Toevallig had ik er net een blogje over geschreven
Ondertussen is het half vier ‘s nachts. Eigenlijk hoor ik al lang in bed te liggen, maar zoals altijd lukt slapen toch weer niet. En wat ik dan vaak doe, is een beetje rondkijken op internet. Jazeker, geen World of Warcraft. En ook deze nacht kon ik me weer vermaken met leuk nieuws. De wereld staat op het punt te vergaan, Nederland zal in de verdoemenis geraken. In Nederland zijn namelijk jongeren verslaafd aan games!
AMSTERDAM - Zeker twintigduizend jongeren zijn verslaafd aan games. Honderdduizend jongeren vertonen tekenen van verslaving. Dat stelt communicatiewetenschapper Jeroen Lemmens van de Universiteit van Amsterdam vrijdag in het Nederlands Dagblad.
Zo’n negentig procent van de jongens speelt volgens de onderzoeker videogames. Het aantal verslaafden neemt toe doordat meer mensen computerspelletjes gaan spelen, stelt Lemmens. Hij vermoedt dat het aantal verslaafden nog zal toenemen.
De groep verslaafden was eenzamer, minder sociaal vaardig en had vaak last van slaaptekort of problemen op school. De verslavingszorg ziet volgens de krant nog geen grote toestroom van gameverslaafden.
De onderzoeker ondervroeg 1024 kinderen van twaalf tot en met zeventien jaar over hun gamegedrag op internet en op een spelcomputer. Lemmens promoveert volgend jaar op zijn onderzoek.
http://www.nu.nl/internet/2107779/duizenden-jongeren-gameverslaafd.html
Het was weer eens zo ver. Een onderzoeker die zelf niets anders doet dan werken, eten, slapen en op zondag zijn kinderen drie keer mee naar de kerk trekken om daar hun leven te laten verneuken met daadwerkelijke onzin, heeft maar weer eens een onderzoek gedaan naar games. In mijn ogen een even afgezaagd onderwerp voor je proefschrift als het schrijven van een werkstuk op de middelbare school over de Tweede Wereldoorlog. Toch is het geen gek onderwerp voor een onderzoeker, want hij weet in ieder geval zeker dat hij in het nieuws komt. Mits hij de goede resultaten uit zijn onderzoek haalt. Nederland is er namelijk niet happig op als er uit zou komen dat het allemaal wel mee valt met de games. Nederland wil bloed zien, wil horen dat het allemaal vreselijk is wat er gebeurt met de jongeren door games.
‘World of Warcraft verslavend en isolerend’. ‘Games als volksverslaving nummer 1’. Deze twee titels sieren twee krantenknipsels op mijn kamer in Vlissingen. Er hangen er nog meer, maar die titels kan ik mij zo snel niet herinneren. Deze onderzoeker is in ieder geval niet de enige geweest die zo nodig het verhaaltje nog een keer moest vertellen. Velen zijn hem voorgegaan. En vrijwel allemaal hadden zij hetzelfde te melden.
Ik zal in dit stukje tekst niet gaan verdedigen dat World of Warcraft absoluut niet verslavend is. Voor best veel spelers is het wel zeker verslavend. De mate van verslaving is echter niet bij iedereen gelijk. Sommigen zijn verslaafd, maar hebben genoeg aan zomaar even spelen, een uurtje, twee uurtjes per dag online. Ook zijn er serieuzere spelers, die al snel tussen de drie en zes uur per dag online zijn. En vervolgens zijn er ook nog spelers die meer dan zes uur per dag online zijn. En natuurlijk zijn er nog een hoop spelers die maar af en toe spelen, als ze zin hebben, als ze zich vervelen, als ze iets ter ontspanning willen doen. Niks verslaving. Neemt niet weg dat er mensen verslaafd zijn. Natuurlijk geldt dit voor een hoop andere games ook.
