Immigranten moeten niet meer verplicht Nederlands leren, behalve als ze een baan hebben waarin dat onontbeerlijk is, zoals bij het contact met patiënten of leerlingen of als de staat werkgever is.
Inburgeringscursussen moeten vervangen worden door niet-verplichte cursussen waarin waarden en vaardigheden van democratisch burgerschap worden geleerd en geoefend.
Dat staat in het advies dat de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) dinsdag heeft gepresenteerd aan minister Gerd Leers voor Immigratie en Asiel.
De rode draad in het advies is dat het tijd is om anders te gaan aankijken tegen mensen uit andere landen die zich in Nederland willen vestigen. De basishouding moet er een zijn van ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’.
Last
Nu worden migranten in Nederland veelal gezien als mensen die een last zijn en die zo veel mogelijk geweerd moeten worden. Maar Nederland moet hen juist zien als mensen die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving.
De negatieve toon van het migratiedebat ontmoedigt de komst van mensen die Nederland juist graag ziet komen.
Mensen die een positieve economische bijdrage leveren aan de samenleving en die dus zelfredzaam zijn, zijn welkom. Zowel kennismigranten zijn van belang voor de Nederlandse economie als arbeidskrachten voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Ook zegt de RMO dat migratiepolitiek zich moet onthouden van het stellen van culturele eisen aan migranten.
Verzorgingsstaat
De toegang tot de arbeidsmarkt, de verzorgingsstaat en het politieke systeem zou gefaseerd plaats moeten hebben. Hoe langer de migrant in Nederland is, hoe meer toegang hij moet krijgen tot voorzieningen van de verzorgingsstaat.
Overigens benadrukt de RMO dat de migratiestroom naar Nederland voor driekwart is geregeld in internationale verdragen. De organisatie pleit ervoor om de selectie van de migranten die buiten de verdragen vallen op een doordachte en positieve manier in te vullen.
Inburgeringscursussen moeten vervangen worden door niet-verplichte cursussen waarin waarden en vaardigheden van democratisch burgerschap worden geleerd en geoefend.
Dat staat in het advies dat de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) dinsdag heeft gepresenteerd aan minister Gerd Leers voor Immigratie en Asiel.
De rode draad in het advies is dat het tijd is om anders te gaan aankijken tegen mensen uit andere landen die zich in Nederland willen vestigen. De basishouding moet er een zijn van ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’.
Last
Nu worden migranten in Nederland veelal gezien als mensen die een last zijn en die zo veel mogelijk geweerd moeten worden. Maar Nederland moet hen juist zien als mensen die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving.
De negatieve toon van het migratiedebat ontmoedigt de komst van mensen die Nederland juist graag ziet komen.
Mensen die een positieve economische bijdrage leveren aan de samenleving en die dus zelfredzaam zijn, zijn welkom. Zowel kennismigranten zijn van belang voor de Nederlandse economie als arbeidskrachten voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Ook zegt de RMO dat migratiepolitiek zich moet onthouden van het stellen van culturele eisen aan migranten.
Verzorgingsstaat
De toegang tot de arbeidsmarkt, de verzorgingsstaat en het politieke systeem zou gefaseerd plaats moeten hebben. Hoe langer de migrant in Nederland is, hoe meer toegang hij moet krijgen tot voorzieningen van de verzorgingsstaat.
Overigens benadrukt de RMO dat de migratiestroom naar Nederland voor driekwart is geregeld in internationale verdragen. De organisatie pleit ervoor om de selectie van de migranten die buiten de verdragen vallen op een doordachte en positieve manier in te vullen.