1. zomer: vakantie / meer tijd voor vrienden / zwemmen / zonnen / in t raamkozijn zitten tekenen
1. lente: kun je mooie foto's maken / meer weet k even niett.
1. herfst: is fijn / lekker buiten bij de ijzeren man in t boss / meer weet k even niett.
1. winter: benikjarigg / sneeuw / mooooie foto's / meer weet k even niett.