Het was een opmerkelijke avond, afgelopen maandag. De Nederlandse Moslim Omroep had een programma gewijd aan de verkiezingen, en een groep welbespraakte en intelligente moslims en twee beroepspolitici (en een derde die vanwege een duister schandaaltje komende week afzwaait, mevrouw Karimi) mochten hun ideeën bekend maken over de Nederlandse politiek.
Twee conclusies kon de kijker na afloop trekken: allereerst, Nederlandse moslims hebben het moeilijk, zijn armer en lager opgeleid dan de gemiddelde Nederlander doordat veel moslims zich buitengesloten voelen door de manier waarop in Nederland over terrorisme wordt gesproken. Hier ging veel zendtijd aan op.
Ruimte voor radicalisme
Er moest ruimte zijn voor radicaal gedachtegoed, vond men, en men maakte zich zorgen over de rechtsstaat. Weliswaar waren de sprekers maatschappelijk geslaagd en behoorlijk tot hoog opgeleid, en weliswaar financiert de Nederlandse overheid een omroep die namens moslims voor moslims programma's wil maken, maar de sprekers hadden zichzelf om de een of andere reden aangepraat dat ze het moeilijk hadden bij ons en met ons.
De twee politici, Aleid Wolfsen (PvdA) en Harry van Bommel (SP), huilden met de moslims mee, want beiden willen bij de minderheden scoren en waagden het niet de aanwezige moslims op hun onterechte geklaag en op hun verantwoordelijkheden te wijzen.
Moslims zijn naar Nederland gekomen om deel te nemen aan de burgerlijke samenleving en hun kinderen een beter bestaan te bieden dan in het land van herkomst, hetgeen gepaard gaat met ernstige aanpassingsproblemen en extra verantwoordelijkheden voor de ouders, maar in het debat ging het alleen om de verantwoordelijkheden van de Nederlandse samenleving ten aanzien van moslims.
Aanpassingskloof
Landverhuizen is een zwaar proces, en alleen via driedubbele inzet kan een gezin dat van land gewisseld is een plek veroveren in het nieuwe land. Hard leren, hard werken, gedisciplineerd leven, de codes en rituelen van de nieuwe omgeving leren kennen.
Wanneer dit bewustzijn afwezig is - en dat geldt niet voor de studiogasten, want die hebben hun best gedaan en hun plek in de samenleving verworven -, dan blijft de aanpassingskloof bestaan.
Primair blijft de verantwoordelijkheid bij de ouders bestaan, en de Nederlandse overheid kan weinig anders doen dan de voorwaarden scheppen - en die zijn geschapen, in overvloed.
Dat jonge moslims te vaak zonder diploma de school verlaten en te vaak crimineel gedrag vertonen, is niet het gevolg van een gebrek aan mogelijkheden. Maar ouders die eigenlijk geen landverhuizers hadden willen zijn of ontkennen dat zij in een totaal nieuwe werkelijkheid zijn beland, beschikken niet over de vaardigheden om hun kinderen adequaat te begeleiden.
Dit is het feitelijke probleem – en bleef dus onbesproken.
Driedubbele moralen
Conclusie nummer twee is dat Nederlandse moslims het lot van de Palestijnen onder Israëlische bezetting als grootste probleem in de wereld beschouwen.
Sinds de stichting van de staat Israël zijn miljoenen moslims door andere moslims afgeslacht, een niet te becijferen veelvoud van de totale hoeveelheid slachtoffers in de oorlogen tussen Israël en de Arabieren/Palestijnen, maar dit verschrikkelijke feit kon niet worden benoemd.
Ook in een geslaagde groep moslims blijven de ficties en mythes welig tieren. Men klaagde over een dubbele moraal die het westen ten aanzien van Israël erop na zou houden. Dat is een ridicule mythe van mensen die er driedubbele moralen op na houden.
Wat Israël de Palestijnen aandoet, doen de Arabieren elkaar onderling in veel heviger mate aan, en als je het gedrag van Saddam, die honderdduizenden van zijn burgers heeft laten doden en naar wie in linkse kringen wordt terugverlangd, vergelijkt met het gedrag van Ariel Sharon, dan moet Sharon genomineerd worden voor de Nobelprijs voor de Vrede – zo liggen de echte verhoudingen.
Mevrouw Karimi wist te suggereren dat Amerika de schuldige was van de vele aanslagen in Irak, een oorlog waar de Irakezen niet om gevraagd hadden, zo stelde zij.
Het alternatief voor het verdwijnen van Saddam was het aanblijven van Saddam, een man die verkrachting als onderdrukkingsmethode had ingevoerd, maar hier leek mevrouw Karimi geen problemen mee te hebben.
