de gezegden van tandje
1. Als Tandje van huis is danst Maikel op tafel.
2. De tand in eigen boezem steken.
3. Tandje slaat de tand aan zichzelf.
4. Een tand in de zak kopen.
5. De tand in de pot vinden.
6. Tandje neemt het heft in eigen tand.
7. Tandje steekt haar tand in het vuur voor Maikel.
8. Maikel de tand boven het hoofd houden.
9. Vele tanden maken licht werk.
10. Met de tand over het hart strijken.
11. Tandje houdt voet bij tand.
12. Tandje zit in zak en Maikel.
13. Tandje's wil is Maikel.
14. Beter een goede buur dan een verre Maikel.
15. Tandje zet de tandjes buiten.
16. Maikel leeft op de grote tand.
17. Tandje kan niet door de beugel.
18. Tandje neemt het bit tussen de tanden.
19. Maikel haalt een wit tandje.
20. Met het verkeerde tandje uit bed stappen.
21. De beste tandjes staan aan wal.
22. Maikel loopt op zijn tandvlees.
23. Maikel staat met zijn mond vol tanden.
24. Geen oude tandjes uit de sloot halen.
25. Beter 1 maikel op de tand dan 10 in de lucht.
1. Als Tandje van huis is danst Maikel op tafel.
2. De tand in eigen boezem steken.
3. Tandje slaat de tand aan zichzelf.
4. Een tand in de zak kopen.
5. De tand in de pot vinden.
6. Tandje neemt het heft in eigen tand.
7. Tandje steekt haar tand in het vuur voor Maikel.
8. Maikel de tand boven het hoofd houden.
9. Vele tanden maken licht werk.
10. Met de tand over het hart strijken.
11. Tandje houdt voet bij tand.
12. Tandje zit in zak en Maikel.
13. Tandje's wil is Maikel.
14. Beter een goede buur dan een verre Maikel.
15. Tandje zet de tandjes buiten.
16. Maikel leeft op de grote tand.
17. Tandje kan niet door de beugel.
18. Tandje neemt het bit tussen de tanden.
19. Maikel haalt een wit tandje.
20. Met het verkeerde tandje uit bed stappen.
21. De beste tandjes staan aan wal.
22. Maikel loopt op zijn tandvlees.
23. Maikel staat met zijn mond vol tanden.
24. Geen oude tandjes uit de sloot halen.
25. Beter 1 maikel op de tand dan 10 in de lucht.