets mindere tracks, nergens meer teniet gedaan. De ingetogen trippy ballad “Hunter”, het gedreven “The Rip” met haar heerlijke drums + dito elektronica en het mysterieuze “Threads”; het zijn slechts enkele voorbeelden van de onnavolgbare kwaliteit die Portishead hier wederom op de mat legt. Of we te maken hebben met een baanbrekend album, zoals “Dummy” dat in 1994 was, kan ik nu moeilijk inschatten. Deze plaat komt namelijk in een hele andere periode uit, waarin trip-hop muziek een bijna vergeten genre is. Slotsom: “Third” is een fantastisch album geworden dat de comeback van Portishead op een uiterst waardige wijze beklinkt. Welcome back! De eerste single van het album wordt “Machine Gun”, welke als 12” single en digitale release op de markt/ het net zal verschijnen. Score: 90/100
www.portishead.co.uk
www.portishead.co.uk
Tracklist
- Silence 5:06
- Hunter 4:04
- Nylon Smile 3:25
- The Rip 4:36
- Plastic 3:33
- We Carry On 6:33
- Deep Water 1:39
- Machine Gun 4:52
- Small 6:53
- Magic Doors 3:38
- Threads 5:47
40 opmerkingen
donateur
Uitspraak van Don Tampeloeris op zondag 11 mei 2008 om 21:17:Machine Gun, wat een fucking geniale plaat is dat zeg!
Uitspraak van Don Tampeloeris op zondag 11 mei 2008 om 21:17:Machine Gun, wat een fucking geniale plaat is dat zeg!