Echter vraag ik mij af in hoeverre deze verslavingen nou echt een probleem vormen. Stel ik kijk naar mijn eigen verleden. Ik ben blijven zitten in de 4e klas van het VWO. Op dat moment was ik inderdaad zwaar verslaafd aan games. Maar volgens mij was ik van de zittenblijvers, een stuk of tien, wel de enige. En ook de jaren daarna zijn de zittenblijvers en zakkers niet de gamers geweest. Er zijn zo veel redenen te geven voor slechte prestaties in het onderwijs, waar het slechte onderwijs er zelf al een van is. Daar komt nog eens bij dat volgens het artikel 90% van de jongens gamed. Ik denk dat er weinig andere hobby’s zijn die onder de jongens een groep van dit aantal in zijn greep heeft. Hoe makkelijk is het dan wel niet, om in je onderzoek gamen als de boosdoener aan te wijzen voor allerlei problemen? Volgens mij wordt die conclusie veel te snel getrokken.
Eigenlijk is het al veel te laat om hier nog te typen, dus ik ga het kort houden. Wellicht later meer.
Toen de telefoon uitgevonden werd, schreeuwde heel de wereld moord en dood dat de mensen elkaar niet meer zouden zien in het echte leven en mensen sociaal gestoord zouden raken. Het tegenovergestelde bleek waar. Hetzelfde gebeurde toen destijds de televisie op de markt kwam. En nu, nu gebeurt er niet anders in games. Heel de wereld schreeuwt en huilt over verslavingen, sociaal gestoorden en slechtere onderwijs prestaties. Mensen, het zal allemaal wel. Gamen maakt niet asociaal, eerder sociaal. Voorheen waren wij gebonden aan onze eigen leefwereld, vrienden om ons heen. In plaats daarvan kunnen wij, buitenom deze echte vrienden, nu nieuwe vrienden maken over de hele wereld. Iedereen ligt voor ons open. Voor mij zullen internetvrienden nooit boven echte vrienden komen te staan, dat is voor mij ondenkbaar. Weinig is mij dierbaarder dan mijn echte vrienden, laat daar geen twijfel over bestaan. Maar door middel van games, is de rest van de wereld wel te verkennen. Zijn er nieuwe vriendschappen te sluiten en valt er van elkaar te leren. En hier kunnen minder socialen uit het echte leven, ook nog schitteren. Voor hen die juist in een sociaal isolement leven, door welke reden dan ook, is een game juist een uitkomst. Geen beperking op sociaal contact, maar juist een uitbreiding.
Het houdt in games niet op bij sociaal contact. Het is ook een leerproces. In games zoeken jongeren zelf naar oplossingen voor problemen, bedenken zij zelf wat zij in bepaalde situaties moeten doen en leren zij met anderen onderhandelen over mogelijke obstakels. Hier kan men cynisch over zijn, maar onderzoekers hebben aangetoond dat games op dit gebied wel degelijk goed zijn voor jongeren, in plaats van slecht. Een combinatie van het sociale aspect van games met het leerproces, is ook de omgang met ouderen. Nee, zeker geen 65+ ‘ers, maar wel volwassenen. Want ja, ook genoeg volwassenen spelen games. De interactie tussen volwassenen en jongeren die in het echte leven vaak mist, of die niet goed genoeg bereikt wordt, bereikt in games juist zijn hoogtepunt. Jongeren spelen naast volwassenen, spreken met ze, onderhandelen met ze en leren onderling van elkaar. Behalve dat, is het leerproces natuurlijk ook te vinden op het gebied van taal. Veelal zijn games in het Engels, niet in het Nederlands. En zeker in de online games wordt Engels gesproken als internationale taal. Wij mogen misschien blij zijn met het goede onderwijs dat wij krijgen, hoewel ik daar niet echt achter sta, maar anderen hebben dit zeker niet. Een voorbeeld hiervan is een groep Kroaten waar ik al tijden World of Warcraft mee speel. Zij hebben absoluut geen Engels gekregen bij hun op school. Toch spreken zij dit nu vrij vloeiend. Simpelweg door het grotendeels spelen van games en het kijken van films. Want dáár leren zij Engels, niet op school. Voor mij geldt dat niet veel anders en ik denk dat ik voor nog wel meer mensen spreek. Ook ik heb meer Engels geleerd in de games die ik sinds de basisschool speel, dan in het hele onderwijs dat ik tot nu toe heb gekregen bij elkaar. De simpele reden die ik kan geven, is dat je in games taal doet. Je spreekt, je schrijft, je leest. Op school leer je rijtjes, leer je regeltjes. Daar doe je niet. En daar ligt het verschil.
