Geen enkele moeite om dit te leren.
want er valt toch niks te presteren
Kan me ook niet concentreren.
neej en articuleren?
Doe me wel ff klaar mastruberen.
en later ejaculeren?
Ik blijf het proberen.
om te kunnen presteren bij het mastruberen moet je blijven leren om uit eindelijk te ejaculeren
Doe ik keer op keren.
dat kjunnen vrouwen niet alleen de heren
zullen na het scheren de beentjes insmeren.
laatste aanpassing
om ze vervolgens eens lekker te masseren?
Dan snel uit de kleren en onder de veren.
Je moet in de juiste positie verkeren.
En haar niet de rug toe keren als ze je wilt afberen.
of vingEREN
Moeten we dit alleen maar aan sex spenderen?
hohoho gaan we nou pas protesteren over het sexspenderen waar wil je anders over fantaseren?
Ik heb altijd de Duitse taal willen leren.
krijg de kolere
Ga met de boot aanmeren.
Zeker zingend "zag twee beren broodje smeren"
laatste aanpassing
Je moet je eigen Hoofdletters en Punten aanleren. Hahaha... 
(Ik ben me er een paar.)
(Ik ben me er een paar.)
Aanleren of anuleren....
bekeren.....
Je kunt ook inhaleren...
Tis gewoon Kut met Peren.
zolang die niet gaat zweren,anders gaan de heren een andere kut begeren
Als die vrouw zich kan verweren, moeten ze het als ze slaapt nog een proberen.
Of onder tussen proberen onder het bekeren
laatste aanpassing
Anders kan je je bezeren
Zal ik ook maar eens reageren
anders krijg je geen kippe vel maar hele veren
Heej joopman, ik kom me hier ook presenteren...
Krijg toch allemaal de kolere..
accelereren accepteren acclimatizeren
accuseren achterleenheren achteruitleren
acquitteren actualizeren adapteren
adderen adduceren aderizeren
administreren adonizeren adopteren
adoreren adresseren adsorberen
adstrueren adverteren advizeren
aereren affekteren affilieren
affineren affirmeren affronteren
afgeren afkeren afkommanderen
afkonkluderen afleren afmeren
afprakkezeren afreageren afrikanizeren
afscheren afsmeren afspioneren
afstuderen aftelefoneren aftelegraferen
afteren afweren afzweren
afzwoeren agenderen ageren
agglomereren agglutineren aggregeren
agioteren agiteren akkommoderen
akkompagneren akkorderen akkrediteren
akkumuleren aksentueren akteren
aktueren akwarelleren alarmeren
alcaliseren alcoholizeren alfabetizeren
alieneren aligneren allieren
allitereren allittereren alluderen
altereren alterneren aluminiseren
alumiseren amalgameren ambachtsheren
ambieren amenderen amerikaniseren
amortizeren amplificeren amputeren
amuseren analogizeren analyzeren
anatomizeren animeren annexeren
annonceren annoteren annuleren
antecederen antedateren antichambreren
anticiperen antidateren apaiseren
aplaneren apocoperen apparenteren
appelleren applaudisseren appliqueren
apporteren appreteren approberen
approvianderen arbitreren arceren
archaizeren ardoiseren argumenteren
aromatizeren arrangeren arresteren
arroseren artikuleren asfalteren
aspireren assaisoneren assembleren
asserteren assigneren assimileren
assisteren assoneren assorteren
assumeren assureren atmosferen
atomizeren atriumfibrilleren atrofieren
attaqueren attenderen attesteren
attraperen auskulteren autentizeren
automatizeren autorizeren avaleren
avanceren avocadoperen baanderheren
badineren bagatellizeren balanceren
balkanizeren balkleren balloteren
banderen banderolleren banjerheren
banketteren baratteren barderen
barreren barrikaderen baseren
bastaarderen bastonneren batonneren
batysferen beatificeren bediskuteren
begeren beheren bekeren
bekommentarieren bekonkurreren bekritizeren
belangensferen belangstellingssferen beleren
beredeneren beren bergamotperen
bergmeren bescheren beschermheren
besmeren bespioneren bessemerperen
bestuderen beteren beweren
bezeren bezweren bezwoeren
bijsmeren binnenberen biologeren
bisseren bitumineren bivakkeren
blameren blasfemeren blastomeren
bleren blesseren blinderen
bloedzweren blokkeren blonderen
boegseren boeleren boetekleren
boetseren boezemfibrilleren boezemmeren
boiseren bokkeleren bombarderen
bomberen bonificeren borneren
bosseleren bostonneren botanizeren
boterperen bouderen bougisseren
bouwheren bovenkleren braseren
brevetteren bricoleren bromberen
brouilleren bruidskleren bruiloftskleren
bruineren bruneren brutalizeren
bruuskeren budgetteren buidelberen
burchtheren cachetteren calcineren
calligraferen camoufleren candideren
canonizeren carbonizeren caricaturiseren
carteren catalogizeren catechizeren
categorizeren cateterizeren cederen
