samengestelde woorden, je gebruikt het laatste deel
van het woord van je voorganger. voorbeeld:
ik: spijker-gat
nathalie: gaten-kaas
maartje: kaas-blokje
femke: blokken-doos
het moeten samengestelde woorden zijn,
en een streepje tussen de twee woorden, ter verduidelijking.
je mag enkelvoud in meervoud veranderen en andersom.
Ik begin met blok-fluit
van het woord van je voorganger. voorbeeld:
ik: spijker-gat
nathalie: gaten-kaas
maartje: kaas-blokje
femke: blokken-doos
het moeten samengestelde woorden zijn,
en een streepje tussen de twee woorden, ter verduidelijking.
je mag enkelvoud in meervoud veranderen en andersom.
Ik begin met blok-fluit