Zeker mensen die zelf niet gamen zullen dit wellicht allemaal als een groot onzin verhaal zien. Laat mij daarom eens een simpele vraag eens stellen aan de hand van een vergelijking: Veel Nederlanders kijken elke dag tv. Veel zeg ik, maar waarschijnlijk vrijwel heel Nederland kijkt iedere dag tv. Het liefst eerst Dancing with Popstars on Ice, dan Xfagtor, RTL Boulevard, SBS Shownieuws en vervolgens nog een hele rits aan commerciële achterlijke Telegraaf onzin. Maar, Nederland vind het normaal dat hier de hele avond HERSENLOOS aan verneauckdt wordt. Tijdens het kijken van televisie is de hersenactiviteit namelijk vrijwel gelijk aan 0. Dat is uit meerdere onderzoeken gebleken. Google het na, zou ik zeggen. Om nog maar eens iets te noemen wat mensen op televisie helemaal geweldig vinden, is het kijken van sport. Het liefst ook nog voetbal. Het is vreemd als je er niet naar kijkt eigenlijk. Het liefst gaat het dan ook van de voetbal, naar de nabeschouwingen, naar Studio Voetbal, naar de BBC voor de Premier Leageau om vervolgens ook daar nog de nabeschouwingen van te kijken. Voetbal kijken én televisie. Twee keer hersenloos zou ik zeggen. Echter lijkt het overgrote deel van de Nederlands het absoluut normaal te vinden de hele avond te spenderen achter de televisie. Zelfs avond eten aan de tafel met de familie mag er voor wijken.
Wanneer, maar vooral waarom, heeft televisie kijken een verheven status verkregen boven games? Wat maakt hersenloos niks doen achter een scherm beter dan zelf nadenken, daadwerkelijk iets doen en ook nog iets leren achter een scherm? De enige reden die ik kan verzinnen is dat Nederland gek is en niet zelf nadenkt. Gewoon doet wat de rest doet. Daar zijn we in Nederland allemaal goed in. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Jammer vind ik dat, dan krijg je deze onzin.
Als laatste, vraag ik mij nog af waarom iedereen denkt dat de wereld er over tien jaar nog steeds hetzelfde uitziet. Denkt iedereen nou serieus dat wij over tien jaar nog steeds in een simpel programma als MSN met elkaar zitten te chatten? Absoluut niet. Programmeurs en onderzoekers hebben er al uitgebreid verslag van gedaan. Over enkele jaren MSN’en we niet meer, dan gamen we. Dan chatten we in games die lijken op het hedendaagse Second Life. Dan creëren we onze eigen virtuele ik-persoon om mee te chatten in een virtuele wereld en niet meer in een wit scherm met een simpele foto als avatar.
Mag ik iedereen die denkt dat games deze wereld naar de afgrond gaan leiden uit de droom halen? Ook jij zal er over enkele jaren aan gaan geloven. De games, daar kom je niet meer onder uit. En ook ik ben mij er van bewust dat game verslavingen heus niet iets goeds zijn, dat het wellicht best een probleem is. Maar het probleem wordt veel te ver opgeblazen en geeft een verkeerd beeld van games in het algemeen af. Een verkeerd beeld geven, daar is de media helaas nog al goed in. Maar dat wellicht nog een keer in een ander blog.
Toch wil ik nog wel van harte benadrukken dat ik maar al te graag zie dat alle game critici niet mee doen met de rest. Dat zij over enkele jaren deze nieuwe games vooral niet betreden. Games zijn immers slecht voor je. Maar ik wil echter wel eens zien, wie er op dat moment in een sociaal isolement zal raken.
Wij in ieder geval niet. Want wij weten wel beter.