celebreren cementeren cementijzeren
censeren censureren centralizeren
centreren centrifugeren centromeren
certificeren certifieren chambreren
changeren chanteren chaperonneren
chargeren charmeren chaufferen
chicaneren chloreren chloroformeren
chloroformizeren choqueren choreograferen
chromeren chronometreren circuleren
ciseleren citeren civilizeren
classeren clausuleren coexisteren
cohabiteren coifferen coiteren
colere collaberen collectivizeren
collideren collimeren commercializeren
comprimeren computeriseren concelebreren
concilieren concretizeren conformeren
contesteren contraheren contramineren
contrasigneren contravenieren copieren
costumeren couperen crediteren
creeren creneleren criminalizeren
cruciferen cultuursferen curetteren
cyclostyleren daguerreotyperen daktyloskoperen
damasceren dateren deballoteren
debarkeren debatteren debiteren
deblokkeren debrailleren debrayeren
debuteren decanteren decentralizeren
dechargeren decideren decimeren
decouperen deduceren defibrilleren
defileren definieren deflekteren
defloreren deformeren degenereren
degraderen degusteren dehydrateren
dehydreren dejeuneren dekalkeren
deklameren deklareren deklasseren
deklineren dekoderen dekonfessionaliseren
dekoreren dekreteren delegeren
delibereren demagnetizeren demarqueren
demarreren demaskeren dementeren
demilitarizeren demobilizeren demokratizeren
demonstreren demonteren demoralizeren
denationalizeren denaturalizeren denatureren
denigreren denksferen denonceren
denuclearizeren denuderen deodorizeren
dependeren depolarizeren deponeren
deporteren depouilleren deprimeren
deprivatizeren deprogrammeren deputeren
derailleren derangeren dereguleren
deren derogeren desacralizeren
desapproberen desavoueren desensibilizeren
deserteren desespereren designeren
desinfekteren desintegreren desisteren
desorganizeren desorienteren dessineren
destabilizeren destalinizeren destilleren
destineren detailleren determineren
detineren detoneren devalueren
devesteren devieren diagnostizeren
dialogeren dialogizeren dialyseren
diffameren diffunderen diftongeren
digereren digitalizeren dikteren
dilateren dimensioneren dineren
diplomeren dirigeren dirkjesperen
disciplineren discrimineren disharmonieren
diskonteren diskulperen diskuteren
dislokeren dispenseren disponeren
disputeren disqualificeren distilleren
distingeren distribueren divergeren
diversifieren diverteren doceren
doctoreren dogmatizeren dokumenteren
doleren domesticeren domheren
domicilieren domineren doneren
doodskleren doopkleren doorleren
doorredeneren doorsmeren doorstuderen
doseren doteren doubleren
draineren dramatizeren draperen
dresseren drogeren droogscheren
dubbelloopsgeweren duelleren
accuseren achterleenheren achteruitleren
acquitteren actualizeren adapteren
adderen adduceren aderizeren
administreren adonizeren adopteren
adoreren adresseren adsorberen
adstrueren adverteren advizeren
aereren affekteren affilieren
affineren affirmeren affronteren
afgeren afkeren afkommanderen
afkonkluderen afleren afmeren
afprakkezeren afreageren afrikanizeren
afscheren afsmeren afspioneren
afstuderen aftelefoneren aftelegraferen
afteren afweren afzweren
afzwoeren agenderen ageren
agglomereren agglutineren aggregeren
agioteren agiteren akkommoderen
akkompagneren akkorderen akkrediteren
akkumuleren aksentueren akteren
aktueren akwarelleren alarmeren
alcaliseren alcoholizeren alfabetizeren
alieneren aligneren allieren
allitereren allittereren alluderen
altereren alterneren aluminiseren
alumiseren amalgameren ambachtsheren
ambieren amenderen amerikaniseren
amortizeren amplificeren amputeren
amuseren analogizeren analyzeren
anatomizeren animeren annexeren
annonceren annoteren annuleren
antecederen antedateren antichambreren
anticiperen antidateren apaiseren
aplaneren apocoperen apparenteren
appelleren applaudisseren appliqueren
apporteren appreteren approberen
approvianderen arbitreren arceren
archaizeren ardoiseren argumenteren
aromatizeren arrangeren arresteren
arroseren artikuleren asfalteren
aspireren assaisoneren assembleren
asserteren assigneren assimileren
assisteren assoneren assorteren
assumeren assureren atmosferen
atomizeren atriumfibrilleren atrofieren
attaqueren attenderen attesteren
attraperen auskulteren autentizeren
automatizeren autorizeren avaleren
avanceren avocadoperen baanderheren
badineren bagatellizeren balanceren
balkanizeren balkleren balloteren
banderen banderolleren banjerheren