Zuiver
Ook de twee politici waren het er over eens dat Israël de resoluties van de Veiligheidsraad aan de laars lapte. Daar deden ze juridisch heel zuiver over.
Ze vergeleken de resoluties ten aanzien van Israël met die ten aanzien van Irak, en ze vonden dat Israël gestraft moest worden voor het niet naleven van die resoluties.
Ik doe ook graag juridisch heel zuiver over die resoluties. De resoluties ten aanzien van Irak waren zogenaamde Chapter VII resoluties, die vergezeld gaan van sancties. De resoluties ten aanzien van Israël zijn pertinent géén Chapter VII resoluties maar vallen onder Chapter VI – de resoluties over Israël hebben dus juridisch een totaal andere status en zijn erop gericht dat via onderhandelingen resultaat geboekt wordt.
Van dwang en sancties bij niet-naleving is geen sprake (de beroemde Resolutie 242 van november 1967 is ook onder Chapter VI genomen).
Leugens en misleiding
Ook kwam de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (IG) ten aanzien van het hek ter sprake. Dit was een advies, geen bindende uitspraak, aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, een orgaan dat beheerst wordt door de Arabisch-islamitische wereld, die via het gerechtshof een publiciteitswapen in handen wilde krijgen, en dat is gelukt.
Maar het is volstrekte onzin om de resoluties die onder Chapter VI zijn genomen en het advies van het IG een status toe te kennen die gelijkwaardig is aan de Chapter VII resoluties betreffende Irak. Wolfsen en Van Bommel weten dit, maar ze deden net of hun neuzen bloedden.
Dit is leugenachtig en misleidend gedrag van de heren. De uitzending was een verdrietige en nodeloze vertoning van slachtofferschap. En wat de boel nog erger maakte, was het feit dat we hier te maken hadden met de ‘brightest’ onder de Nederlandse moslims, aardige, slimme mensen die de kansen die hen geboden waren gegrepen hadden.
Toch klaagden ze steen en been en gaven ze er blijk van net zo weinig zelfkennis en zelfkritiek te hebben als veel van hun geloofsgenoten in de Arabisch-islamitische wereld.
Over Darfur, de Arabische tirannieën, de religieuze haatstaat Iran, de vrouwenonderdrukking, het gebrek aan behoorlijke educatie en persvrijheid, het islamisme - geen woord.
We zullen nog veel van de sprekers horen. En van de twee politici die bereid zijn elk feit voor een willekeurige leugen in te wisselen, als dat stemmen van moslims kan opleveren.
Het was een leerzaam programma.
Twee conclusies kon de kijker na afloop trekken: allereerst, Nederlandse moslims hebben het moeilijk, zijn armer en lager opgeleid dan de gemiddelde Nederlander doordat veel moslims zich buitengesloten voelen door de manier waarop in Nederland over terrorisme wordt gesproken. Hier ging veel zendtijd aan op.
Ruimte voor radicalisme
Er moest ruimte zijn voor radicaal gedachtegoed, vond men, en men maakte zich zorgen over de rechtsstaat. Weliswaar waren de sprekers maatschappelijk geslaagd en behoorlijk tot hoog opgeleid, en weliswaar financiert de Nederlandse overheid een omroep die namens moslims voor moslims programma's wil maken, maar de sprekers hadden zichzelf om de een of andere reden aangepraat dat ze het moeilijk hadden bij ons en met ons.
De twee politici, Aleid Wolfsen (PvdA) en Harry van Bommel (SP), huilden met de moslims mee, want beiden willen bij de minderheden scoren en waagden het niet de aanwezige moslims op hun onterechte geklaag en op hun verantwoordelijkheden te wijzen.
Moslims zijn naar Nederland gekomen om deel te nemen aan de burgerlijke samenleving en hun kinderen een beter bestaan te bieden dan in het land van herkomst, hetgeen gepaard gaat met ernstige aanpassingsproblemen en extra verantwoordelijkheden voor de ouders, maar in het debat ging het alleen om de verantwoordelijkheden van de Nederlandse samenleving ten aanzien van moslims.
Aanpassingskloof
Landverhuizen is een zwaar proces, en alleen via driedubbele inzet kan een gezin dat van land gewisseld is een plek veroveren in het nieuwe land. Hard leren, hard werken, gedisciplineerd leven, de codes en rituelen van de nieuwe omgeving leren kennen.
Wanneer dit bewustzijn afwezig is - en dat geldt niet voor de studiogasten, want die hebben hun best gedaan en hun plek in de samenleving verworven -, dan blijft de aanpassingskloof bestaan.
Primair blijft de verantwoordelijkheid bij de ouders bestaan, en de Nederlandse overheid kan weinig anders doen dan de voorwaarden scheppen - en die zijn geschapen, in overvloed.
