Gisteravond had de Bredase politiek weer een zware dobber aan de discussie over het uitbreiden van de sluittijden van de plaatselijke horeca. Nu is die, behalve voor nacht- en broodjeszaken, 02.00 uur.
Weliswaar is eind vorig jaar besloten dat verruiming moet kunnen, maar over de vraag tot hoe laat de cafés en broodjeszaak daadwerkelijk mogen openblijven, moest in de raadscommissie Bestuur nog flink gedebatteerd worden.
Dat de meningen verdeeld zijn bleek al toen twee insprekers, één namens de horeca in de Vismarktstraat en één namens een aantal Bredase evenementenorganisatoren, ieder voor zich sterke argumenten aandroegen om juist wél of juist níet door te gaan met het sluittijdenplan.
Toch is er een breed draagvlak nodig, zei Henk Haarhuis, fractievoorzitter van de PvdA, de partij die zich al lang sterk maakt voor uitbreiding. Om tot consensus te komen moeten er heel wat extra maatregelen komen. Om te beginnen moet de horeca, bij wijze van proef, om 03.00 uur dicht en niet om 04.00 uur, zei Haarhuis. Maar bovendien moet er aan een trits van randvoorwaarden worden voldaan, zei hij. Zo wil de PvdA’er de geluidsoverlast terugdringen, de veiligheid verbeteren, discriminatie bestrijden, betere fietsenstallingen en betere verlichting, uitbreiding van het cameratoezicht en uitbreiding van het openbaar vervoer.
Coalitiepartij CDA vindt het desalniettemin allemaal maar niks. „Breda is prettig en veilig en dat moeten we zo houden. Verruiming van de sluittijden biedt geen meerwaarde“, zei raadslid Irène Verkuylen, die zich ook stoort aan Haarhuis’ roep om een breed draagvlak, terwijl het plan met de kleinst mogelijke meerderheid is aangenomen. Ook partijen als Breda’97 en VVD worstelden met het voorstel. Het liberale raadslid Hanneke van Maanen zei dat er eerst een visie moet komen op de binnenstad, iets wat een groot deel van de horeca ook al heeft voorgesteld.
Onderzoeken
De SP en GroenLinks stonden daar lijnrecht tegenover. „Ik zou niet weten wat er na drie jaar nog te onderzoeken valt“, zei GroenLinks-fractievoorzitter Selçuk Akinci.
Uiteindelijk lukte het commissievoorzitter Piet Hein Scheltens om op een rijtje te zetten wat de politiek eigenlijk wil: voorlopig de kroegen open tot 03.00 uur en dan alleen in de binnenstad. Het regime gaat dus niet op voor andere delen van de stad zoals bijvoorbeeld het Ginneken. De tijd tussen 02.00 en 03.00 uur wordt een ‘vensteruur’. Dat wil zeggen dat mensen wel de kroeg uit mogen, maar niet meer naar binnen. En als laatste komt er een evaluatie naar de gevolgen van de nieuwe werkwijze. Dat onderzoek wordt doorslaggevend voor de vraag of de horeca uiteindelijk tot 04.00 uur of zelfs onbeperkt open mag blijven.
Wanneer het nieuwe regime wordt ingevoerd, is afhankelijk van de snelheid waarmee burgemeester en wethouders de zaken nu formeel op een rijtje zetten en een definitief voorstel doen aan de gemeenteraad.
UURTJE LANGER PLUS MINUS
Weliswaar is eind vorig jaar besloten dat verruiming moet kunnen, maar over de vraag tot hoe laat de cafés en broodjeszaak daadwerkelijk mogen openblijven, moest in de raadscommissie Bestuur nog flink gedebatteerd worden.
Dat de meningen verdeeld zijn bleek al toen twee insprekers, één namens de horeca in de Vismarktstraat en één namens een aantal Bredase evenementenorganisatoren, ieder voor zich sterke argumenten aandroegen om juist wél of juist níet door te gaan met het sluittijdenplan.
Toch is er een breed draagvlak nodig, zei Henk Haarhuis, fractievoorzitter van de PvdA, de partij die zich al lang sterk maakt voor uitbreiding. Om tot consensus te komen moeten er heel wat extra maatregelen komen. Om te beginnen moet de horeca, bij wijze van proef, om 03.00 uur dicht en niet om 04.00 uur, zei Haarhuis. Maar bovendien moet er aan een trits van randvoorwaarden worden voldaan, zei hij. Zo wil de PvdA’er de geluidsoverlast terugdringen, de veiligheid verbeteren, discriminatie bestrijden, betere fietsenstallingen en betere verlichting, uitbreiding van het cameratoezicht en uitbreiding van het openbaar vervoer.
Coalitiepartij CDA vindt het desalniettemin allemaal maar niks. „Breda is prettig en veilig en dat moeten we zo houden. Verruiming van de sluittijden biedt geen meerwaarde“, zei raadslid Irène Verkuylen, die zich ook stoort aan Haarhuis’ roep om een breed draagvlak, terwijl het plan met de kleinst mogelijke meerderheid is aangenomen. Ook partijen als Breda’97 en VVD worstelden met het voorstel. Het liberale raadslid Hanneke van Maanen zei dat er eerst een visie moet komen op de binnenstad, iets wat een groot deel van de horeca ook al heeft voorgesteld.
Onderzoeken
De SP en GroenLinks stonden daar lijnrecht tegenover. „Ik zou niet weten wat er na drie jaar nog te onderzoeken valt“, zei GroenLinks-fractievoorzitter Selçuk Akinci.
Uiteindelijk lukte het commissievoorzitter Piet Hein Scheltens om op een rijtje te zetten wat de politiek eigenlijk wil: voorlopig de kroegen open tot 03.00 uur en dan alleen in de binnenstad. Het regime gaat dus niet op voor andere delen van de stad zoals bijvoorbeeld het Ginneken. De tijd tussen 02.00 en 03.00 uur wordt een ‘vensteruur’. Dat wil zeggen dat mensen wel de kroeg uit mogen, maar niet meer naar binnen. En als laatste komt er een evaluatie naar de gevolgen van de nieuwe werkwijze. Dat onderzoek wordt doorslaggevend voor de vraag of de horeca uiteindelijk tot 04.00 uur of zelfs onbeperkt open mag blijven.
Wanneer het nieuwe regime wordt ingevoerd, is afhankelijk van de snelheid waarmee burgemeester en wethouders de zaken nu formeel op een rijtje zetten en een definitief voorstel doen aan de gemeenteraad.
UURTJE LANGER PLUS MINUS