banketteren baratteren barderen
barreren barrikaderen baseren
bastaarderen bastonneren batonneren
batysferen beatificeren bediskuteren
begeren beheren bekeren
bekommentarieren bekonkurreren bekritizeren
belangensferen belangstellingssferen beleren
beredeneren beren bergamotperen
bergmeren bescheren beschermheren
besmeren bespioneren bessemerperen
bestuderen beteren beweren
bezeren bezweren bezwoeren
bijsmeren binnenberen biologeren
bisseren bitumineren bivakkeren
blameren blasfemeren blastomeren
bleren blesseren blinderen
bloedzweren blokkeren blonderen
boegseren boeleren boetekleren
boetseren boezemfibrilleren boezemmeren
boiseren bokkeleren bombarderen
bomberen bonificeren borneren
bosseleren bostonneren botanizeren
boterperen bouderen bougisseren
bouwheren bovenkleren braseren
brevetteren bricoleren bromberen
brouilleren bruidskleren bruiloftskleren
bruineren bruneren brutalizeren
bruuskeren budgetteren buidelberen
burchtheren cachetteren calcineren
calligraferen camoufleren candideren
canonizeren carbonizeren caricaturiseren
carteren catalogizeren catechizeren
categorizeren cateterizeren cederen
celebreren cementeren cementijzeren
censeren censureren centralizeren
centreren centrifugeren centromeren
certificeren certifieren chambreren
changeren chanteren chaperonneren
chargeren charmeren chaufferen
chicaneren chloreren chloroformeren
chloroformizeren choqueren choreograferen
chromeren chronometreren circuleren
ciseleren citeren civilizeren
classeren clausuleren coexisteren
cohabiteren coifferen coiteren
colere collaberen collectivizeren
collideren collimeren commercializeren
comprimeren computeriseren concelebreren
concilieren concretizeren conformeren
contesteren contraheren contramineren
contrasigneren contravenieren copieren
costumeren couperen crediteren
creeren creneleren criminalizeren
cruciferen cultuursferen curetteren
cyclostyleren daguerreotyperen daktyloskoperen
damasceren dateren deballoteren
debarkeren debatteren debiteren
deblokkeren debrailleren debrayeren
debuteren decanteren decentralizeren
dechargeren decideren decimeren
decouperen deduceren defibrilleren
defileren definieren deflekteren
defloreren deformeren degenereren
degraderen degusteren dehydrateren
dehydreren dejeuneren dekalkeren
deklameren deklareren deklasseren
deklineren dekoderen dekonfessionaliseren
dekoreren dekreteren delegeren
delibereren demagnetizeren demarqueren
demarreren demaskeren dementeren
demilitarizeren demobilizeren demokratizeren
demonstreren demonteren demoralizeren
denationalizeren denaturalizeren denatureren
denigreren denksferen denonceren
denuclearizeren denuderen deodorizeren
dependeren depolarizeren deponeren
deporteren depouilleren deprimeren
deprivatizeren deprogrammeren deputeren
derailleren derangeren dereguleren
deren derogeren desacralizeren
desapproberen desavoueren desensibilizeren
deserteren desespereren designeren
desinfekteren desintegreren desisteren
desorganizeren desorienteren dessineren
destabilizeren destalinizeren destilleren
destineren detailleren determineren
detineren detoneren devalueren
devesteren devieren diagnostizeren
dialogeren dialogizeren dialyseren
diffameren diffunderen diftongeren
digereren digitalizeren dikteren
dilateren dimensioneren dineren
diplomeren dirigeren dirkjesperen
disciplineren discrimineren disharmonieren
diskonteren diskulperen diskuteren
dislokeren dispenseren disponeren
disputeren disqualificeren distilleren
distingeren distribueren divergeren
diversifieren diverteren doceren
doctoreren dogmatizeren dokumenteren
doleren domesticeren domheren
domicilieren domineren doneren
doodskleren doopkleren doorleren
doorredeneren doorsmeren doorstuderen
doseren doteren doubleren
draineren dramatizeren draperen
dresseren drogeren droogscheren
dubbelloopsgeweren duelleren
Zo schiet het ook niet meer op om in dit topic te anticiperen..
of juist wel, ik geef juist meer stof om te duelleren
Ga dat eren nu denk ik verwarren.....
kga zo pitten, maar eerst nog ff computeren
Haha..
Had het al veranderd in iets met "arren" aan het eind.
Is nix mis met handkarren.
(huh)
Had het al veranderd in iets met "arren" aan het eind.
Is nix mis met handkarren.
(huh)
Potje Sparren?
Ik zou het gewoon allemaal combineren!
mag ik me vereren, met t woord: rampeneren
staat deze er al tussen? afberen
het voortijdig poep-proces = verteren
Zodat je het weer kunt diareren.