Dat jonge moslims te vaak zonder diploma de school verlaten en te vaak crimineel gedrag vertonen, is niet het gevolg van een gebrek aan mogelijkheden. Maar ouders die eigenlijk geen landverhuizers hadden willen zijn of ontkennen dat zij in een totaal nieuwe werkelijkheid zijn beland, beschikken niet over de vaardigheden om hun kinderen adequaat te begeleiden.
Dit is het feitelijke probleem – en bleef dus onbesproken.
Driedubbele moralen
Conclusie nummer twee is dat Nederlandse moslims het lot van de Palestijnen onder Israëlische bezetting als grootste probleem in de wereld beschouwen.
Sinds de stichting van de staat Israël zijn miljoenen moslims door andere moslims afgeslacht, een niet te becijferen veelvoud van de totale hoeveelheid slachtoffers in de oorlogen tussen Israël en de Arabieren/Palestijnen, maar dit verschrikkelijke feit kon niet worden benoemd.
Ook in een geslaagde groep moslims blijven de ficties en mythes welig tieren. Men klaagde over een dubbele moraal die het westen ten aanzien van Israël erop na zou houden. Dat is een ridicule mythe van mensen die er driedubbele moralen op na houden.
Wat Israël de Palestijnen aandoet, doen de Arabieren elkaar onderling in veel heviger mate aan, en als je het gedrag van Saddam, die honderdduizenden van zijn burgers heeft laten doden en naar wie in linkse kringen wordt terugverlangd, vergelijkt met het gedrag van Ariel Sharon, dan moet Sharon genomineerd worden voor de Nobelprijs voor de Vrede – zo liggen de echte verhoudingen.
Mevrouw Karimi wist te suggereren dat Amerika de schuldige was van de vele aanslagen in Irak, een oorlog waar de Irakezen niet om gevraagd hadden, zo stelde zij.
Het alternatief voor het verdwijnen van Saddam was het aanblijven van Saddam, een man die verkrachting als onderdrukkingsmethode had ingevoerd, maar hier leek mevrouw Karimi geen problemen mee te hebben.
Zuiver
Ook de twee politici waren het er over eens dat Israël de resoluties van de Veiligheidsraad aan de laars lapte. Daar deden ze juridisch heel zuiver over.
Ze vergeleken de resoluties ten aanzien van Israël met die ten aanzien van Irak, en ze vonden dat Israël gestraft moest worden voor het niet naleven van die resoluties.
Ik doe ook graag juridisch heel zuiver over die resoluties. De resoluties ten aanzien van Irak waren zogenaamde Chapter VII resoluties, die vergezeld gaan van sancties. De resoluties ten aanzien van Israël zijn pertinent géén Chapter VII resoluties maar vallen onder Chapter VI – de resoluties over Israël hebben dus juridisch een totaal andere status en zijn erop gericht dat via onderhandelingen resultaat geboekt wordt.
Van dwang en sancties bij niet-naleving is geen sprake (de beroemde Resolutie 242 van november 1967 is ook onder Chapter VI genomen).
Leugens en misleiding
Ook kwam de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (IG) ten aanzien van het hek ter sprake. Dit was een advies, geen bindende uitspraak, aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, een orgaan dat beheerst wordt door de Arabisch-islamitische wereld, die via het gerechtshof een publiciteitswapen in handen wilde krijgen, en dat is gelukt.
Maar het is volstrekte onzin om de resoluties die onder Chapter VI zijn genomen en het advies van het IG een status toe te kennen die gelijkwaardig is aan de Chapter VII resoluties betreffende Irak. Wolfsen en Van Bommel weten dit, maar ze deden net of hun neuzen bloedden.
Dit is leugenachtig en misleidend gedrag van de heren. De uitzending was een verdrietige en nodeloze vertoning van slachtofferschap. En wat de boel nog erger maakte, was het feit dat we hier te maken hadden met de ‘brightest’ onder de Nederlandse moslims, aardige, slimme mensen die de kansen die hen geboden waren gegrepen hadden.
Toch klaagden ze steen en been en gaven ze er blijk van net zo weinig zelfkennis en zelfkritiek te hebben als veel van hun geloofsgenoten in de Arabisch-islamitische wereld.
Over Darfur, de Arabische tirannieën, de religieuze haatstaat Iran, de vrouwenonderdrukking, het gebrek aan behoorlijke educatie en persvrijheid, het islamisme - geen woord.
We zullen nog veel van de sprekers horen. En van de twee politici die bereid zijn elk feit voor een willekeurige leugen in te wisselen, als dat stemmen van moslims kan opleveren.
Het was een leerzaam programma.